Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zij het zoo.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zij het zoo.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze opmerkingen over de rectorale rede: Het doctorenambt, worden in de Bazuin ter sprake gebracht, en voorts door citaten uit twee vroegere geschriften van Dr. Kuyper, waarvan het ééne bijna een kwarteeuw oud is, aangetoond, dat ook deze schrijver zich voor lange jaren wel eens in een zin heeft uitgelaten, waarop gelijke critiek, als wij op deze rectorale rede oefenden, toepasselijk zou zijn.

Natuurlijk zou men elk dier citaten afzonderlijk ter toetse moeten brengen, om te beoordeelen, in hoeverre deze tegenwerping juist is. Misschien dat hiertoe later aanleiding bestaat.

Doch waarom ons thans daarbij opgehouden!

Vraagstukken, als thans aan de orde komen, treden eerst van lieverlede in dat klaarder licht, dat geheel de strekking ervan overzien wordt, en de meest scherpe en juiste uitdrukking er voor wordt gevonden.

Steeds ziet men bij het allengs opduiken van zulke vraagstukken, dat er in den aanvang over gesproken en geschreven wordt, zonder dat nog alle voetangels en klemmen, die in gebezigde uitdrukkingen liggen, terstond worden ingezien.

De vraag is dan ook niet, of wat vroeger door Dr. Kuyper, of een ander, geschreven werd, gelijke bedenking zou opleveren, maar of de bedenking zelve juist is.

En dan springt het toch in het oog, dat men, zoo het doctoraat niet op één lijn staat met de drie overige ambten, het ook niet onder de kerkelijke ambten, als zoodanig met de drie overige coördineeren kan.

Wel kunnen de kerken doctoren benoemen, en kan men zeggen, dat de kerk, die ze als zoodanig aanstelt, hun hiermede een ambt verleent.

Mits men dan maar in het oog houde, dat dat soort ambt heel iets anders is dan de door Christus ingestelde voor het wezen der keric onmisbare ambten.

En is dat zoo, dan is de bedenking toch moeilijk te weerspreken, dat alsdan het gebruik van hetzelfde woord in tweeërlei, geheel onderscheiden zin, aanleiding moet geven tot ongewenschte en bedenkelijke verwarring.

Iets wat nog te meer klemt, zoo ook de herders der gemeente den titel van „leeraar" behouden, daar toch de titel van „leeraar" met den titel van doctor identiek wordt, zoodra men het dusgenaamde „doctorenambt" in verband brengt met wat de Schrift ons zegt omtrent de leeraars.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Zij het zoo.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1900

De Heraut | 4 Pagina's