Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het rijke leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het rijke leven.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 27 Jan. 1899.

III.

Een ander niet minder belangrijk gevolg van dit independentistisch parochiestelsel is het buiten alle kerkelijk verband staan van meer dan de helft der bevolking. w

Bij het lezen van statistieke opgaven over het kerkelijke leven in de Vereenigde Staten, staat men dan ook bij eersten oogopslag min of meer verbaasd.

De geheele bevolking bedraagt een zeventig millioen zielen, en alle kerkelijke statistieken saam brengen het niet verder dan tot een goede tiuintig millioen. Een berekening, die, werd ze zonder nader onderzoek gevolgd, tot de gansch verkeerde voorstelling zou leiden, dat er in de Vereenigde Staten 50 millioen Heidenen, Mahomedanen, Joden of Atheïsten zijn. En een statistiek, die, werd ze in haar bijzonderste cijfers als maatstaf genomen, u den indruk zou geven, als hadden de Roomschen in Amerika het meest van allen in de melk te brokkelen.

Die cijfers toch wijzen bijna 6I/2 millioen Roomschen aan, en slechts ruim 4I/2 millioen Methodisten, bijna 4 millioen Baptisten, een kleine 2 millioen Presbyterianen of Gereformeerden, iVi millioen Lutherschen, een goed 1/3 millioen Episcopalen en dito 1/2 millioen Congregationalisten, en voorts een kleine 1I/3 millioen verdeeld over een goede 120 verschillende belijdenissen of denominations.

Mag hieruit nu afgeleid, dat de Roomschen ruim één derde der bevolking uitmaken, omdat ze 61/3 millioen op de 20 millioen „churched people" tellen.' In het minst niet. Al hebben ze toch in de „churched people" ruim 34 pCt., op de bevolking vindt ge slechts 10 pCt. Roomsch-Katholieken.

En evenzoo zoudt ge u vergissen, zoo ge dacht, dat de 50 millioen, die onder geen der kerken of denominations wordt opgegeven, daarom ook buiten de Christelijke religie stond. Deze 20 millioen toch zijn uitsluitend diegenen, die zich opzettelijk bij een bepaalde kerk hebben aangesloten, en die allen die wel ter kerk gaan, maar niet op het boek staan, tellen niet meê. Dit verklaart dan ook het hooge cijfer van de Roomschen. Zij die van Roomsche herkomst, uit Ierland en andere landen emigreerden, sloten zich bijna zonder uitzondering allen bij de Roomsch-Katholieke kerk aan en deze komen daarom op de statistieke lijst in hun volle kracht uit.

Maar zoo is het onder de Protestanten niet.

Veeleer kan men zeggen, dat het publiek dat nog zeer getrouw in de tallooze Protestantsche kerken opkomt, uit drie categorieën bestaat. Ten eerste uit hen, die tot het heilig Avondmaal zijn toegelaten. Ten tweede uit hen, die, zonder nog tot het heilig Avondmaal te zijn toegelaten, toch als members van de kerk te boek staan. En ten derde uit hen, die noch ten heilig Avondmaal komen, noch als leden aangesloten zijn, maar toch kerken. Men kan dus kortweg zeggen uit Avondmaalgangers, Kerkleden en Kerkgangers, terwijl men bij die laatsten dan weer onderscheid moet maken tusschen vaste en losse Kerkgangers, d. i. tusschen hen, die zoogoed als eiken Zondag zich in eenzelfde kerkgebouw vinden laten, en hen, die echt-nomadisch her-en derwaarts zwerven.

Natuurlijk gaat deze verdecling in drie categorieën niet stipt voor alle „denominations" door. Zoo b.v. deelt de Christelijke Gereformeerde kerk, die uit ons land daar overgeplant is, in „ Avondmaatgangers, " „Huisgezinnen" en „Zielen" in: maar de eerst opgegeven verdeëling is de echt Amerikaansche.

Zonder overdrijving mag men intusschen zeggen, dat bij deze 20 millioen, die kerkelijk ingedeeld zijn, nog 10 millioen losse kerkgangers komen, en dat alzoo de helft der bevolking kerkt. Een resultaat dat stellig niet ongunstig kan heeten. Aftrek van kleine kinderen, ouden van dagen en kranken, en wie thuis moeten blijven om hen te verzorgen, dwingt toch tot aftrek van minstens één vierde der bevolking, terwijl een zeer groot aantal van oudere kinderen wel niet kerkt, maar toch op de Zondagsschool komt.

