Generale Synode

VAN DE fiereformeerde Eerken in Nederland.

Dinsdag 29 Augustus 1899.

Morgenzitting.

Verschillende primi zijn door secundi vervangen. O. a. zijn in plaats van Dr. H. H. Kuyper en Ds. Rudolph aanwezig Ds. Kruiswijk en Ds. Van der Munnik.

Voortgezet werd de discussie over de losmaking van predikanten van hare kerken. Hieraan nemen deel Prof. Wielinga, Ds. v. d. Velden, Dr. Wagenaar, Ds. Breukelaar, Ds. Noordewier, Prof. Lindeboom en Dr. v. Goor. Prof. Wielinga stelt voor, dat algeheele losmaking in de toekomst onmogelijk zal zijn, maar dat er, totdat een nieuw beroep ontvangen is, altijd eenige band moet blijven tusschen kerk en dienaar. Ds. V. d. Velden stelt voor: aangezien Drenthe geen concrete gevallen heeft genoemd, neme de Synode in dezen geen besluit. Het voorstel van Ds. v. d. Velden en dat der Commissie van Prseadvies worden verworpen en dat van Prof. Wielinga aangenomen.

Ds. v. d. Velden rapporteert namens de Commissie van Prseadvies over wat raakt de regeling van de verzorging van emer. predikanten en hunne weduwen en weezen. Zij ontraadt ernstig de aanneming van de voorstellen door de dassen 's-Gravenhage en Gouda ingezonden, terwijl zij adviseert bij de te Middelburg (1896) aangenomen regeling te blijven. Met alle stemmen wordt dit voorstel aangenomen.

Middagzitting.

Ds. Langhout en Ds. v. Schelven rapporteeren over enkele vragen, met betrekking tot de uitvoering van Art. 13 der Kerkenordening ingezonden. De door hen voorgestelde conclusies worden aanvaard.

Ds. Langhout deelt namens de Commissie van Prseadvies 't volgende meê aangaande 't Rapport van Generale Deputaten der Alge meene Kas voor Emer.-Pred. enz. Deputaten hebben zich met veel arbeid belast gezien. Langzamerhand was de zaak in het goede spoor gekomen, zoodat nu de goede uitvoering van het besluit der Synode van Middelburg ewaarborgd schijnt. Thans vragen nog slechts rie provincie's hulp uit de generale kas n.l. verijssel, Drenthe en Gelderland. De commisie stelt voor: de rekening en verantwoording an de broeders goed te keuren en hen te echargeeren; aan deputaten hartelijken dank e betuigen voor hunne vele bemoeiingen; n vereenkomstig den wensch van deputaten te c esluiten dat voortaan aan slechts 3 deputaten a t beheer van deze kas zal worden toevertrouwd. e Synode neemt deze conclusie aan, met dien erstande dat aan deputaten der algemeene kas m ene instructie zal worden verstrekt, waarin o. a. oorkomt: dat zij elke aanvrage om hulp uit e generale kas zullen beoordeelen en wanneer zij hun te hoog voorkomt in correspondentie et de betrokken provincie zullen treden. Leidt eze correspondentie niet tot een goed einde, dan brengen deputaten de zaak op de volgende enerale Synode.

Namens de Commissie van Preadvies rapporteert Prof. Lindeboom over punt F. van de agenda „Diaconaat." Drie zaken zijn aan de orde: i. de Synode geve eene nadere principieele uiteenzetting van de bediening en bevoegdheid van het diakenambt; 2. de Synode spreke zich uit over 't al of niet wenschelijke van „classicale diaconieën; " 3. de Synode doe door deputaten uitgeven een tractaat over 't diakenambt. Met alle waardeering van het in conferentie's besprokene en in de bladen ter sprake gebrachte wordt voorgesteld, aan den wensch onder punt I genoemd niet te voldoen, aangezien 't niet op den weg eener Synode ligt dergelijke uitspraken van algemeenen aard te doen en bovendien moet worden gewacht tot dat bepaalde voorstellen tot wijziging van de Kerkenordening worden ingediend; tot het organiseeren van „classicale diaconieën" niet over te gaan, daar het niet in overeenstemming met onze Kerkenordening is; geen deputaten te benoemen met den last een tractaat over 't diakenambt uit te geven, wijl 't zeer bezwaarlijk is, dat enkele deskundigen saam"~ zulk een tractaat uitgegeven en bovendien reeds vele broeders zich geroepen gevoelen, studie over 't diakenambt te maken. De Synode neemt dit voorstel aan.

