Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ineengroeiïng.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ineengroeiïng.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Onze geïnstitueerde kerken hebben niet gekozen voor „ambtelijke Theologie." Ze hebben er tegen gekozen. Zoowel de erkenning van de „vrije studie, " als de regeling van sommige verhoudingen ten opzichte der Vrije Universiteit, bewijzen dit.

Wie zegt: „ambtelijke Theologie", sluit daarmee alle 7? ? ^/-ambtelijke Theologie kortweg uit. Wat uit het ambt vloeit, kan nooit anders dan door het „ambt" tot stand komen.

De zaak ligt dus zoo, dat, genomen de tegenstelling: ambtelijk of particulier initiatief.' beide, zoowel de Vrije Universiteit als de School te Kampen, onder het particulier initiatief vallen.

Wel toch gaat het particulier initiatief wat de School te Kampen betreft van de institutaire kerken uit, maar al wat de institutaire kerken niet door het ambt doen, doen ze op geheel gelijken voet met wat vereenigingen of enkele per.sonen doen. Altoos behoudens één onderscheid, waarover nader.

Een geïnstitueerde kerk kan een gymnasium oprichten en onderhouden. Niet amb­ telijk. Maar met precies hetzelfde recht waarmee ieder ander het kan doen. Wat een ieder doen mag, mag ook het kerkelijk instituut doen.

Zoo kan de geïnstitueerde kerk er een apotheek op nahouden, gelijk dit te Amsterdam lang het geval v/as. Ze kan een eigen bakkerij hebben. Ze kan een bouwhoeve exploitecren, om de weesjongens op te voeden. Ze kan een bibiotheek aanleggen. Ze kan een zendingsschip charteren. Ze kan huizen en winkels op haar erf bouwen en verhuren. Ze kan een eigen drukkerij hebben. Ze kan architecten en bouwheeren aanstellen. Ze kan een assurantie organiseeren onder haar kden. Ze kan een coöperatie oprichten. Kortom, er is schier niets uit tedenken, dat geïnstitueerde kerken niet gedaan hebben, of nog doen, of doen kunnen.

Zoo nu kan de geïnstitueerde kerk ook een Universiteit stichten, ze kan een Faculteit tot stand brengen, ze kan een Seminarie in het leven roepen. En, dat volstrekt niet alleen voor de Theologen, maar voor elke wetenschap, en voor alle wetenschappen.

Andere vereenigingen kunnen dat alles ook doen. Particulieren evenzoo. Maar op zichzelf belet niets dat de geïnstitueerde kerk er mede de hand aan sla. Maar wat ze van dien aard ook doe, ze doet het en kan het alleen doen op denzelfden rechtsgrond waarop ook anderen het doen.

Zelfs al hangt een of ander tot op zekere hoogte met het ambt saam, zoo het niet door en krachtens het ambt, en dat exclusive, behoort gedaan te worden, staat de geïnstitueerde kerk ten deze volkomen met het particulier initiatief op één lijn.

Een voorbeeld make dit duidelijk.

Een groote diaconie kan er voordeel in zien, er zelve een apotheek op na te houden, of ook een bakkerij. Dit kan, en kwam zoo voor. Deels bestaat het nog. Nu hangt zoowel die apotheek als die bakkerij met het diaconale ambt saam. Beide worden er op nagehouden, niet om winst te bejagen, maar om de armen te beter te heipen. Maar niettegenstaande er alzoo hier metterdaad zekere satnenhang bestaat tusschen het diaconale ambt en die apotheek of bakkerij, staat de kerk, die ze er op nahoudt, ten aanzien van die apotheek en van die bakkerij, nochtans geheel op één" lijn en op één voet met ieder particulier apotheker of privaat bakker. Recepten klaarmaken en brood bakken toch komt in geen enkel moment oorzakelijk uit het ambt op.

