Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XVII.

Hoe goed en zuiver de beginselen ook waren, waarmee de kerk des Heeren in deze landen het werk der Barmhartigheid begon, het is bij die beginselen bijna geheel gebleven, ten minste wat de praktijk betreft. Een groote belemmering voor de rechte ontwikkeling van den dienst der barmhartigheid was de inmenging van de politieke macht in dit werk. Met de kerkgebouwen nam zij ook alle goederen en gelden ten behoeve der armen enz. welke de Roomsch-katholieke kerk dezer landen bezat, onder hare hoede, toen de reformatie hier zegevierde en de Gereformeerde kerk publieke kerk was. Dit was natuui: lijk, want zij behoorden aan alle inwoners des lands toe, en moesten dus ook allen armen en ongelukkigen, zonder onderscheid van religie, ten dienste staan. Ein afzonderlijke administratie, eene burgerlijke, werd het gevoerd, al werd het medezeggenschap hierin niet geheel den diakenen onthouden. Naast dit armengoed had men ook, "wat de kerk ontving uit collecten, legaten en erfenissen en dat geheel onder de administratie der diakenen stond. De regel, dien de overheden zoowel in het een als in het andere volgden, kan samengevat worden in deze woorden: T, De armengoederen zullen zonder onderscheid van religie «n naar den nood der armen wekelijks en, waar het gebruik is, in de kerken moeten worden uitgedeeld; de Diaconiegoederen alleen blijven tot aalmoezen der armen, die lidmaten der kerk zffh." Het is dan ook niet te ver­ wonderen, dat men op het terrein der barmhartigheid niet noemenswaard voortschreed. Men keerde veeleer terug op de wegen, die de Roomsche kerk in de middeneeuwen had gebaand en als de beste aangeprezen. De gemeente gaf geld of goederen, en de diakonie deed daarmee naar haar beste weten ten goede der ellendigen. Opleiding voor 't werk der barmhariigheid kreeg eerstgenoemde zelden van laatstgenoemde. Samenwerking bestond tusschen beiden weinig. Ieder ging meestal zijns weegs. Niet altijd koos men de diakenen met 't oog op hun veelomvattenden arbeid. Zoo was het hier, zoo was het elders buiten ons land. Toch kunnen wij wijzen op schoone voorbeelden van goed begrijpen der Christelijke barmhartigheid. De bekende Dalton, schrijver van het leven des beroemden a Lasco, ; heeft ons in kennis gebracht met de diakonie van Erabden en verhaalt er van: „Daar waren vier verschillende soorten van diakenen met bijzondere rechten en scherp afgebakende arbeidsvelden; zij hadden hun vereenigingspunt in de verzorging der armen en verrichtten hun dienst als een kerkelijk ambt." Vooreerst had men de diakenen, die voor het armenhuis hadden te zorgen. Dit huis, ook wel de Herberg of Xenodocheon genoemd, was een omvangrijk blok huizen. In de dagen van het Pausdom was het een klooster, maar sedert de dagen der Hervorming diende het tot milddadige doeleinden van de meest verschillende soort. Waar tot dien tijd monniken een vadsig leven geleid hadden, werden nu de verschillende vertrekkeu gebruikt om aan arme, oude en zwakke mannen en vrouwen, aan kranken naar lichaam en ziel, aan weezen van beiderlei kunne, aan reizigers, die, door den nacht overvallen, geen ander onderkomen konden vinden, een toevluchtsoord te bieden. Ieder afdeeling had haar bijzonder huis en hare bepaalde vertrekken. Zes diakenen bestuurden deze omvangrijke inrichting, waarvan twee voor hun geheele leven benoemd werden. Zij werden gesteund door vier diakonessen, die, uit de aanzienlijke en godsvruchtigste weduwen der geheele stad gekozen, voor het vrouwelijke deel der huishouding zorgden.

De arbeid aan deze diakenen opgedragen, was niet gering; hij eischte veel van hunnen tijd en hunne goedwilligheid om de gemeente te dienen. De fondsen waren niet groot. Elk jaar hieven deze diakenen eene zekere belasting van de lidmaten der kerk; zij ontvingen de legaten, hielden eiken Zondag een schaalcoUecte m de aan het huis verbonden kapel en vroegen in vereeniging met de predikanten door de geheele stad giften, die gewoonlijk in natura werden gegeven.

Ook de diakonessen hielden elk jaar een rondgang van huis tot huis, en zamelden in wat zij aan huisraad, linnengoed en andere dingen voor de nooddruftigen in de „Herberg" noodig hadden.

Naast de velerlei soorten van verpleegden in het armenhuis werd ook rijkelijk zorg gedragen voor die armen, welke in nood geraakt in hunne huizen, behoeften hadden aan ondersteuning. Voor hen werd goed gezorgd, terwijl men bedelarij en landloopers weerde. Het aantal diakenen voor de huiszittenarmen bedroeg 32. Ook dezen moesten evenals die van het armenhuis, de verschillende gaven zelven en gedeeltelijk in vereeniging met de predikanten inzamelen. Hiertoe behoorde ook een zekere armenbelasting, legaten, de schaalcoUecte bij de godsdienstoefeningen en buitengewone giften. Voorts was dezen diakenen opgedragen het persoonlijk bezoeken der armen, het nauw keurig onderzoek doen naar hunne persoonlijke behoeften, het aansporen der luiaards, het straffen van hen, die de aalmoezen in brooddronkenheid verteerden en het aanwijzen van gehael onwaardigen die uit de stad werden verdreven. Nauwkeurig moesten zij letten op arme schoolkinderen en behoeftige jongens, die een ambacht leerden; dezulken mochten geen gebrek hebben aan voedsel en kleeding. Evenzeer hadden zij toe te zien op alle menschen, die geen vast verblijf badden, opdat dezen niet van huis tot huis konden loopen en alzoo gebruik maken van de milddadigheid der burgers.

Hierin hadden zij de hulp van bezoldigde armvoogden, wier taak het was de bedelaars van de straten te verdrijven, de reizende lieden naar het armenhuis te geleiden, waar zij voor eene nacht kost en logies konden krijgen en ook een reispenning. voor hunne verdere reis.

Eiken Zondag na de godsdienstoefeningen kwamen de 33 diakenen samen onder praesidium der predikanten bij beurte. Alle armenzaken werden besproken; de persoonlijke belangen van lederen bedeelde afzonderlijk behandeld; onderzocht of hij een eerbaar leven leidde; behandeld de middelen, die men moest aanwenden om landloopers en luiaards uit de stad te weren. • Voor deze vergaderiiig verscheen ook de arme, wiens levenswandel berispelijk was, om vermaand te worden.

Een derde soort van broeders en zusters, voor welke de diakonie van Embden's kerk te zorgen had, waren de talrijke, om huns geloofswiUe uit huis en hof verjaagde vluchtelingen, die in Embden een toevlucht vonden. De meenten dezer, wier aantal wel tot 6000 klom, waren van alle middelen ontbloot. In het begin hadden de inwoners willig het hunne gedeeld met de vluchtelingen, maar dezen verlangden spoedig naar eene gelegenheid om zelven te zorgen voor hun en der hunnen levensonderhoud. Reeds in 1558 kwam de diakonie der arme vreemdelingen binnen Embden tot stand. Zij waren 8, later 12 in getal en werden gekozen door de Embdensche predikanten en de vreemdelingen. lederen Maandagochtend hielden zij bij hunne landgenooten inzamelingen en deelden zij daarna onder degenen, die behoefte hadden aan hulp.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1900

De Heraut | 4 Pagina's

De kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juni 1900

De Heraut | 4 Pagina's