Dr. Hania rapporteert namens de Commissie van Prseadvies over enkele protesten. Insgelijks Ds. De Geus. Zoo ook Prof. Wielenga. De Synode vereenigt zich met de door deze broeders voorgestelde conclusie's.

De broeders Ds. Van Andel van Gorinchem, Prof. Wielenga en oudl. Mulder worden benoemd om eene in een kerk gerezen moeilijkheid zoo mogelijk toe een goed einde te brengen.

Prof. Beuker neemt op hartelijke wijze afscheid van de Synode, welk afscheidswoord door den Praeses welsprekend wordt beantwoord.

De prseses deelt nog mede dat de hoogleeraren Biesterveld en Geesink berichtten, dat hunne Hooggel. verhinderd zijn de Synode verder bij te wonen en dat Ds. Van Haringen van Katendrecht als adviseerend Ud der Synode verschenen is.

Op verzoek worden nog meegedeeld de vastgestelde overgangsbepalingen in zake „de Zending":

1. Deputaten voor Soemba worden voorloopig gecontinueerd totdat deze Zending door ééne of meer kerken wordt overgenomen;

2. De zorg voor Midden-Java ten noorden wordt opgedragen aan de kerk, die Banjoemas tot arbeidsveld verkrijgt, doch deze die zorg op te dragen als gedeputeerd door de Generale Synode.

3. Deputaten voor de hulpdiensten worden gecontinueerd totdat deze onder de leiding en het toezicht der daartoe aangewezen kerken overgaan;

4. Deputaten Synodi voor de Zending zullen zitting behouden, ook wanneer zij in dienst der kerken naar eene andere provincie overgaan, Eventueele vacaturen worden vervuld door de Synode der provincie, waar de deputaat tijdens zijne benoeming gevestigd is.

5. De opbrengst van de beide organen {Mostaardzaad en Heidenbode) wordt in de algemeene kas voor de Zending gestort. In die kas komt bovendien elke collecte, gift enz. ten behoeve der Zending verzameld in kerken, die, 't zij alleen 't zij in samenwerking met andere kerken, nog tot geene eigene Zending kwamen. Van alle ontvangsten ten behoeve der Zending in kerken, die reeds, 't zij alleen 't zij in vereeni ging met andere kerken tot eigen Zending kwamen, wordt jaarlijks 10 pCt. in de algemeene kas gestort.

6. Deputaten Synodi voor de Zending worden gemachtigd tot het doen van alle uitgaven, voortvloeiende uit besluiten, genomen door deze Generale Synode of uit nog van kracht zijnde besluiten van vroegere Generale Synoden. Zij worden tevens gemachtigd om te voldoen de kosten van overtocht en uitrusting van dienaren des Woords voor die kerken, welke aantoonen de gewone kosten voor den missionairen dienst, als daar zijn predikantstractementen, helpers, onderwijzers, gebouwen enz. hetzij alleen hetzij in samenwerking met andere kerken, geheel te kunnen voldoen.

7. Tot quaestores missionis worden benoemd de heeren B. de Moen te Doesburg, L. G. Weisz en F. D. J. Theijse, te Amsterdam.

8. In eene eventueele vacature als quaestor wordt door deputaten Synodi voorzien.

Woensdag 30 Augustus 1899.

Morgenzitting.

