Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. In memoriam van Dr. A. Zahn.

De Gereformeerden in Duitschland hebben een groot verlies geleden door het afsterven van Adolph Zahn, doctor in de Godgeleerdheid en predikant eener Gereformeerde Gemeente te Stuttgart. Den 27sten Februari van dit jaar stierf hij in den ouderdom van 63 jaren; den volgenden avond overleed ook zijne echtgenoote Pauline van den Heydt.

Zahn was de zoon van een Superintendenr van de geunieerd-Luthersche kerk. Zijne moeder was eene dochter van Anna Schlatter. Hieruit blijkt dat Zahn het standpunt, dat hij innam, zelf heeft moeten veroveren. Zoowel van de Pruisische unie als van een Piëtistisch streven, was hij afkeerig. Alleen de besliste Calvinistische leer had zijn hart.

Als student in de Theologie te Halle vond Zahn een leidsman in den hoogleeraar Johannes Wichelhaus.

Wichelhaus werd het gegeven, op de theologische ontwikkeling van den jongen Zahn een beslissenden invloed uit te oefenen. Deze hoogleeraar beweerde, dat de leeringen van de Duitsche theologen slechts als één „protest tegen de Reformatie" moesten beschouwd worden. Het spreekt wel van zelf. dat het standpunt, dat Wichelhaus innam, hem deed alleen staan. Weilicht heeft dit voorbeeld Dr. Zahn er toe gebracht, om er niet tegen op te zien eveneens een geïsoleerd standpunt in te nemen. Door middel van Wichelhaus werd Zahn een leerling van Dr. Kohlbrügge, van welken hij getuigde, „dat niemand in deze eeuw gelijk de lïlberfeldsche leeraar de vrije genade, de rechtvaardigmaking door het geloof alleen, verkondigd had”.

In de jaren d86o—1877 was Zahn Domprediker te Halle. Daarna begaf hij zich naar Elberfeld om Kohlbrügge's gemeente te dienen. Het is bekend, hoe eenige Gereformeerde man nen die zich in de Pruisische Unie niet konden vinden, er toe kwamen om den heer Dr. Kohlbrügge, dien men het lidmaatschap der Ned. Herv. kerk hier te lande willekeurig geweigerd had en die daarom in Nederland bij de Herv. kerk niet beroepbaar was, tot predikant te beroepen. Na Dr. Kohlbrügge's dood begeerde deze Gereformeerde kerk Dr. A. Zahn tot herder en leeraar. Hij nam dat beroep aan, meenende dat hij predikant zou worden van de eenige echt-Gereformeerde oase in een groote woestenij. Na bittere ervaringen te hebben opgedaan, trok Zahn zich als een ziek en gebroken man terug naar Smttgart, om uit te rusten van een moeitevollen strijd. Toch liet hij zich vinden oraals predikant op te treden van de kleine Gereformeerde gemeente te Stuttgart, welke hij van 1881 tot het einde van 1899 geleid heeft.

Dr. Zahn heeft krachtig medegewerkt om het Gereformeerd bewustzijn in Duitschland te doen herleven. Welk een aangrijpend woord gaf hij een 23 jaren geleden in het licht, toen hij betoogde, dat de achteruitgang van de Gereformeerde kerk in Duitschland het gevolg was van het prijsgeven van het hart der kerk, de leer van de verkiezing! Hoe flink was zijne houding tegenover den Gereformeerden bond, toen het bleek dat zijne oprichters verschillende elementen, die den Gereformeerden naam wilden dragen, tot een gemeenschappelijke actie zochten te vereenigen. Daar kon de beginselvaste man niet aan mededoen! Hoe krachtig weerstond hij Dr. A. Eberhard, toen deze van de leer der rechtvaardigmaking eene voorstelling gaf, welke in str-ijd was met de Gereformeerde belijdenis! Hoe moedig was zijn optreden aan de Universiteit te Tubingen tegen de hedendaagsche schriftcritiek! De voorlezingen daar voor studenten gehouden, zijn gedrukt en geven getuigenis van zijn geleerdheid, scherpzinnigheid van geest en vooral van zijne liefde tot de Heilige Schrift.

