Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze aandacht trok dit stukje uit het Geref. Volksblad (Red. De Haas):

Niet overal is men terstond na en door de generale vereeniging in 1892 tot een behoorlijk kerkelijk samenleven over en weer gekomen. Op sommige plaatsen hinderden hier zelfs persoonlijke gevoeligheden tusschen leden der oude en die der tweede formatie. Men kende elkander zoo goed.

Althans zoo dacht men en sprak men.

Er waren zoovele bedenkingen, aanmerkingen, bezwaren en tal van andere ergernissen, die voorshands den omgang tusschen broeders en ook zusters van hetzelfde gezin minder vlotten deden.

Intusschen, de genade maakt klein. Allereerst voor God. Maar daardoor en daarna ook jegens elkander. Genade zachtmoedigt op den duur de hartvochtigste natuur. Maar ook genade alleen.

Wie nog leeft uit den wortel van het vleesch is niet bekwaam om het goede in anderen te erkennen, te waardeeren, na te volgen. Dezulken zijn zichzelven genoeg. Wat saamsmelting?

Waarvoor zou deze dienen? Is het niet al wel, dat wij in meerdere vergaderingen bijeenkomen?

Waarom dan nog plaatselijke ineensmelting ? Intusschen, wie dichter bij de waarheid, die in Christus is, wandelen, hebben zich ter plaatse, waar zulke tegenwerpingen gemaakt zijn, niet laten ophouden, om met zachtmoedigheid den broeder, die zwak was, te winnen, te overtuigen, te brengen waar hij komen moest.

Waarom dan nog plaatselijke ineensmelting ?

En, geprezen zij den Naam des Heeren, vele eerst schuchtere, tegenstribbelende karakters zijn gewonnen, en werken thans trouw, moedig, dapper mee aan de opbouwing van een lichaam Christi ter plaatse, waar de Heilige Geest zijn kudde vergadert en de «heiligen" gemeenschap oefenen bij één dienst des Woords, één brood en beker.

Wien het metterdaad te doen is om de eere Gods en de stichting van de gemeente Christi, scheurt zich niet van de kerk af, omdat niet alle ding loopt, gelijk hij zelf dat liefst wilde, maar onderscheidt hoofdzaken van bijzaken en treedt desnoods en zelfs niet desnoods maar gaarne en met blijdschap voor anderer goed en meer helder oordeel uit den weg.

Een overzicht van onzen kerkdijken toestand na 1892, op alle plaatsen waar destijds de «gemeente" in twee groepen gedeeld bestond, leert u tot groote blijdschap van al des Heeren volk, dat het aantal van hen, die niet meegingen met de vereeniging der gereformeerde kerken, tamelijk klein en gering is.

Het nieuwe Christelijke gereformeerde kerkgenootschap dat onder leiding van Ds. Wisse en Van Lingen zich geconstitueerd heeft, bestaat op de meeste plaatsen, waar het optrad, uit een zeer klein kuddeke, dat gaandeweg nog smelt. Voor een deel moet uit dit verschijnsel stellig mee de bitterheid verklaard tegen de gereformeerde kerken.

Een bitterheid, die deze dwalende broeders zelfs meer dan eens belemmert, om waarheid van verdichting en erger nog behoorlijk te scheiden.

Moge hen echter maar niet eerst de oogen opengaan als het te laat is.

Want voor dit laatste gevaar bestaat reeds gegronde vrees.

Wat toch is het geval in dezen?

Dat sommige leden onzer kerken, die zich in 't geheel niet kunnen vinden in de vereeniging van '92 — mee door de onware voorlichting van de zijde der nieuwe Christelijke gereformeerden, al wat gereformeerde kerk heet, den rug toekeeren en weder overloopen naar het Synodale Genootschap.

Natuurlijk, dat zullen Ds. van Lingen en wie het met hem eens zijn niet bedoelen. Deze bedoelen integendeel propoganda voor hun eigen kerkelijke gemeenschap te maken.

Maar intusschen bevorderen zij met al hun dichtsel en onwaar geschrijf, dat sommige «gereformeerden" gaan grasduinen bij volbloed ethische predikanten in de hervormde kerk. Ziedaar wat de scheurmakende beweging van den heer Wisse reeds uitwerkt.

Onlangs had zulk een kerkelijk afgedwaalde broeder meer dan honderd van zijn medeleden in zulk een ethische kerkbeurt aangetroffen.

