Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gematigd-Orthodoxe-Bond.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gematigd-Orthodoxe-Bond.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Ds. Kromsigt van Wierden heeft aan zijn rie artikelen nog een 4de toegevoegd, en elooft ons nog een vijfde.

Ook dit 4de artikel is de moeite der kennismaking waard.

Het luidt aldus:

Nog een enkel woord willen we zeggen over en grondslag, waarop D, v. d. Meulen zijn rotestantenbond wil doen rusten en over het ubliek, waaronder hij vooral tracht te werven et is vooral de Utrechtsche predikantenvergaering, waarop hij het oog heeft geslagen. Onder e leden dier vergadering vooral hoopt hij suces te hebben. Hij schrijft:

Er is echter onder de hervormde predikanten een zeer groote groep, welker meerderheid zich m. i. veel nauwer kan en moet aaneensluiten. Ik bedoel die groote groep, welke men kan noemen de predikanten van de Utrechtsche pred.-verg. Versta ik hen wel, dan kunnen zij hun geloofsbelijdenis formuleeren naar de doopsformule, welke in de geheele Chr. kerk gebruikt wordt en ten grondslag ligt aan 't geen in onze kerk „in geest en hoofdzaak" bij aanneming en proponents beleden wordt. Daarnaar spreken zij uit, dat God de Vader uit den overvloed Zijner liefde de wereld baarde, dat Zijn liefdewoord vleesch is geworden in Jezus van Nazareth, die den mensch uit den zondedood tot het eeuwige leven wederbaart, en dat de Heilige Geest van Vader en Zoon uitgaande m de wereld en in den mensch de zonde openbaart, de gerechtigheid werkt, het oordeel voltrekt, tot eenmaal God is alles-en in allen. Zij meenen dat een duidelijker formuleering slechts kan verwacht worden, wanneer het gemeente-bewustzijn helderder wordt.

Nu gevoelt ieder, hoe uiterst vaag deze geatigd-orthodoxe belijdenis is. Tot op zekere oogte verblijdt ons dit, omdat Ds. v. d. M. aardoor, indien ons niet alles bedriegt, althans nder het meerendeel van de predikanten dier ergadering geen kans van slagen heeft, Daaroor staat deze vergadejing althans gelukkig og te zeer onder de auspiciën van Doedes en an Oosterzee.

Deze mannen toch hebben voor onze Kerk lijvende verdienste om hun strijd tegen de iberale (Groningsche) en moderne theologie. En u zou een vergadering, die toch kennelijk nder hunne anspiciën is groot geworden, ich zoo maar gaan groepeeren op een elijdenis, die de oude liberale, Groningsche ichting zonder veel bezwaar zou hebben ondereekend, — neen, daarvoor hebben de leerinen van Doedes nog te veel aan exegese en die an Van Oosterzee nog te veel aan dogmatiek geaan. Daarvoor hebben zij ook zelf te zeer de itte van den strijd gekend in die bange dagen, ie ons, jongeren, alleen uit de boeken en uit e traditie bekend zijn. Daarvoor is trouwens ok de grondslag dier Utrechtsche vergadering e bepaald. Immers, zij stelt zich nog altijd op en bodem der belijdenis, waarom er dan ook og altijd verscheidene confessioneelen waren, elijk de ondergeteekende, die meenden zich iet van haar te moeten terugtrekken.

Het is toch uit dien door Ds. v. d. M. voore& telden grondslag al te duidelijk, dat men in em te doen heeft met iemand van de linkerijde der gematigd-orthodoxen. Men lette op ie woorden: „dat Zijn liefdewoord vleesch is eworden in Jezus van Nazareth." Wat bedoelt e schrijver daarmede? Erkent hij de eeuwige odheid van den Zoon? Wanneer wij er op etten, dat „liefdewoord" zonder hoofdletter gechreven wordt en bovendien meer op beeldspraak chijnt te doelen dan in eigenlijken zin te wilen genomen worden, dan kunnen wij hierin iet anders zien, dan een overloopen van de ematigde (wel eens genoemd „bijbelsche", om at men ten onrechte meende de kerkelijke ormuleering te kunnen missen) orthodoxie van oedes en van Oosterzee tot de liberale riching. De orthodoxe formule: de H. Geest, van ader en Zoon uitgaande, " ontvangt daardoor an ook een anderen inhoud; alleen de tint lijft orthodox. Dit is dus een gematigde orhodoxie van een gansch bijzondere soort, waarij gelukkig het meerendeel gematigd-orthodoxen unstig afsteekt. Maar hieruit blijkt dan toch el, dat we niet te veel zeiden toen we spraken an de Remonstrantsch Socinidajische Ned. Herv. erk als het ideaal, waarop Ds. v. d. M. wil, at alle niet-confessioneele-orthodoxen zullen aanwerken.

Dat ook het Evangelisch Zondagsblad (en dit an het weten, want het is het orgaan der lierale, Groningsche, zich zelf noemende „evan eli-che" richting) geen andere opvatting heeft van den door Ds. v. d. M. voorgestelden grondlag dan wij, blijkt duidelijk genoeg uit het olgende, dat we lazen in het nummer van 23 Dec. (wij cursiveeren):

„En wanneer wij nu zijn belijdenis inzien, die wij boven hebben opgegeven, dan moeten moeten wij toch zeggen: wie dat nu als het noodige voorstaat, die is niet meer orthodox. Daar zal wel geen enkel Evangelische zijn, die de hier opgegeven belijdenis niet van harte onderteekenen kan. Hier is met geen enkel woord sprake bv. van den bijbel als Gods Woord, van Drieëenigheid, satisfactieleer en andere specifiek orthodoxe leerstukken. Welnu — mij schijnt het toe, dat menschen, die deze leer­ stukken dus in zeker opzicht tot de adiaphora [bij/.akcn] rekenen, die het ééne noodige in een belijdenis als de bovenstaande samenvatten, openlijk moeten zeggen, niet alleen: „wij behooren niet meer bij de confessioneelen", maar ook: „wij behooren niet meer bij de orthodoxen.””

Intusschen is door Ds. v. M.'s brisf de positie onzer Utrechtsche predikantenvergadering in onze predikantenwereld ter sprake gebracht. Het komt ons in verband daarmee noodig voor, om nog eens aan oorsprong en grondslag der vereeniging te herinneren. Doch dit bewaren we nu maar voor een volgend artikel

Vooral het laatste artikel kan interessant worden.

Als men denkt aan den ouden Barger, en met wat beslistheid hij voor de belijdenis der aloude waarheid opkwam, zal het een droeve historie worden, zoo Ds. Kromsigt ons den zeer snellen afloop der wateren toekent, die in éezefredikantenvereenigingwléi waar te nemen.

Stellig is ze oorspronkelijk niet als een allegaartje van zich noemende orthodoxe predikanten bedoeld.

Maar ze is het geworden door het qtia tetms, dat men wel onder dien Latijnschen naam verwierp, maar door het „geest en hoofdsaak" toch weer binnenloodste.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Gematigd-Orthodoxe-Bond.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 februari 1900

De Heraut | 4 Pagina's