Dat Dr. Zahn in zijn streven veel tegenkanting ontmoette, zal niemand verwonderen die de gesteldheid der geesten in de Theologische wereld van Duitschland kent. Weinig Gereformeerden namen zulk een besliste houding tegenover afwijkende leeringen aan, als hij. Daarbij was hij niet gewoon zijne wapenen met fluv; eel te omwinden, voordat hij ze gebruikte. Hoever rnen in de bestrijding van Zahn ging blijkt uit het feit, dat het schoolbestuur te Stuttgart hem verbood om exemplaren van zijne gedrukte voorlezingen, te Tubingen gehouden, aan leerlingen van verschillende scholen ten geschenke te bieden! Zijne bewering, nog in den laatsten tijd geuit, dat er niet één hoogleeraar in Duitschland te vinden is, die belijdenis doet van de Gereformeerde religie, zette. ook in Duitsche Gereformeerde kringen kwaad bloed.

Maar daarom was Zahn nog geen eenzijdig drijver. Steeds streed hij voor de beginselen der reformatie, de rechtvaardigmaking door het geloof en het gezag der Heilige Schrift, Deze hoofdwaarheden verdedigde hij, zonder daarbij speciaal tegen de Lutherschen op te treden. Hij betreurde het, dat zoovele Lutherschen de echte leer van Luther hadden laten varen.

Zahn heeft de smaadheid van Christus meer dan anderen te dragen gehad, vanwege zijn beslist en scherp optreden. Had hij wat meer weten te schikken en te plooien, dan hadden de Gereformeerden in Duitschland hem beter kunnen dragen en zou er voor hem wellicht wel een professorale zetel open geweest zijn. Het is te betreuren dat Zahn nooit een werkkring heeft kunnen vinden, waarin zijn persoonlijkheid tot haar volle recht komen kon. Hij heeft ook menig predikant in Duitschland tot zegen mogen zija, gelijk hij menige zaadkorrel uitstrooide in zijn prediking en bij zijn onderwijs, welke later vrucht zal voortbrengen. Bij de tegenwoordige gesteldheid der geesten in Duitschland is het niet te verwachten, dat de beteekenis van de persoonlijkheid van Zahn zal gewaardeerd worden.

Eén ding betreuren wij in den overledene. Hij bleef te zeer aan den persoon en den arbeid van Dr. Kohlbrügge hangen. Vergissen wij ons niet, dan meende hij, dat na Calvijn en Dr. Kohlbrügge eene verdere ontwikkeling van de Gereformeerde leer niet meer mogelijk was. Door menig jong predikant op Kohlbrügge te wijzen, is hij het middel geweest, dat zij een oog kregen voor de heerlijkheid van de Gereformeerde belijdenis.

— Een zelfmoord. De zaak van Prof. Neissen.

Onlangs heeft zich een student in de medicijnen op den dag waarop hij een examen moest doen, van het leven beroofd. De predikanten van Leipzig weigerden bij de begrafenis tegenwoordig te zijn. Toch is bij de geopende groeve het woord gevoerd, en wel door den oudsten hoogleeraar van de medische faculteit, professor Zais. Voor eene groote menigte studenten sprak deze hoogleeraar het uit, dat de overledene het slachtoffer van een geheel dwaze en ondoelmatige voorbereiding voor het examen geworden was — de zelfmoordenaar had den slaap kunstmatig weten te verdrijven en eene menigte dorre feiten ingestampt. Ook getuigde de hoogleeraar tegen de pessimistisch filosofische literatuur, onder wier verderfelijken invloed de zelfmoord gepleegd werd. Ook in ons vaderland mocht dit laatste wel ter harte genomen worden. De poësie, welke de mannen en de vrouy/en van de Nieuwe Gids aan het opkomend geslacht bieden, is de poëzie der wanhoop. En zij, die daartegen bezwaren inbrengen, worden door de nieuwe-Gidsmannen als Vandalen, die alle kunst zouden wenschen te verwoesten, ten toon gesteld. Men moet met mevrouw Hélène Lapidoth Swarth in „hoogdrijvende wolken in de blauwe lucht" gestolde tranen zien; men moet het feit, dat de wieken van een molen in trage moeheid zich omwentelen en de takken van boomen in verbijsterde wanhoop hunne handen ten hemel heffen, beschouwen als eene uiting van lijden, anders is men niet fijn besnaard genoeg om den kunstzin van mevrouw Lapidoth te bewonderen. In de lieve sneeuwklokjes, die in deze dagen onze tuinen sieren, zien de dichters en prozaschrijvers van de nieuwe richting zeker ook de levensmoeheid uitgedrukt, omdat zij hare kelkjes naar de aarde neigen!