Te Amsterdam gaat van de Protestantsche bevolking niet meer dan één klein vierde geregeld op; in Amerika, door elkaar genomen, ruiin óo pCt., zoodat er onder dat gezichtspunt over Amerika metterdaad niet te klagen valt.

Dit is niet overdreven.

De 142.521 kerken in Amerika bevatten saam 43.564.863 zitplaatsen, of na aftrek van de 2.450, 858 in dubbel gebruik 41.114.005, volgens de telling van 1890 (zie Abstract of the Eleventh Census Washington 1893 p. 258). De gezamenlijke gebouwen zijn ruim 1600 millioen waard.

Maar wel valt te klagen, dat men op die wijs heel het besef van wat de kerk zijn moet vervalscht.

Vooreerst toch heeft men een onderscheiding ingevoerd tusschen de corporation en de eigenlijke church, die zich niet rechtvaardigen laat. Ook zij, die nog niet tot het heilig Avondmaal zijn toegelaten, behooren wel terdege tot de kerk. Of zoo ze hier niet toe behooren, dan mogen ze ook ^^^Ti leden van de „corporation" zijn. Heel deze onderscheiding is in den grond Baptistisch, miskent het Genadeverbond, ziet de beteekenis van den Kinderdoop voorbij, rukt de kerk los uit haar historisch verband, en. doet de kerk telkens opnieuw opkomen uit individueel zich aanmeldende leden.

Het is metterdaad een in den grond verkeerde opvatting van den Doop, die hier geleid heeft tot een principieel verkeerde opvatting van de Kerk, en het kan dan ook niet verwonderen, dat het Baptisme in de Vereenigde Staten tweemaal zoo sterk staat als alle Presbyterianen en Gereformeerden saam.

Zooverre is dan ook de belijdenis van het Verbond uit het oog verloren, dat anders kerkelijke mannen, zooals b.v. Prof. Dr. Strong, te Rochester New-York, nog leukweg in een geleerd werk (want dat is zijn Dogmatiek) schrijven kon, dat het Verbond en heel de Verbondsleer een uitvindsel is van Coccejus, en eerst uit hem opkwam.

Gelukkig hebben onze emigranten uit Nederland desaangaande reeds helderdere en betere begrippen verspreid, en met name Prof. Dr. Vos van Princeton heeft door zijn ook onder ons bekend Tractaat over het Verbond, veel dwaling afgesneden.

Maar al aarzelen we geen oogenblik deze schaduwzijde van het kerkelijk leven in Amerika naar verdienste te castigeeren, zóó zelfs, dat we er nog op terug moeten komen, hier staat tegenover, dat de Joodsche suurdeesem van de volkskerk, met al den valschen schijn van volstrekt ongeloovigen, die als leden van Christus' kerk te boek staan, in Amerika radicaal overwonnen is.

Emerson, Amerika's diepzinnige denker, gaf hier in eigen voorbeeld het bewijs van, toen hij, zijn geloof verliezende, ook ophield den schijn aan te houden. Zelfs de Unitariërs, die het verst afdoolden, zijn nog volstrekt geen onverschilligen of atheïsten. En die niet zoo kleine schare van spotters, volstrekt onverschilligen en godloochenaars, die hier te lande nog trouw bij de Ned. Hervormde kerk blijft huizen, bezit in Amerika althans de oprechtheid, om buiten alle kerkelijk verband te blijven staan. Zelfs mag gezegd, dat ze in Amerika van geen kerk meer lid kunnen blijven. Het persoonlijk contact tusschen het kerkelijk bestuur en de enkele personen is daartoe te groot. Hun tegen-Christelijke zin zou uitkomen, en men zou ze niet langer dulden.

De oud-Joodsche geest, die Europa nog vergiftigt, door te willen, dat alle inwoners van een land, de spotters, onverschilligen en godloochenaars incluis, tot dit of dat kerkgenootschap zullen behooren en kerkelijk zullen zijn ingedeeld, is er in Amerika uit.

