Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„En sloegen de henden aan Jezus.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En sloegen de henden aan Jezus.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar Jezus zeide tot hem: Vriend, waartoe zijt gij hier? Toen kwamen zij toe, en sloegen de handen aan Jezus, en grepen hem. Matth. 26 : 50.

Ons formulier van het Avondmaal zegt het zoo treffend en zoo roerend: „Waar Hij gebonden werd, opdat wij zouden < 7«/bonden worden.

Hij was de Verlosser van oudsher.

Wel te Bethanië eerst uren geleden gezalfd door die vrouw, maar in eeuwigheid gezalfd van den Vader.

Abels trooster, toen deze wegstierf in het door Kain vergoten bloed. Henoch's bezieler, toen deze zonder te sterven naar God ging. Noach's gerustheid, toen hij dreef op de wateren van den vloed. Abrahams Goël, Isaacs borg, Jacobs worstelaar, Davids uitredder, Salomo's wijsheid-bron, drijvende al de profeten, in wie „de geest van Christus getuigde en te voren beduidde het lijden dat op Jezus komen zou", (i Petri i : n) Voor al wie God vreesde het Lam dat de zonde der wereld wegdraagt; niet eerst na Golgotha, maar van het Paradijs af, tot op de ure, dat het Kindeke werd neergelegd in de Kribbe.

De Dooper zijn heraut en voorlooper, en toch hij alleen de Verzoener van Zacharias Jen Elisabeth uit wie Johannes geboren werd. De Dooper roepend : „Na mij komt die sterker is dan ik", en toch Jezus straks zelf getuigend: „Eer Abraham was ben ik, en hij heeft mijn dag gezien en is verheugd geworden.”

En zoo wezenlijk (zij het ook nog niet werkelijk) was die Middelaarsactie reeds eer het Woord vleesch werd, dat die Middelaar zelf zeven eeuwen vóór Bethlehem door den mond

van Jesaia, den zoon van Amos, getuigde: „De Geest des Heeren HEEREN is op mij, omdat de Heere mij gezalfd heeft, om eene blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen. Hij heeft mij gezonden, om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenisse. Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des Heeren, en den dag der wrake onzes Gods; om alle treurigen te troosten.”

Licht daar nu die machtige woorden uit: Om iij& n gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis, " en als ge dan op het Evangelieblad leest, dat de gewapende macht den hof binnensloop waar Jezus in tranen geworsteld had, en dat ze, na eerst geaarzeld te hebben, toch eindigde met de hand dan Jezus te slaan, is het dan niet juist wat we bij het Nachtmaal des Heeren belijden: Hij, onze Jezus, gebonden opdat wij die gebonden waren, zouden ontbondeii worden door hem?

Aan het lijf geraakt te worden, geraakt worden tegen onzen zin, geraakt met geweld, deert en krenkt onze menschelijke eere. Zelfs de jonge vagebond op straat weet daar nog van, als hij tartend en uitdagend een anderen straatbengel, die hem te lijf wil, toesnauwt: „ja, kom ecDS aan me." En zij het al, dat men onder de ruwere volksklasse niet zoo sterk opziet tegen het handgemeen worden, toch is dat aangeraakt worden ook onder die grovere klanten aanstonds het sein tot verweer. Wie zich aangeraakt voelt, slaat terug, slaat van zich af. En onder fijner gevormden, in wie het besef van menschelijke eere sterker geprikkeld is, geldt de enkele aanraking met de punt van den handschoen aan het gelaat, als doodelijke beleediging.

Onze ziel doordringt heel ons lichaam, en wie aan ons lichaam de hand slaat, raakt immers ons ik, onzen persoon aan; en uit den diepsten grond van onze nieren komt heel ons manlijk gevoel tegen de krenking die in zulk een ongewilde aanraking ligt, in verzet.

Sterker nog golft heel ons wezen tegen die krenking in, zoo overmacht zich aan ons ver grijpt, zoo het niet maar om een aanraking te doen is, maar om beslag op onzen geheelen per soon te leggen, om bezit van ons te nemen, en door vrijheidsberooving de vrijheid van ons menschelijk leven aan te randen.

Maar machtig bovenal grijpt dat voelen van eens anders hand ons aan, als wie het doet, dienaar van het gezag, en verzet ongeoorloofd is; als het een van God beste'de overheid is, die ons gevangen neemt; en alzoo bij de stuitende aanraking, en de gevreesde vrijheidsberooving, zich als derde krenking de smaad van aanklacht, van beschuldiging van misdaad, en alzoo de aanranding van ons eerbaar karakter voegt.

Dan vliegt niet alleen het bloed ons in het aangezicht om de ongewilde aanraking, en bekruipt ons niet alleen de angst voor den kerker, maar vlijmt ons, meer nog, de schande door de ziel, van alzoo openlijk als boosdoener, als misdadiger, door de straten te worden weggeleid.

En toch, dat alles verdrong zich voor Jezus saam in dat ééne oogenblik, of wilt ge in dit ééne zeggen van den Evangelist: En zij kwamen en sloegen de handen aan Jezus.

Zij sloegen de handen aan Jezus.

Wat ligt in die laatste woorden niet ?

Telkens reeds hadden ze Jezus willen vangen, en had het volk hem willen steenigen. Maar het was telkens geweest, of een onge ziene macht Jezus beveiligde. En dan ging hij ongedeerd midden tusschen hen door, en kwam de teleurgestelde politie terug, en verhaalde hoe zij hem niet had kunnen vangen.