Het is tijd, dat m Duitschland en ook in ons land de poëzie van de levensmoeheid, die een ban brengt over jongeren en ouderen, in den ban gedaan worde. De vorm, waarin de nieuwerwetsche letterkundigen hunne producten dikwerf gieten, is gelukkig voor velen ongenietbaar. Ook de manier, waarop velen hunner met de taal omspringen en allerlei mogelijke en onmogelijke woorden smeden, is voor velen nog tot een afschrik. De onderwerpe.'j, die dit soort schrijvers behandelen, zijn menigwerf zoo onbeduidend mogelijk. Een fatje, dat in een caférestaurant een broodje met vleesch opeet, werd door een hunner beschreven met een nauwkeurigheid die doet uitroepen: is het de moeite waard, aan zulk een nietsbeteekenend persoontje zooveel woorden te wijden? Dat gevoelt een ieder die zijn gezond verstand nog heeft. Maar de beginselen, die aan al deze uitingen ten grondslag liggen, zijn uit den Booze, en oefenen daarom zulk een aantrekkingskracht uit. Eerst heeft Satan de kinderen van dit geslacht op den weg van stofvergoding en van materialisme gedreven; en nu menigeen zich daardoor diep

ongelukkig gevoelt, is het de Vorst der duisternis die tot wanhoop en zelfmoord leidt.

Wat wij in deze dagen aanschouwen, is niet anders dan eene herhaling van hetgeen de Schrift ons mededeelt omtrent Judas. Eerst verteerd door gouddorst, daarna het ontzettend uiteinde van den zoon der verderfenis dienaar zijn eigen plaats ging!

In Duitschland is het gekomen tot een „Disciplinarverfahren" of tot een gerechtelijke vervolging van den hoogleeraar Neissen, te Breslau, een Jood, die beschuldigd wordt, dat hij ten bate van de wetenschap medische proeven genomen heeft op menschen. Waarin die proeven bestaan hebben, konden wij niet te weten komen; wel lazen wij in de A. E. L. Kirchenz., dat er ook onder de liberalen een algemeene verontwaardiging gewekt was over de „Breslausche schandelijkheden". Het is ons ook gebleken, dat men de ergerlijke „Verfehlüngen" van den Joodschen hoogleeraar, eerst nadat er zes jaren lang over was geklaagd en nadat er in den Rijksdag op was gewezen, is gaan vervolgen. Wel heeft de bekende hoogleeraar Virchow verklaard, dat de wetenschap niet kan worden bevorderd zonder dat er proeven niet alleen op dieren maar ook op menschen genomen worden, doch de publieke opinie is tot hiertoe daartegen gekant.

In een Duitsch kerkelijk blad wordt de hoop uitgesproken, dat men den Jood Neissen niet langer aan het hoofd van een gewichtige staatsinstelling, als de Koninklijke Universiteitskliniek te Breslau is, zal laten staan, en dat men voor de toekomst geen Jood meer daarvoor benoemen zal. Doch wij houden het er voor, dat het kwaad evenzeer bij mannen als Virchow huist, als bij liberalistische Joden. Mocht men er in Duitschland een oog voor krijgen, dat hetgeen in Neissen openbaar werd, niets anders is als eene uiting van de beoefening der medische wetenschap, welke is losgemaakt van de beginselen welke in Gods Woord liggen. Wanneer een medicus alleen maar erkent dat de mensch geschapen is naar Gods beeld, dan zijn proefnemingen op zijn lichaam, gelijk men die bij dieren doet, uitgesloten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 april 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 april 1900

De Heraut | 4 Pagina's