Ds. Kouwenhoven, Prof. Wielenga, Ds. De Geus, Ds. Bos en Prof. Noordtzij brengen namens de Commissie van Praeadvies rapport uit over enkele verzoeken en bezwaarschriften tot de Synode gericht. De Synode vereenigt zich met de door deze broeders voorgestelde conclusies.

Het voorstel van de classe Utrecht met betrekking tot de algemeene kas voor hulpbehoevende kerken, wordt eenigszins gewijzigd aangeomen, zoodat voortaan slechts jaarlijks van ééne ollecte voor hulpbehoevende kerken 1/2 moet fgedragen aan de algemeene kas voor hulpbehoevende kerken.

oevende kerken. De praeses verzoekt Br. Brugsma, penningeester van de generale kas voor emer. pred. enz., er vergadering aanwezig, als adviseerend lid laats te nemen.

Middagzitting,

De nog niet behandelde bezwaarschriften worden besproken.

Prof. Noordtzij, Dr. Hania en oudl. De Boer orden aangewezen om eene in eene kerk gere­ zen moeilijkheid onder den zegen des Heeren ten einde te brengen.

Het voorstel van de afgevaardigden van Overijsel, luidende: „De Generale Synode spreke uit, dat ingeval een predikant die vroeger bij eene Geref. kerk diende, daarna den band met de Geref. kerken verbrak, doch later wederom bij eene der Geref. kerken in dienst wil treden, de daarbij betrokken classe het advies inwinne van de deputaten naar art. 49 der K.O." wordt, nadat het door Dr. Hania is toegelicht, met alle stemmen aangenomen.

Aan de overgangsbepalingen in zake de Zending wordt op voorstel van Dr. Van Goor nog toegevoegd:

Deputaten voor de Zending worden gemachtigd met eene der kerken in Nederland in overleg te treden om een dienaar des Woords te leenen ten behoeve van de kerk te Soerabaja, totdat die kerk tot de beroeping van een eigen dienaar des Woords kan overgaan.

Het request aan te bieden aan Hare Majesteit de Koningin in zake de wederinvoering van de dcodstraf wordt door Prof. Wielenga gelezen en met dank door de Synode geapprobeerd. Het request met betrekking tot de roepende zonden zal nader worden vastgesteld en dan door den praeses en assessor dezer Synode en Prof. Noordtzij aan Hare Majesteit de Koningin worden aangeboden.

Ouderling Heijman deelt namens de financieele commissie mede, dat de overgelegde balansen alle in orde zijn bevonden. Hetzelfde rapporteert Ds. Kouwenhoven van enkele andere overgelegde balansen.

Enkele voorstellen door Ds. Van Schelven ingediend worden aangenomen.

Avondzitting.

De Synode vergadert in comitégeneraal van

7 tot 8 ure. Nadat de publieke zitting geopend is, benoemt de Synode tot deputaten: Voor de Zending onder de Joden, Ds. Van Andel van Gorinchem, Ds. Gezelle Meerburg en Ds. Kropveld;

voor de correspondentie met de Hooge Overheid : Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, Prof. Noordtzij en Ds. J. H. Donner;

voor het verband van de kerken met de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit: Ds. Van Andel van Gorinchem, Ds. Klaarhamer en Dr. Wagenaar;

voor de correspondentie met de buitenlandsche kerken: Prof. Lindeboom. Ds. Van der Linden, Ds. Lion Cachet, Ds. B. van Schelven, Br. Schippers en Prof. Wielenga;

voor de correspondentie met niet aangesloten kerken: de Synodale kerken; tot de bewaring van het archief: de kerk van Amsterdam;

voor het gravamen tegen een zinsnede in art. 36 Prof. Bavinck, Ds. Bos, Prof. Fabius, Mr. Heemskerk, Prof. A. Kuyper, Ds. Littooy, oudl. F. Tromp en oudl. J. M. de Jonge;

voor advies in zake de vraagstukken ontstaan over de huwelijksverhoudingen te Soemba: Ds. Dijkstra van Smilde, Prof. Rutgers en Ds. Van Andel van Gorinchem;

voor de generale kas ten behoeve van emer, pred.: Ds. Goedbloed, oudl. Brink en oudl. Brugsma;