Evenzoo is het, als een kerk een kerkgebouw laat zetten. Dan neemt ze een architect, een aannemer, opzichters enz. in dienst. Ze heeft het zeggenschap over plan en bestek. Zij, de kerk, besteedt uit, en schrijft tot op zekere hoogte aan den architect voor wat hij te doen heeft. Doch ook dat kan een particulier doen. Meer dan één particulier heeft dan ook op eigen kosten een kerkgebouw gezet. En al bestaat ook hier tot op zekere hoogte seker veriuijderd verband tusschen het ambt van den liturg en den bouw, toch ziet ieder terstond, dat niet het ambt bouwt, maar dat de geïnstitueerde kerk, evenals elke andere vereeniging, van de voorhanden bouwkunde en bouwmiddelen gebruik maakt.

Nu nog bezitten onze geïnstitueerde kerken een gymnasium, maar het onderwijs in de wiskunde, in het Fransch enz. dat daar gegeven wordt, vloeit in niets oorzakelijk voort uit het ambt van predikant, ouderling of diaken. De geïnstitueerde kerk benoemt voor dit onderwijs docenten, evenals iedere andere particuliere vereeniging. De regels voor het onderwijs vloeien niet uit het ambt, maar uit de paedagogie. Al bestaat dan ook hier zekere verwijderde samenhang met het arnbt, b.v. dat men ook Hebreeuwsch doceert, en door Grieksch en Latijn, de patristische taal tot haar recht laat komen, toch doet dit niets af of toe aan het feit, dat de geïnstitueerde kerk, die een gymnasium sticht, dit doet met gelijk recht als ieder ander, maar dan ook staat op het particulier initiatief.

Al kan een geïnstitueerde kerk ook al deze «zV^-ambtelijke dingen doen, ze behoeft ze daarom niet te doen. De Hernhutters houden er in Duitschland zelfs bierbrouwerijen en bierhuizen en „Weinstübchen" op na om geld te maken, maar niemand zou dit aan onze kerken willen aanbevelen. In den regel zelfs zal een geïnstitueerde kerk veiligst gaan, als ze niets doet wat ze niet behoeft te doen, en wat anderen even goed doen kunnen als zij. Haar kracht ligt in concentratie. As.surantie, coöperatie, verhuren van huizen enz. dreigen haar altoos te materialiseeren. Maar het feit valt niet te betwisten, dat niemand aan een kerk beletten kan te doen datgene wat elke vereeniging mag er. kan doen, mits maar wel verstaan zij, dat ze het dan niet qua kerk doet, maar altoos naar den regel van het particulier initiatief.

Dit moest eenigszins nader toegelicht, omdat juist op dit punt nog zooveel misverstand heerscht.

Een geïnstitueerde kerk kan drieërlei dingen doen: i'*. Dingen die door het ambt, en door het ambt alleen kunnen geschieden, d. w. z. de dienst des Woords en der Sacramenten, de dienst der Tucht, en de dienst der Diaconale Barmhartigheid. 20. Dingen die niet door het ambt gedaan worden, maar die toch met het ambt in zeker verband staan, b.v. een kerkgebouw zetten, een weeshuis bouwen, een apotheek oprichten enz. En 3°. Dingen die niets met het ambt uitstaande hebben, zoo b.v. een bierbrouwerij, een fabriek, een assurantie, een coöperatie enz. in het leven roepen.

De eerste dezer drie categorieën nu omvat datgene wat alleen de gertLstitueerde kerk mag doen, en waar ieder particulier van af heeft te blijven. De tweede categorie omvat wat ieder particulier, en zoo ook zij mag doen, maar waarbij met de nooden en behoeften van de geïnstitueerde kerk ook door elk particulier rekening is

te houden. En de derde categorie omvat al datgene, wat uitsluitend bij het particulier initiatief hoort, en waarbij op niets kerkelijks is te letten.

Nu behoort het stichten van een Universiteit, van een Faculteit, van een Seminarie, zoodra wc op Christelijk erf staan, tot de Piveede categorie.

Noch de Universiteit, noch de Faculteit, noch het Seminarie werkt ambtelijk, in den zin van het kerkelijk ambt. Maar wel bestaat er tusschen het onderwijs dat gegeven wordt aan de Universiteit, de Faculteit en op het Seminarie zeker verband met het ambt. Het sterkst voor de Theologische Faculteit, maar toch in den wortel der zaak voor alle Faculteiten. Dit kan eerst later worden toegelicht, doch wordt hier voorshands toch reeds geconstateerd.