Men verstaat er de waarheid, dat de kerk onder de bedeeling des Nieuwen Verbonds, niet meer als onder het Jodendom een volkskerk is, maar een wereldkerk is geworden, en alzoo niet meer „alle landgenooten", maar alleen „hen, die in Christus geheiligd zijn", kan bevatten.

In Europa vergoelijkt men dit dan door te zeggen, dat men op die manier altoos nog invloed op zulke harden van hart kan uitoefenen ; maar in Amerika begrijpt men, dat men iemand niet in het Koninkrijk opneemt om hem te bewerken, maar hem bewerken moet om hem in het Koninkrijk in te brengen, en dat bij dezulken niet het leugenachtige lidmaatschap van een kerk, maar de „innere mission" het gewenschte doel moet bereiken.

Terwijl dan ook te Amsterdam b.v. tienduizenden van die dusgenaamde leden der kerk in den wilde leven, en straks-in den blinde wegsterven, staan dezulken in Amerika wel buiten de kerk, maar worden door de „innere mission, " of dusgenaamde „hom-mission" opgezocht. En let men er nu op, dat het pauperisme, gelijk wij dit in Europa nog steeds te betreuren hebben, in Amerika eenvoudig niet bestaat, doordat er werklieden zijn die er ƒ 10 per dag d. i. ƒ 3000 'sjaars verdienen, onderwijl het vleesch en het brood er goedkooper is dan hier, dan zal men tevens gevoelen, hoeveel minder de bezwaren zijn, waarmee die „home-mission" te worstelen heeft, vergeleken bij ons dusgenaamd „huisbezoek" in achterbuurten, uitgaande van een zich noe­ mende Volkskerk, die tot zelfs de helft van het volk niet eens nominaal op haar boeken heeft.

Ook hier blijkt dus geheel hetzelfde wat we bij andere eigenaardigheden van het kerkelijk leven in Amerika opmerkten.

De kerkformatie, gelijk ze in elkaar zit, deugt stellig niet, gaat uit van een verkeerd beginsel, en vervalscht de belijdenis van Doop, Verbond en Kerk. Maar niettegenstaande dit gebrek in de formeerende drijfkracht, heeft de kerk van Christus toch ook uit dit kwaad iets goeds doen voortkomen. In theorie door het uitdrijven van den Joodschen zuurdeesem, en practisch door het uitbannen van een onwaren schijn, en door een veel beter bewerken van de massa's.

Men kan dan ook veilig zeggen, dat deze zonderlinge kerkformatie opkwam uit reactie tegen de tegenovergestelde formatiefout, die in Europa was ingeslopen.

In Europa had men de oude dwaling van het Jodendom weer opgenomen, en, met beroep op het Oude Testament, oud Joodsche vormen nabootsend, alle tegenstelling tusschen het Koninkrijk van God en het Koninkrijk der wereld opgegeven. Kerken Burgerstaat waren één geworden. Kerkelijke bevolking en Landsbevolking golden voor één hetzelfde. Er was geen onderscheid.

En toen nu de ellendige gevolgen van dezen Joodschen zuurdeesem, waartegen de heilige apostel met zulk een mannenmoed gestreden had, al meer voor aller oog uitkwam, heeft men in de nieuwe wereld, zeker op te eenzijdige wijze, maar dan toch met energie en moed, zich tegen dit booze kwaad gekant, en is deswege, door te sterk over te hellen, vervallen in het tegenovergestelde euvel.

Terecht liet men de Volkskerk los, en deed weer scherp de tegenstelling tusschen Christendom en wereld uitkomen, alleen maar men zag voorbij, dat niet alleen de wereld, maar ook de kerk van Christus op haar beurt, een organischen saamhang bezit.

Zoo liet men aan de Burgermaatschappij al de kracht van het organisch leven. Daar was het ééne land, het saamhoorende volk, en de ééne regeering, maar op Christelijk erf had men niets dan losse individuen, die deden wat goed was in hun oogen.

En zoo werd het niet: het Koninkrijk Gods tegenover het Koninkrijk der wereld, maar enkel persoonlijke geloovigen, die zonder het verband van de geslachten, zonder Verbond, zonder Koning, en zonder Organisatie, tegen de machtige Burgermaatschappij overstonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Het rijke leven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1899

De Heraut | 4 Pagina's