Voor het geval van het ontstaan eener vacature in het personeel van höogleeraren aan de Theol. School, worden, op voordracht van de afgevaardigden der provinciën, door de Synode tot deputaten aangewezen:

voor de kerken van Groningen: Ds. Scholten, primus en Ds. Geerds, secundus;

voor de kerken van Friesland: Ds. Kruiswijk primus en Ds. Joure als secundus;

voor de kerken van Drenthe: Ds. Kuiper, primus en Ds. De Bruin, secundus;

voor de kerken van Overijsel: Ds. Hessels, primus en Ds. Westerbeek van Eerten, secundus; voor de kerken van Gelderland: Ds. Notten van Velp primus en Ds. J. v, d, Zande als secundus;

voor de kerken van Noord-Holland: Ds. B. van Schelven van Amsterdam, primus en Ds. Breukelaar van Halfweg, secundus;

voor de kerken van Zuid Holland: Ds. v. d. Munnik, primus en Ds. Js. van der Linden, secundus;

voor de kerken van Utrecht: Dr. Honig, primus en Ds. Barger, secundus;

voor de kerken van Noord-Brabant en Limburg: Ds. V. d. Velden, primus en Ds. Mulder van 's-Hertogenbosch. secundus;

voor de kerken van Zeeland: Ds. Van der Veen van Goes en Ds. Hulsebos van Vlissingen.

Wordt besloten, dat de Gereformeerde kerk van Arnhem (A en B) de volgende generale Syode zal samenroepen.

Eene voorkomende vacature onder de deputaten door deze generale Synode aangewezen, te oen aanvullen door de classes, waaronder zulk ene vacature mocht ontstaan.

Het moderamen zal uitvoeren elke zaak, waaroor geen deputaten zijn benoemd. Ook wordt et belast met de vaststelling der notulen en de itgave der acta.

Tot deputaten om hulp te bieden aan oefeaars en catechiseermeesters, die door de reforatie van 1896 in financieele zorgen gekomen ijn: Prof. Rutgers, Ds. Veelo en Br. Grosheide.

Voorloopig gecontinueerd als deputaten:

Voor de Zending op Soemba: Ds. Bos, Ds. Doner van Amersfoort en Ds. Dijkstra van Smildej;

voor de Zending op midden-Ja va ten noorden: s. J. van Haeringen van Katendrecht, Ds. F. ion Cachet en Ds. P. A. E. Sillevis Smitt;

Voor de Zending op midden-Ja va ten zuiden: e kerk van Utrecht; voor den medischen dienst s. De Gaay Fortman, Br. W. Hovy en Br, P, de riesj

voor de Keucheniusscliool: Ds. W. H. Gispen, Prof. J. Woltjer en Br. H. Bijleveld;

voor de kerken van Batavia en Soerabaja: Prof. D. P. D. Fabius, S. baron van Heemstra en Prof. A. Kuyper.

Prof. Noordtzij stelt voor, dat morgen het mbderamen dezer Synode een telegram van gelukvifensching zal richten aan Hare Majesteit de Koningin. Dit voorstel wordt met warme instemming begroet.

Hierna laat de praeses zingen psalm 90 : 9.

Vervolgens spreekt Z.W.E. een ernstig en veelbeteekenend afscheidswoord, 'twelk waardig en schoon door den assessor wordt beantwoord.

De hoogleeraar Noordtzij dankt de Synode uit naam van de hoogleeraren der Theol. faculteit van de Vrije Universiteit en van de Theologische School voor de welwillendheid, waarmede zij de uitgebrachte adviezen ontving. Alsnu wordt gezongen Ps. 150 : I en 3, waarop de praeses in een hartverhefifend smeekgebed de vergadering voorging. Daarna werd deze laatste zitting door den praeses gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen