Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit be Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit be Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Frieschs Kerkbod", wijst Dr. H. H. Kuyper erop, dat nog steeds én in idealen én in kerkdijken zin het ambt van Dienaar des VVoords o, zoo hoog staat.

Edoch, zoo gaat hij voort:

Intusschen, naast deze eere aan het ambt geschonken staat een schaduwzijde, die evenmin ont kend mag worden Waar de Apostel een doorn kreeg in het vleesch, opdat hij zich niet verheffen zou op de uitnemendheid zijner bediening, daar is hij niet de eenige die zulke doornen op zijn weg ontmoet heeft. Wie geroepen is aller voorganger te zijn, staat bloot aan aller oordeel. De oogen van heel de gemeente zijn op hem gericht. Het Woord, dat hij verkondigt, wordt gewikt en ge wogen, gekeurd en gezift, beoordeeld en veroor deeld. Hij woont in een glazen huis. Eik zijner ganaen wordt nagegaan. Niet alleen zijn wandel, maar ook die van zijn gezin wordt voortdurend besproken. Tot zijn kleeding, den snit vaii zijn haar en baard, worden gecommentarieerd Wee hem, indien hij struikelt of zelfs maar afwijkt van wat in zekere kringen als geoorloofd en geijkt geldt. Op de liefde, die van alle dingen het beste denkt en de gebreken van den naaste bedekt, behoeft hij niet te rekenen Het oordeel, dat over hem gaat, is zonder barmhartigheid. Hij is de wrijfpaal, waaraan ieder, die door de jeuking der v.tzucht geplaagd wordt, zich het eerst en liefst schuurt. Aan de critiek der gemeente, critiek op zijn prediking en leven ontkomt hij nooit.

Het echt, dat de gemeente heeft, om deze cri tiek te oefenen, wordt door ons allerminst betwist Wij zijn niet Roomsch, maar Gereformeerd. Van alle clericalisme en domineeshoogheid is het Gereformeerde leven diep afkeerig. De gemeente van God heeft niet alleen het recht, maar zelfs den plicht ontvangen om te keuren en te toetsen. Be proeft de geesten, zegt de Apostel, of zij uit God zijn. En die van Berea worden in de Schrift niet gelaakt maar geprezen, omdat zij de prediking van den Apostel niet voetstoots aannamen, maar vergeleken met de Schriften, om te zien of deze dingen alzoo waren. Een dienaar des Woords heeft een goed voorbeeld ook in zijn wandel aan de gemeente te geven ; hij moet met Paulus kunnen zeggen: weest dan mijne navolgers, gelijk ik van Christus. Wie het heiligste ambt ontvangen heeft, moet onbestraffelijk zijn Dat de gemeente toeziet, dat hare dienaren leven naar Gods heilig gebod, is haar heilig en onvervreemdbaar recht. Het ambt mag nooit een vrijbrief worden voor een slordigen wandel.

Maar, waar wij dit recht ten volle handhaven en erkennen, mag aan de andere zijde toch ook niet vergeten worden, dat deze critiek op den dienaar des Woords vaak door zondige vitzucht proportion aanneemt, waardoor zij veel eer afbre kend dan opbouwend werkt. Men vergeet zoo licht, dat de dienaren des Woords geen heiligen zijn maar menseben van gelijke bewegingen als wij; dat in hun hart, evengoed als bij elk kind van God, de zonde nog inwoont, ja dat ze ju st door hun ambt dikwijls aan verleiding en verzoeking bloot zijn gesteld, waar een gewoon geloovige niet van weet. In plaats van stil gebed en broederlijke vermaning, wordt zoo vaak de onheilige lust gevonden om het kwade gerucht van den dienaar te verbreiden, zijn eere te krenken en zijn naam ook voor de wereld te schande te maken

Ongetwijfeld moet de dienaar des Woords, juist omdat dit zoo is, dubbel voorzichtig zijn. Hij moet zijn zonder aanstoot te geven aan jood en heiden en aan de gemeente Gods. Heel de zegen van zijn bediening, heel de invloed van zijn woord, berust op den grondslag van het vertrouwen. Waar dat vertrouwen bij de gemeente wsg is, daar is hij met machteloosheid geslagen en is zijn bediening zonder vrucht Aan alles, wat dat vertrouwen zou kunnen schokken, moet hij om Christus' wille zich spenen. Met al de kracht zijner ziel moet hij worstelen, opdat hij, die anderen het Evangelie verkondigt, zelf niet verwerpelijk bevonden worde En indien hij door onvoorzichtigheid in woord of daad of door toe te geven aan zondige neigingen, zelf aanleiding gegeven heeft tot opspraak en straks de gemeente hem met wantrouwen bejegentt. dan is er wel oorzaak om zich voor God diep te verootmoedigen en met David te bidden: Verwerp mij niet van uw aangezicht, o Heere.

Maar de gevallen zijn toch ook geen uitzondering, dat niet de dienaar des Woords, maar de babbelzucht van dezen of gene zoo droeve gevolgen met zich medebrengt. Een los daarheen ge geworpen woord, een bloot vermoeden zonder grond, wordt opgevangen Straks wordt het gefluisterd van mond tot mond. Als een slang schuifelt het praatje voort Gaandeweg neemt het toe in omvang en ergerlijkheid Het praatje wordt achterklap ; de achterklap laster. En het einde is, dat de eere van den ambtsdrager weg is en hij dankbaar mag wezen, wanneer een andere Igemeente hem nog roept. In die gemeente arbeiden kan hij niet meer.

Nu zeggen wij niet, dat dit steeds met opzet geschiedt. Er zijn helaas voorbeelden, dat broeders of zusters, die door den dienaar des Woords werden tegengekomen in verkeerde denkbeelden, het wapen van den laster gebruikten om hun bitterheid tegenover Gods dienstknecht te koelen Dan geschiedt het kwaad met opzet, in koelen bloede, uit berekening. Dan is er de onheilige toeleg, om het leven van zulk een dienaar te verbitteren. Dan is het denzulken te doen om de eere van zijn naam

Zulke gevallen komen echter, Gode zij dank. zelden voor. Meestal schuilt de oorzaak in onvoorzichtigheid, in hetgeen onze Catechisrtius noemt: »het lichtelijk oordeelen en helpen veroordeelen." Men dwaalt dan ter goeder trouw; men meent, dat men de waarheid spreekt, men weet niet beter, of het is zoo. Maar de gevolgen zijn daarom niet minder erg Het zaad, dat men heeft uitgestrooid, schiet maar al te welig op en straks blijkt het, dat de distelen en doornen van dezen achterklap het goede zaad des Woords in de harten verstikken.

En het bangste is, dat de dienaar des Woords zich tegen dit kwaad niet verzetten kan. Hem ge woonlijk het laatst bereikt de mare, van wat er rondgaat. Den oorsprong van het gerucht weet niemand te zeggen Het hangt in de lucht, maakt de atmosfeer onzuiver, maar vanwaar het kwam, blijkt niet. Ieder hoorde het van een ander; niemand durft man en paard te noemen ; de dader ligt op het kerkhof. Heel de gemeente rondgaan, om het kwaad te weerspreken, laat zijn tijd en arbeid niet toe. De kansel mag niet gebruikt worden om zich persoonlijk van blaam te zuiveren. En tegenspraak van zijn zijde baat toch niet, want hij is de aangeklaagde en beschuldigde, en in eigen zaak getuigenis afleggen, mag niet. Hij staat machteloos tegenover de laster. En het bitterste voor hem is, iet dat zijn persoon en zijn eere daaronder lijdt, aar dat de dienst van Gods Woord, dat de eere an Gods naam, dat de stichting der gemeente aardoor belemmerd wordt

En daarom, waar het recht tot critiek onverkort ciet blijven gehandhaafd, daar worde nimmer ergeten, dat Christus als eerste regel gesteld heeft: ndien uw broeder gezondigd heeft, ga heen en estraf hem tusschen u en hem alleen.. En dat eze regel niet alleen geldt voor de tuchtoefening usschen broeders in de gemeente onderling, maar ok geldt de oefening der tucht op den dienaar an het Woord.

Het is goed, dat ook dit punt eens onderocht worde.

Het vroegere individualisme der predikanten eeft het ambt ontwricht en om zijn eere geracht, en het individualisme onder de „leeken" ond daarin zijn kracht.

Doch juist nu onder ons, Gereformeerden, it individualisme onder de predikanten geukkig weer afneemt, is het hoog noodig om at individualisme onder de leeken weer tot de rde te roepen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juni 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Uit be Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juni 1900

De Heraut | 4 Pagina's