Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ten vervolge op zijn vorig stuk, levert Prof. Dr. Bavinck thans zijn klachte in tegen de Vrije Uoiversiteit, die, in tegenstelling met wat Lausanne en Heidelberg deden, algeheel gemis aan tegemoetkoming zal hebben betoond.

Het stuk luidt als volgt:

De Bazuin van de vorige week stelde in het licht, welke vriendelijke tegemoetkoming de studenten der Theologische School bij de voorzetting en voltooiing hunner studiën aan buitenlandsche Hoogescholen ondervonden.

Thans willen wij. aanwijzen, welke toenadering aan onze studenten betoond werd, als zij hunne studiën wilden voortzetten en den doctoralen graad wilden behalen aan de Vrije Universiteit.

Tegenover de drie gevallen, welke de vorige week werden vermeld, stellen wij thans andere drie, welke de houding van de Vrije Universiteit tegenover de studenten der Theologische School voor een ieder duidelijk kunnen maken.

Het eerste geval is dat van den heer Bouwman, thans predikant te Hattum, die in Juli 1887 hier het litterarisch examen aflegde en tot de theolo gische lessen toegelaten werd, maar in October 1887 zijne studie voortzette aan de Stadsuniversiteit te Amsterdam en zich in Jan. 1888 ook als theo logisch student liet inschrijven aan de Vrije Universiteit.

Na in Juni 1889 candidaatsexamen te hebben afgelegd aan de Stedelijke Universiteit en na tot in Mei 1890 aan beide Hoogescholen de colleges te hebben gevolgd, keerde de heer Bouman naar Kampen terug, deed in Juli 1890 't eerste candidaatsexamen, in Juli 1801 het tweede candidaatsexamen en werd toen voor de Ger kerken beroepbaar verklaard.

Toen hij daarop in Sept. 1891 ook in Amsterdam zijne studiën wilde voltooisn, had hij meer en meer bezwaar gekregen, om dit te doen aan de Stads universiteit en wilde hij veel liever alleen promo veeren aan de Vrije Universiteit. Het was toen ook juist in den lijd, dat de vereeniging van de Christ. Geref. kerk en de Ned. Geref. kerken aan de orde was en de Vrije Universiteit eerlang waarschijnlijk in nauwer verband met onze kerken zou komen.

Op advies van schrijver dezes besloot daarom de heer Bouwman, om zich tot den Senaat van de Vrije Universiteit te wenden met het verzoek, of hij daar niet in de Theol. Faculteit zou kunnen promoveeren

Vuordat hij de officieele aanvrage deed, legde hij een bezoek af bij den toenmaligen Rector der Vrije Universiteit, om zijn oordeel in te winnen. Deze gaf hem ten antwoord, dat hij zeer goed aan de Vrije Uuiversiteit kon promoveeren, mits hij alle tx'amens overdeed. Des noods kon het propae deutisch examen hem kwijtgescholden worden; maar van vrijstelling van het candidaats-examen was geen sprake.

De heer Bouwman wees den Rector erop, dat hij candidaatsexamen had afgelegd aan de Stedelijke Universiteit te Amsterdam en aan de Theol. School te Kampen; dat hij bijna drie jaren aan de Vrije Universiteit de colleges gevolgd had in dogmatiek, dogmen-geschiedenis, enyclopaedie en kerkrecht; dat de Theol. . Faculteit van de Stadsuniversiteit hem reeds vergund had, om over een paar maanden doctoraal te doen. Zelfs gaf hij bescheiden in overweging, of hij met het oog op zijn bijzonder geval niet met een aanvullingsexamen zou kunnen volstaan, of bij het doctoraal examen aan een zwaarder onderzoek onderworpen kon worden

Maar bet antwoord was. hoe beleefd en vrien delijk ook, beslist afwijzend. En er werd nog bijgevoegd, dat een schrijven aan den Senaat om vrijstelling onnoodig was, wijl er zeker niet gunstig op zou worden beschikt

De heer Bouwman keerde daarom naar de Stadsuniversiteit terug, legde er in Juni 1892 het doctoraal examen af en behaalde er ten vorigen jare den graad van Doctor in de Theologie.

