Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gestichtsverpleging of gezinsverpleging voor zenuwlijders?

III. (Slot.)

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

Het doel zijner verpleging is, om, na door weldadige rust en gepaste geneeskundige behandeling tot herstelling te zijn gekomen, zijne vroegere plaats in de maatschappij weer in te nemen. Dat terugkeeren in den ouden kring mag hem geen nieuwe schok wezen. Daarom zal het veel doeltreffender zijn, hem, zooveel dat kan, en zijn toestand zulks toelaat, in den gewonen trein van het maatschappelijke leven te houden. En daartoe leent een gewoon gezin zich oneindig beter dan een gesticht. De werkzaamheden van het hoofd des gezins, waaraan de leden" des gezins óf medewerken óf belang stellend deelnemen; de bemoeienissen van de moeder des huizes in het bestuur der huishouding of de leiding der kinderen; de dagelijksche omgang en aanraking met andere familiekringen, zijn allerlei aanleidingen voor den opgenomen patient, om met de maatschappij in aanraking te blijven, en bieden keur van afleidingen, waaraan hij zoo groote behoefte heeft. Vooral moet de gelegenheid, om aan den dagelijkschen arbeid mede deel te kunnen nemen, niet gering geacht worden. Dat heeft zelfs groote waarde. Zoo ook het deelnemen aan het intieme gezinsleven; het belangstellen in wat dien kring wedervaart; het mede bedroefd of verblijd zijn in de verschillende wederwaardigheden van het gezin. .Zoodra dat bij den patient zich openbaart, is reeds eene be langrijke schrede op den weg der herstelling gedaan.

Het zoo noodzakelijke medeleven in elkanders belangen, het inleven in elkanders. toestand kan daar uit den aard der zaak niet zoo bezielend plaats hebben. Daartoe is het gezelschap veel te groot; veelmeer ziet men dan ook, dat in gestichten ieder meer op zich zelven leeft. Op sommige gelukkige uitzonderingen na, meent ieder patient voor zich zelven er het slechtste aan toe te zijn, de meeste belangstelling te verdienen. In dien ziekeijken toestand komt het egoïsme vaak vrij sterk uit, en de liefderijkste, onpartijdigste verpleger kan dat niet uit den weg ruimen; heeft vaak heel wat beleid en wijsheid noodig, om die kleine en toch zoo schadelijk werkende jaloesieën te voorkomen.

Daarenboven, dat op zich zelve leven, dat bijna uitsluitend bezig zijn met eigen persoon en kwalen, staat de herstelling niet weinig in den weg en geeft maar al te droeve aanleiding tot schadelijke hallucinatiën.

Terwijl ten slotte de opmerking niet weerhouden mag worden, dat de omgang, hoofdzakelijk met mede patiënten, allesbehalve opwekkend is, en den levenstoon uiteraard gedrukt moet maken.

De voor-en nadeelen der beide verplegingen dus tegenover elkander in de weegschaal leggende, is het o. i. niet twijfelachtig, dat gezinsverpleging verre de voorkeur verdient. Ook al erkennen wij gaarne, dat in gewone gezinnen veel gemist moet worden, wat in gestichten ruimschoots te vinden is. Allereerst de geneeskundige hulp. Niet alle doctoren zijn specialiteiten voor de behandeling van zenuwlijders. In een daarvoor bestemde inrichting zal het de eerste zorg zijn, mannen van groote bekwaamheid en ervaring op dat gebied aan 't gesticht te verbinden. In gewone gezinnen kan men aan zulk eene uitnemende hulp wel eens gebrek moeten lijden. Maar daar staat ook weer tegenover, dat de uitnemendste geneeskundige behandeling zeer gebrekkig haar doel bereikt, als de omstandigheden, waarin de patient verkeert, niet medewerken om de herstelling te bevorderen. Strijden die met de behandeling des dokters, dan gaan allicht de vruchten daarvan verloren. Ook wagen wij de stelling uit te spreken, dat eene doeltreffende zielkundige behandeling voor zulke patiënten vaak meer vrucht heeft, dan de beste medicijnen.

Ook zal, vooral bij eene eerste behandeling, bij veel particulieren de tact en ervaring gemist worden, waarover door opleiding en oefening gerijpte verplegers beschikken kunnen. Zoo ook kan het voorkomen, dat in gewone gezinnen de locale inrichting niet geheel beantwoordt aan de eischen der hygiëne. Maar deze verschillende nadeelen kunnen langzamerhand worden weggenomen, en doet bij ons de schaal niet ten gunste der gestichtsverpleging overslaan.

Ons ideaal is (en bij eiken arbeid is het hoog houden van het ideaal eene eerste voorwaarde tot welslagen) verpleging van zenuwlijders in gewone gezinnen. Men versta ons echter wel. Wij bedoelen die Christelijke gezinnen, die zich bewegen in den gewonen maatschappelijken gang van zaken. Dus niet, de in ons land zich meer en meer vermenigvuldigende kleine inrichtingen, waar zenuwlijders worden verpleegd. Wel zijn die zeker nog verre te verkiezen boven groote gestichten, maar ook zij kunnen niet geheel ontkomen aan de door ons genoemde nadeelen der gestichtsverpleging i) Een enkele patient in een gewoon gezin geplaatst, heeft n. o. i. de meeste kans van spoedige herstelling.