Sticht nu de geïnstitueerde kerk zelve een Universiteit, Faculteit of Seminarie, dan zorgt ze uit eigen hoofde, dat dat zekere verband met het ambt tot zijn recht kome. Daarentegen, neemt ze niet zelve het initiatief, dan legt ze dit verband voor zooveel noodig contractueel.

Maar hetzij ze het ée'n, hetzij ze het ander doet, noch de Universiteit, noch de Faculteit, noch het Seminarie komt uit het ambt op, en heeft alzoo zijn wortel niet in de geïnstitueerde kerk, maar in de kerk als organisme.

Natuurlijk redeneercn we hier niet met hen, die een ambtelijke Theologie verdedigen, ook al verstaan wc zeer wel, dat er altoos enkelen zijn, die hier op aandringen. We plaatsen ons voor ditmaal in ons vertoog op het standpunt dat officieel door onze kerken is ingenomen, en op dit standpunt is de Theologie ? «V/-ambtelijk.

Maar dan staat ook vast, dat zoowel de m Vrije Universiteit met haar Theologische d Faculteit, als de School van Kampen, haar d wetenschappelijk leven, niet uit de kerk als d instituut, maar uit de kerk als organisme trekken en afleiden. Dat beide in organi-b schen zin kerkelijk zijn. En dat waar de t Theologische School van Kampen van de l K geïnstitueerde kerken uitgaat, dit alleen g plaats grijpt krachtens het recht dat óók b de geïnstitueerde kerk heeft, om het par­ w ticulier initiatief zelve uit te oefenen.

Van de „opleiding" spreken wc nu nog niet. „Opleiding" is aanwending van wetenschap. Maar de wetenschap zelve, die zal aangewend worden, en met haar de wetenschap der Theologie, die één geheel met haar vormt, is een vrucht die groeit op den akker van het organisme der kerk, niet op den akker van de kerk als instituut.

Het niet-Christelijk erf laten wc daarbij buiten beschouwing. Dij zou ons op een geheel ander onderwerp brengen. Hier moet voet bij stuk gehouden. En heel deze quaestie der ineengroeimg is opgekomen onder mannen, die beiderzijds beslist en vierkant op het Christelijk erf staan, en dus ook aan de Wetenschap, d. i. aan alle wetenschap, den eisch stellen, dat ze sta op den bodem van Gods Woord, en zulks l nader naar die alleen ware opvatting van Gods Woord, die haar beste uitdrukking vindt in de Gereformeerde beginselen.

We verlaten dus geen oogenblik het kerkelijk terrein, maar trekken ons evenmin terug binnen dat kleine deel van het kerkelijk terrein, dat binnen de palissaden van het instituut hgt.

We hebben alzoo twee grenzen.

Rechts de grenzen aangeduid door de palissaden van het instituut. Links de grens die loopt, waar objectief de autoriteit van het Woord en subjectief de werking der verlichting, die vrucht van wedergeboorte is, eindigt.

De kerk als organisme, in dien zin, omvat de volheid van ons menschclij kleven, en leidt dat leven voor zoover het met den Christelijken doop gedoopt is.

Eén der uitingen nu van dat leven, en wel d van het bewustzijnsleven, is de wetenschap, die door Christus niet ambtelijk georgani­ d seerd is, maar die onder de organische heer­ v schappij van den Heiligen Geest staat.

Zij het nu al, dat men aan de Theologie zeker eigenaardig karakter toekent, toch kan het organisch verband tusschen de Wetenschap en de Theologie niet geloochend worden, of de Theologie houdt op wetenschap te zijn.

Dit is ons dan ook betwist, wel te verstaan door de ongeloovigen. In onze kerken daarentegen is dusver niemand opgetreden, die de verdediging op zich nam van de stelling, dat de Theologie geen wetenschap is.

g Voorshands gaan wc daarom op dit geschilpunt niet in, maar spreken uitgaande van de onderstelling, dat de Theologie geëerd wordt als een wetenschap; diensvolgens met de wetenschap in organisch verband staat; en alzoo opkomt niet uit de Kerk als instituut, maar uit de Kerk als ormnisme.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Ineengroeiïng.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1899

De Heraut | 4 Pagina's