Ook nu was de gewapende macht met bangheid bevangen geweest. Vandaar de groote macht, die tegen Jezus was uitgezonden. Het was „een groote schare, met zwaarden en stokken". Pistolen en revolvers waren er toen nog niet. Anders hadden ze die, welgeladen, in den gordel gestoken. Het was, zegt Johannes, „een bende krijgsknechten" met „agenten van het Sanhedrin". Stellig ver over de honderd man.

Nog zouden ze niet gedurfd hebben, indien Judas' verraad hen niet voor 't onverwachte gevrijwaard had. Judas zou het eerst, zoodra ze kwamen opdagen, Jezus aanraken met de lippen van valschheid, en dan zouden zij aan Jezus de hand slaan.

En zelfs zóó beefden ze nog. Toen Petrus, d"e Jezus niet begreep, met het zwaard Malchus, een der agenten van het Sanhedrin, raakte, sloeg niemand terug. Ze deden niets. Ze stonden verbluft en verbaasd. En eerst toen Jezus sprak: „neem mij dan gevangen, " toen dorsten ze.

Toen dorsten zij, diezelfde soldaten en agenten, die, duchtende dat Jezus hen met zijn wondermacht verpletteren zou, eerst achteruitgestoven en over elkander lieengevallen waren.

Een bijgeloovige schrik!

Ze sloegen de handen aan Jezus.

Wat ligt in die enkele woorden niet?

Ongetwijfeld, ook Jezus stond daar als mensch, maar toch zoo anders dan wij er zouden gestaan hebben. Of wat is in ons het gevoel van menschelijke eere, vergeleken bij wat het in Jezus moet geweest zijn ? Merkt ge onder ons reeds zulk een verschil van graad tusschen het eergevoel van den daglooner en het eergevoel van den rijk ontwikkelden man, met wat ongemeene, ons onbekende kracht moet dat gevoel, dat besef van menschelijke eere dan niet gesproken hebben in uw Jezus, wiens menschelijke reinheid en hoogheid al ons persoonlijk besef zoo verre te boven gaat?

Vrijheidsberooving, het besef van geen vrij man meer te zijn, en onderworpen te worden aan geweld, en als gevangene .e worden weggevoerd, is voor ons reeds een r-oo bange gewaarwording, dat de enkele gedachte er aan ons het bloed koud maakt. Maar denk dan in, hoe veel spannender en aangrijpender deze huiverende gewaarwording dan niet voor uw Jezus moet geweest zijn, die, vrijgeboren als niet onzer één, zijn recht op persoonlijke vrijheid heel zijn wezen moest voelen doortintelen ?

De schande van als misdadiger te worden aangegrepen en openlijk door de straten geleid, zoodat uw Overheid, die immers Dienaresse Gods is, u, door het geweld dat ze aan u pleegt, voor aller oor aanklaagt, kan u reeds zoo grievend door de ziel vlijmen. Maar wat moet het dan niet voor uw Jezus geweest zijn, aldus gevangen genomen en opgebracht te worden, hij voor wien alle schande een bitterheid moet hebben bezeten, die door ons slechts kan worden gegist.

o, Het is zoo. Hij heeft ook „die schande veracht", en zijn meer dan engelenonschuld druppelde balsem in die wonde. Ook wist hij het vooruit, en in Géthsemané was ook dit reeds doorstreden. Maar tnnK au kwam eerst de •werkelijkheid, van dit alles, en juist in die werkelijkheid ligt de smart, die den indruk er van tot op het uiterste verdiept.

En ga nu niet tusschen die bende en uw Jezus staan, alsof op hen alleen schuld lag, en alsof gij dat gevangen nemen van Jezus zoudt verafschuwd hebben. Die mannen die zich tot dat werk der schande moesten verlagen, waren niet zondiger dan gij van nature zijt. In die Romeinsche soldaten was heel de heidensche wereld, in die agenten van het Sanhedrin heel Israël vertegenwoordigd. Vertegenwoordigd de geordende macht van Rome en Israël saam; en in letterlijken zin moet dus gezegd, dat heel de wereld hier zich aan Jezus vergreep. Niet omdat ze kwaad wilde, maar omdat ze, door de zonde verduisterd, in Jezus den Christus Gods niet ontdekte, en haar valsche wereldorde tegenover de orde van het koninkrijk der hemelen wilde handhaven.

Het was de zonde, onzer aller zonde, waardoor ze stelselmatig gedreven en gedrongen werden, en die, in de geordende macht belichaamd, niet kon rusten, eer ze Jezus in haar macht had, Jezus gevangen hield, en Jezus uit haar midden kon doen wegsterven.

o, Natuurlijk, als geloovige verafschuwt ge die bende.

Nu eenmaal uw oog geopend is, en gij in dien Jezus den Zone Gods ontdekt hebt, nu gevoelt ge de ruwheid, waarmee aan uw Jezus de hand werd geslagen.

Maar dat komt, omdat Jezus u eerst had ontbonden.

En zie, juist opdat gij zoudt kunnen ontbonden worden, moest uw Jezus zich laten binden. Het zelf willen, dat de hand gelegd werd aan zijn heiligen persoon.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1900

De Heraut | 4 Pagina's

„En sloegen de henden aan Jezus.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1900

De Heraut | 4 Pagina's