Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het lezen van Gods Woord bij de huisgodsdienstoefening schrijft L. te K. in de Friesche Kerkbode:

Eerst in deze eeuw is in de Gereformeerde Kerk in Nederland, dank zij Duitschland's invloed, in menig gezin de Bijbel verdrongen door stichtelijke huisboeken, die 's morgens en 's avonds werden gelezen. De bekende werken van Van Oosterzee ca. deden daarbij dienst.' Totdat van Engeland uit door het methodisme daartegen een reactie is ontstaan. Ongetwijfeld heeft dit methodisme het bij bellezen overdreven. Tegenwoordig kan men bijna geen vergadering meer houden van christelijken aard of de opening geschied met «gebed en het lezen van Gods Woord." Kerkelijke en politieke vergaderingen, jongelingsvereenigingen en naaikranzen, alles begint met een kapittel te lezen.

Naar de soberheid van Gereformeerd beginsel is dit niet. Onze vaderen begonnen zelfs hun kerkelijke vergaderingen nooit met het lezen van een hoofdstuk uit de Schrift. Waar men saamkomt om te hafidelen, is zulk een voorlezing minder op zijn plaats. Maar hoezeer deze overdrijving ook moet afgekeurd worden, in elk geval is aan dezen methodistischen invloed te danken, dat in menig gezin het stichtelijke huisboek weer plaats maakte voor den Bijbel en de afgeleide beek werd prijsgegeven voor de reine en zuivere bron. Een terugkeer naar de oude Gereformeerde zede, die tot dankbaarheid stemt.

En toch doen bij dat geregeld lezen der H.

Schrift zich moeilijkheden voor, die wij geenszins onderschatten en die het wel verklaarbaar maken waarom de «huisboeken" een tijd lang zooveel opgang maakten.

Vooreerst staat men voor de ernstige vraag of men de Schrift geheel zal lezen, hoofdstuk na hoofdstuk, dan wel alleen die gedeelten, die meer bepaald van stichtelijken aard zijn. Een teedere en kiesche vraag, die wel met ernst onder de oogen behoort gezien te worden.

Aan de eene zijde vindt men dezulken, die met een beroep op het apostolisch woord: Alle Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot leering, vermaning, onderwijzing en vertroosting, de geheele Schrift doorlezen zonder een hoofdstuk over te slaan. Niet alleen de lange geslachtsregisters in Kronieken enz. worden geheel gelezen, maar ook de reinheidswetten in Leviticus, met al hetgeen betrekking heeft op het verborgen sexueele leven van man en vrouw. Den reinen is alles rein en het is beter — zoo oordeelen dezulken — dat de kinderen door de H. Schrift deze dingen te weten komen dan dat zedelooze praat hen wijs maakt, wat toch vroeger of later geschiedt. Bovendien, slaat men zulke hoofdstukken over, dan prikkelt dit toch de nieuwsgierigheid van het kind en wordt straks in het verborgen gelezen wat vader openlijk niet voorlezen dorst, en dan dikwijls met een verbeelding, die allerminst heilig is gestemd.

Aan de andere zijde staan dezulken, die hoewel volkomen toegevende, dat de geheele Schrift Goddelijk is en daarom ook nuttig is tot onderwijzing, toch gelooven, dat daarom nog niet elk deel der H. Schrift juist bestemd is voor huiselijk gebruik. Ook in de catechisatie en het onderwijs op de Christelijke School zal de onderwijzer de Bijbelsche geschiedenis met zekere voorzichtigheid hebben te behandelen en enkele histories of kort 6f in het geheel niet bespreken, omdat deze voor de ooren der kinderen minder geschikt zijn. Waarom zou men dan, zoo vragen dezulken, ook bij de lezing der Schrift in het huisgezin niet denzelfden regel kunnen volgen? Dit lezen geschiedt toch om het gezin op te bouwen in het geloof, in de vreeze des Heeren, in de liefde tot God en zoowel de vele ceremoniëele wetten als de geslachtsregisters hebben zulk een stichtelijk karakter niet. Men kan deze daarom gerust overslaan bij de huisgodsdienstoefening.

Het is niet gemakkelijk in dezen strijd een uitspraak te doen, omdat in de redeneering van beide partijen eenige waarheid schuilt. Ongetwijfeld ligt het meeste gevaar bij het laatste standpunt. Gaat men eenmaal naar eigen willekeur een maatstaf aanleggen van wat stichtelijk is, dan is een grenslijn moeielijk te trekken. Men zal beginnen met de reinheidswetten over te slaan; straks zal de geschiedenis van Noach, Lot, David's val enz. worden uitgelaten; de profetiën van Jeremia en Ezechiël zullen niet meer gelezen worden; de brieven van Paulus zullen bedenking ontmoeten en zelfs in de Evangeliën zal men nog liefst eenige gedeelten ter zijde laten. Zoo houdt men ten slotte slechts een zeer klein gedeelte van de H. Schrift voor het huiselijk gebruik over, een Bijbel, die nauwelijks meer dien naam dragen mag.