Het tweede geval is d*t van de heeren van Andel en Haan. Deze hadden in Juli 1896 aan de Theol School het candidaatsexamen afgelegd en gingen na de groole vacantie van dat jaar naar de Vrije Universiteit. *

Ofschoon verschillende Hoogleeraren reeds hadden te kennen gegeven, dat er wel van admissieen propaedeutisch examen, maar niet van het candidaatsexatnen vrijstelling kon worden verleend, richtten beide heeren toch een officieel schrijven aan den Senaat d.d. 2 Nov. 1896 met verzoek, dat hun het candidaatsexamen mocht worden kwijtgescholden, op grond van het door hen reeds aan de Theol. School afgelegde candidaatsexamen.

Dit verzoek werd door de Hoogleeraren der Theol School in een schrijven aan de Hoogleeraren van de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit gesteund.

Maar het antwooni, zoowel aan de Hoogleeraren der Theol. School als aan de heeren van Andel en Haan, kwam hierop neer, dat volgens de bestaande bepalingen alleen candidaten in de Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit tot het doctoraal examen konden worden toegelaten en dat van dezen eisch door niemand dispensatie kon worden gegeven.

Deze gevallen dienen ter zake, en zullen na het zomerreces door ons besproken worden.

Anders staat het met wat Prof. Dr. Bavinck hierop nog volgen laat, in dezer voege:

ijet derde geval is van eenigszins anderen aard, wijl het niet de erkenning van het candidaat's-, maar van het admissie-en het propaedeutisch examen betreft Maar het is in zijne soort toch niet minder welsprekend

Een student van het propaedeutisch jaar alhier v-rloor in het begin van het jaar 1899 zijn vader door den dood en moest daai'om voor een tijd naar huis komen, om toezicht te houden op de zaak zijns vaders, wijl zijne broeders en zusters allen jonger van jaren waren dan hij.

Daar zijn ouderlijk huis in de nabijheid van Am sterdam gelegen was, besloot hij, de Theol School te verlaten, en student te worjen aan de Vrije Universiteit, wier colleges hij gemakkelijk met enkele minuten sporens bezoeken kon

Maar hij was hier aan de Theol School reeds geruimen tijd bezig, om zich voor te bereiden voor het propaedeutisch examen, en wilde dit daarom gaarne eerst hier afleggen, om dan na de groote vacantie naar de Vrije Universiteit te gaan.

Hij wendde zich tot een der Hoogleeraren met de vraag, of dit mogelijk was en of , ijn propaedeutisch examen zou worden erkend

Maar het antwoord was wederom afwijzend Be doelde student kon wel eens het verzoek indienen, of hij van het admissie-ex< Lmen kon vo den vri gesteld, maar de Hoogleeraar kon volstrekt nie zeggen, of dit verzoek zou worden ingewilligd In elk geval was er van vrijstelling van het propae deutisch examen geen sprake. Dan konden er, zoo werd gezegd, wel komen, die in Juli eind-examen deden aan het gymnasium te Kampen en in de daaraanvolgende maand September aan de Theol.

School propaedeutisch examen aflegden. De eischen waren te Kampen minder. De studie aan het Geref. gymnasium te Amsterdam en aan de Vrije Uni versiteit strekte zich verder uit In geen geval kon de aspirant dus rekenen op vrijstelling van het propaedeutisch examen

Hier is sprake van een privaat gesprek van een jong man met een hoogleeraar, en dus in geen enkel opzicht van een daad, advies of besluit der Universiteit.

Dit geval had dan ook niet mogen vermeld zijn. We zullen later aantoonen waarom niet.

Nog belooft Dr. B. een slotwoord.

Men ziet nu eens, hoe goed we deden, deze zaak ter sprake te brengen. Er zat blijkbaar tendeze zekere wrok tegen de Vrije Universiteit, en daar dit niet uitgesproken werd, kon geen weerspraak volgen.

Thans daarentegen zijn we aan broederlijke bespreking toe, en zal ook dit „zeer" spoedig de wereld uitgaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juli 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juli 1900

De Heraut | 4 Pagina's