Maar zijn zulke gezinnen in voldoend aantal te vinden? Gelijk het getal van krankzinnigen, neemt ook dat der zenuwlijders schrikbarend toe. En de eischen aan hen, die zich daartoe bereid verklaren, zijn waarlijk niet gering. Die vraag heeft zeker groote beteekenis, en moet die ontkennend beantwoord worden, dan is het genoemde ideaal voor goed onbereikbaar, en moet losgelaten worden. Wij gelooven echter niet, dat die zaak zoo hopeloos staat als zulks bij den eersten oogopslag schijnt. Het is nog nooit beproefd, en bijgevolg kan daarover geen oordeel geveld worden. Daarbij herinneren wij aan eene' ervaring, die sterk spreekt. Toen de eerste plannen ontworpen werden, om, volgens Christelijk beginsel, de verpleging van krankzinnigen ter hand te nemen, en daarbij het schoone paviljoen-stelsel toe te passen, rees bij velen de zorgvolle vraag: Waar zal dat groote getal Christelijke verplegers gevonden worden, die dat stelsel vereischt? En wij erkennen met schaamte, dat wij tot de kleingeloovigen behoorden, die weifelend het hoofd schudden; die het niet bedachten, dat, als de Heere een werk werken wil. Hij ook de noodige arbeiders daartoe verwekt en bereidt. Nu zijn er reeds drie gestichten van dien aard, en daarin arbeiden 280 verplegers, van welke bijna algemeen getuigd kan worden, dat zij beantwoorden aan hunne roeping. Zou dat geen moed geven, om minstens de zaak te beproeven, en in die richting de hand aan den ploeg te slaan. Is het naar 's Heeren raad, de verpleging van zenuwlijders in gezinnen te volvoeren, dan zullen ook de noodige gezinnen gevonden worden. Is het ook niet door Zijne genadige leiding, dat in de laatste helft dezer eeuw het geloovig element, en daardoor ook het getal Christelijke gezinnen, belangrijk uitgebreid is geworden? Mag niet met dank aan den Heere erkend, dat de blik op het lijden der menschheid in Christelijke kringen veel zuiverder, en ook de drang, om tot leniging daarvan mede te arbeiden, veel algemeener is geworden? Wettigt het toenemend aantal pleegzusters (al is niet alles goud, wat er blinkt) het vermoeden niet, dat er veel meer dan vroeger inzicht is gekomen in hetgeen tot verpleging van kranken vereischt wordt? Daarom gevoelen wij onze roeping om aan te dringen op het beproeven dier zaak. Dat kan_ te gemakkelijker, omdat daarvoor die aanzienlijke sommen niet noodig zijn, die voor het oprichten van een gesticht zouden vereischt worden.

Om nu de door ons aangegeven denkbeelden tot werkelijkheid te brengen, zou het noodig zijn eene vereeniging tot stand te brengen, die tot doel had :

Organisatie der verpleging van zenmvlijders in Christelijke gezinnen. Die vereeniging stelle commissiën aan (liefst klein in getal) in verschillende deelen van ons land, b. v. provincies-gewijze, wier taak is:

het opsporen van, en het zich in betrekking stellen tot gezinnen, die óf reeds in dien arbeid werkzaam zijn, óf zich daartoe bereid verklaren ;

het onderzoeken, of de hoofden dier gezinnen staan op den grondslag der Vereenig. v. Chr. verpleging van Krankz. en zenuwlijders, en of die gezinnen beantwoorden aan de voornaamste eischen tot verpleging van zenuwlijders; ook of de inrichting hunner woningen daartoe geschikt is;

het aanbevelen van geschikte verplegingsgelegenheden aan hen, die plaatsing vragen voor een patient; en het toezicht houden op de wijze, waarop de patiënten in zulke gezinnen worden verpleegd.

De kosten van zulk eene plaatsing zouden natuurlijk geheel voor rekening moeten komen van hen, die een patient plaatsen. In hoeverre het bepalen van het kostgeld en het stellen van conditiën zon moeten geschieden door de de familiën zelve, of door die commissiën, laten wij aan nadere bespreking over. Beide wijzen van behandeling hebben hunne voor-en nadeelen. Maar dit is van ondergeschikt belang.

Van meer belang is de vraag, hoe de onkosten van zulke commissiën', die door gedurig reizen nog al aanzienlijk zouden kunnen zijn, gedekt zouden kunnen worden. Daartoe geven wij het denkbeeld aan, een zeker percent te heffen van het bedrag van het kostgeld, zoowel van hen, die door bemiddeling der commissiën een patient plaatsen, als van hen, bij wie die geplaatst wordt. Beiden hebben belang bij de hulp van zulke commissiën, en zouden dus zeker tot zulk eene jaarlijksche contributie bereid gevonden worden.

Wij eindigen met den wensch, dat het den Heere behage, ook deze uiteenzetting van gedachten dienstbaar te maken tot het vinden van den besten weg, om voor onze zenuwlijders de voor hunne behoeftens meest geschikte verpleging te bereiden.

Zeist.

i) Veel van de nadeelen van groote gestichten kan in kleinere vermeden worden, als groote zorg wordt gedragen, dat geene patiënten, bij wie de krankheid zich op gelijke wijze openbaart, te «amen verpleegd worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 januari 1900

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 januari 1900

De Heraut | 4 Pagina's