Tegen dit laatste euvel nu kan niet ernstig genoeg worden gewaarschuwd en naar onze overtuiging is het nog honderd maal verstandiger de geheele H. Schrift voor te lezen zonder één woord weg te laten, dan dat men ten slotte eindigt met een geheel verminkten Bijbel bij de huisgodsdienstoefening te gebruiken; waarvan het grootste gedeelte bij het voorlezen wordt overgeslagen. Waar voor velen deze voorlezing der Schrift de eenige gelegenheid is om de Schrift te leeren kennen en het zoo broodnoodig is, dat niet een stuk, maar heel de Schrift door ons gekend wordt, daar zal men, ook waar men enkele stukken overslaat, zich toch altijd tot het uiterste moeten beperken.

Een tweede vraag, die niet minder belangrijk is, is deze of het voldoende is de Schrift voor te lezen of dat de vader ook geroepen is de Schrift eenigermate uit te leggen en toe te passen.

In bijna alle Gereformeerde gezinnen bestaat het gebruik, dat de vader eenvoudig leest zonder meer. Zoolang dit lezen de bekende bijbelsche geschiedenissen geldt, levert dit minder bezwaar op omdat deze zelfs door eenvoudige leden van het gezin in hoofdzaak wel te volgen zijn. Ook de Psalmen, Spreuken, Prediker, en enkele brieven van Paulus kunnen zonder toelichting nog wel verstaan worden. Maar met de profetiën en het grootste gedeelte der brieven van Paulus is dit niet het geval. Het gezin luistert, omdat het Gods Woord is, maar draagt er geen de minste vrucht van weg, omdat men wel de woorden hoort, maar de inhoud niet begrijpt. En op de vraag: verstaat gij wat gij leest; zou in de meeste gevallen met den kamerling moeten geantwoord worden: Hoe zou dit kunnen, waar een uitlegger ontbreekt ?

Nu zijn slechts weinig huisvaders zoo ontwikkeld, dat zij voor den vuist weg deze moeilijke gedeelten der H. Schrift kunnen verklaren. Juist daarom heeft de Gereformeerde Kerk aan de Schrift de kostelijke kantteekeningen toegevoegd, waarin een schat van verklaring ligt verborgen, die echter voor de meeste huisvaders renteloos kapitaal is, omdat zij er nooit gebruik van maken. Ja in de meeste gezinnen wordt zulk een bijbel met kantteekeningen niet eens meer gevonden.

Juist daarom moet met ernst er op gewezen dat het profetisch ambt van den huisvader toch waarlijk niet bestaat in een eenvoudig voorlezen van de Schrift, wat ieder doen kan, maar dat hij zijn gezin ook in de Schrift onderwijzen moet naar de mate der gaven hem geschonken. Daarom behoort een huisvader voor dat hij de Schrift leest, zoo dit eenigszins doenlijk is, voor zich zelf de'verklaring aan den kant na te zien, en althans enkele moeilijker gedeelten toe te lichten.

Het is daarbij volstrekt geen eisch, dat telkens een geheel hoofdstuk wordt gelezen en verklaard.

Voor de opbouwing in de kennis en het geloof zal het vruchtbaarder zijn tien verzen met het verstand te lezen, dan een geheel hoofdstuk zonder dat het gezin het volgen kan.

De klacht, die men thans zoo vaak hoort, dat men aan dit lezen der H. Schrift, zoodra als men toekomt aan de profeten of brieven, eigenlijk niets meer heeft, zou dan vanzelf ophouden. Het lezen der Schrift zou niet meer een mechanisch sleurwerk worden, een taak, die eiken dag moet afgewerkt, maar een geestelijken arbeid, een verrijkt worden in kennis, een opgebouwd worden in het geloof.

En het zou daarbij zeker niet minder uitnemend werken, wanneer de vader een volgend maal aan de kinderen of oudere leden van het gezin, naar den aard van het gelezene dit meebrengt, kort vroeg wat de vorige maal gelezen was. Niets scherpt zoo de aandacht en maakt het geheugen williger om te onthouden, dan een herhaling van wat gehoord is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1898

De Heraut | 2 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1898

De Heraut | 2 Pagina's