Intusschen, welk een beginsel en welk een consequentie ? ! Men heeft bezwaar om zich met de andere kerkelijke gereformeerde groep te laten saamsmelten, maar, — om des beginsels en der consequentie wille, zoekt men heil in de prediking van een ethischen dominee, die den Bijbel gelijkstelt met scheurpapier.

Dat nu doen «leden, " die tegen de plaatselijke ineensmelting met hartstochtelijkheid geijverd hebben. Is het niet om te schreien?

Indien de vaders en moeders van deze menschen het konden hooren, zij zouden zich ergeren in hun graf.

Of heeft de Ned. Herv. kerk in 1834 en 1886 door haar vervolg-actie tegen degenen, die heiliglijk naar Gods Woord wilden leven, niet getoond, dat zij merkteekenen van de valsche kerk draagt ?

Wij vragen nog eenmaal: uit welk beginsel handelen de zoodanige leden?

Op welke consequentie loopt hun oppositie tegen de «vereeniging" en de ineensmelting uit?

Wij kunnen komen in de overweging van hinderende bezwaren aan plaatselijke ineensmelting verbonden. Wij kunnen tot op zekere hoogte verstaan, dat iemand opziet tegen allerlei kerkelijke drukte, uit de ineenvloeiïng van tweeërlei toestand volgend. Onze natuur is geneigd tot traagheid in het geestelijke. Wij zijn veelmeer conservatief dan vooruitstrevend.

Wij hebben reeds meer dan eenmaal geraden, om de plaatselijke ineensmelting met Christelijk beleid en Christelijke voorzichtigheid te bewerken.

Maar wij verstaan er niets van, dat zich noemende leden van een gereformeerde kerk A., die met de ineensmelting niet mee kunnen, de hervormde kerk maar weer opzoeken en dan bij voorkeur bij ethischen predikanten in de leer gaan.

Dit is onzes inziens een algeheele kerkelijke anomalie.

Een tegenstrijdigheid in zichzelven.

Wij gelooven dat zoo ergens, in dit geval de kerk des Heeren geroepen is, om deze leden door middel van de tucht tot betering des levens te brengen en bij volharding in dezen onzes inziens volstrekt zondigen weg, als verachters van Gods Woord en de H. Sacramenten, van het lichaam des Heeren af te doen.

Dit is metterdaad een interessant verschijnsel.

Vooral zoo men er op let, dat deze mannen van ons weken, omdat we h. i. niet vast genoeg stonden in de leer.

Gaarne sluiten we ons aan bij wat Hall.

Kerkblad over Ds. Wolffs Vertrek naar Brussel schrijft: Het vertrek van Ds. Wolf uit Maasland naar Brussel mag ons om Maasland en om de Nederlandsche Kerken, die dezen bekwamen Dienaar des Woord mochten waardeeren, leed doen, — om Brussel en België verheugt oiis het besluit van dezen moedigen Dienaar des Woords. Wij verstaan zijn. beslissing.

Aan België hebben wij, Nederlandsche Gereformeerden, een schuld. Daar schoot het Calvinisme eerder wortel dan in ons Noorden. Daar hebben de mannen Gods gebeden en beraadslaagd en gearbeid, om ons het zuivere licht te bieden. Daar stortten ze hun bloed voor ons. De Zuidelijke Nederlanden van weleer mogen niet uit ons hart gaan.

Hunne vernedering onder Spanje werd onze verhooging in vrijheid.

Ach! kwamen ze nog eens weer tot het zuivere licht. Kwam het nog eens weer tot gemeenschap tusschen ons en de waarheid Gods.

Om die hoop en bede ging ons vooral ook het optreden der broederen te Brussel en Antwerpen ter harte en had de beroeping van een bekwamen Dienaar des Woords naar Brussel zeer onze belangstelling.

Zeker, het is een wolkje als eens mans hand.

Maar de Heere kan één man in een kleinen kring, zoo er verstand van werken is en een verstaan van den voorganger, onderling vertrouwen en samenwerking, tot veel arbeids bekwamen.

Indien het Hem alzoo in zijne genade believen moge, gelijk wij van Hem bidden en op Hem hopen.

Het kan voor Brussel, het kan voor België het begin worden van een nieuwe toekomst.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juli 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juli 1898

De Heraut | 4 Pagina's