Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kerkelijk Congres.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kerkelijk Congres.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 17 Juni 1898.

Met ingenomenheid namen we kennis van het dusgenaamde „Kerkelijk Congres" der Hervormden.

Natuurlijk, de heeren zijn er nog niet, en als ze de methode, de indeeling en de orde, die hier uitkwam, vergelijken met wat 'Wezenlijke congressen zijn, zullen ze zei ven tot de erkentenis komen, dat hier iets, dat hier nog veel haperde.

Maar ook zoo is er dan toch een begin, en niemand kan zeggen of uit dit begin, hoe naïef ook, niet nog vroeg of laat een wezenlijk kerkelijk congres zal voortkomen.

Een congres moet een eenheidsgedachte hebben, en die eenheidsgedachte moet uitkomen in zijn naam.

Zoo kan men hebben een//^Z'/Ö/I? ^/^^/? congres, een orientalistisch congres, een sociaal congres, en zoo dus ook een kerkelijk congres, maar dan moet natuurlijk de kerkelijke idee ook het vereenigingspunt zijn, het heerschend beginsel, en moet door dit beginsel heel de inhoud, het wezen en de orde van het congres bepaald worden.

Iets wat natuurlijk niet zeggen wil, dat men er niet ook over dingen zou mogen spreken, die slechts verwijderd met de kerk in betrekking staan, maar wel, dat de kerk-idee primeeren moet, en dat er niets aan de orde mag worden gesteld, dan datgene waarvan de saamhang met de kerk in het oog springt.

Hiervan was echter op dit congres geen spoor te ontdekken. Van de kerkelijke idee was geen sprake. Over de kerk als kerk werd niet eens gehandeld. En wie de lijst der punten naziet, én bestudeert, zal ons moeten toestemmen, dat er niet één enkele quaestie op voorkomt, die niet evengoed op een nietkerkelijk congres aan de orde had kunnen gesteld worden, ja, daar vaak veel beter op haar plaats zou geweest zijn.

Ons is dan ook niet bekend, dat er, hetzij hier, hetzij in het buitenland, onder wat naam ook, ooit eenig congres gehouden is, dat derwijs gebrekkig en bijna naïef aan zijn naam en titel beantwoordde.

Nog een andere opmerking hangt hiermee saam.

Blijkbaar was dit congres bedoeld niet als een „kerkelijk congres" in het generaal, maar als een Hervormd kerkelijk congres.

En wederom zeggen we mits ge dat dan ook levert." „Uitnemend!

Doch zie op dit Hervormd kerkelijk congres laat men als den meest zaakrijken spreker, met het zorgvuldigst bewerkte referaat optreden ... een Lutheraan.

Men wil Hervormd zijn, en sluit alle andere kerken uit. Geen Gereformeerde, geen Doopsgezinde enz. wordt toegelaten, maar wel wordt niet alleen toegelaten maar genoodigd, en genoodigd als woordvoerder een niet-Hervormde, maar een lid der Luthersche kerk.

En nu voelt toch ook hier een ieder, dat hier gebrek aan doordenken is.

Men kan óf een algemeen kerkelijk congres houden, waarop men uit allerlei kerken de broeders uitnoodigt, om zekere reeks onderwerpen te komen bespreken.

Zoo zou men b. v. over Diaconieën, over Zending en zooveel meer, zeer wel kunnen saamspreken, ook al behoort men niet tot dezelfde gezindheid.

Of ook kon men niet anders samenroepen dan uit één enkele kerk, met het doel om deze onderwerpen meer uit het gezichtspunt van de belijdenis en de positie dier ééne kerk te bezien. j

Doch wat niet aangaat, wat onlogisch is, en er niet meê door kan, is wat men hier deed, op zijn kerkelijk congres een speciaal stempel van één enkele kerk zetten en er dan laten optreden een woordvoeder van een andere kerk.

Nog een derde opmerking voegen we hieraan toe.

Zulk een congres moet een gemeenschappelijk uitgangspunt hebben. Dit gemeenschappelijk uitgangspunt kan óf liggen in het onderwerp waarom men saamroept, óf in het beginsel waarvan men zal uitgaan; maar wat men ook neme, er moet iets zijn, dat éénheid schept.

Nu was die eenheid hier niet gelegen in het onderwerp, want de kerkelijke idee kwam hier zelfs niet ter sprake. Ze moest dus schuilen in het beginsel dat men saam beleed, en dat beginsel zou het algemeen orthodoxe zijn.

Maar ook op dit punt heerschte geweldige verwarring.

Laat men Ds. H. Pierson maar eens vragen, wat hij oordeelt over het referaat gehouden in zake de verhouding van staat en kerk, iets wat natuurlijk geen bijzaak gold, want het was een kerkelijk congres.

Doch al is blijkens al het opgemerkte dit „kerkelijk congres" nog in zijn eerste kinderjaren, en al gaven de mannen, die het hebben voorbereid weinigblijk van tact en doorzicht, het is dan toch een begin, en in dat begin verheugen we ons.

Het toont dat ook in dezen Hervormden kring het oog - opengaat voor nog andere behoefte dan synodale reglementen en vonnissen, voor een hooger belang dan antidoleantische en anti-Gereformeerde strijdleuzen.

Dit moet allengs den blik verruimen. Het zal ongemerkt tot nadenken nopen. Het zal aan het denken een andere richting En wijl nu het feit er eenmaal toeligt, dat het de Hervormden zijn, die nog altoos het grooter deel van onze bevolking onder hun vleugelen verzamelen, ligt hierin met het oog op het vaderlandsch belang iets dat weldadig aandoet.

Niets is bedenkelijker dan een stilstaand, en daardoor giftig moeras. En hier rimpelt zich de stroom.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Een kerkelijk Congres.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juni 1898

De Heraut | 4 Pagina's