Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Drankbestrijding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Drankbestrijding.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II. (Slot).

Althans om te beginnen, zou ons bedunkens eene vereeniging, die zich uitsluitend tegen het misbruik keerde, en actief optrad om alle zedelijke factoren tegen dit misbruik te prikkelen, beter doel hebben getroffen en meer geschikt zijn geweest, om alle Gereformeerden van goeden wille te vereenigen.

Men had dan op de kerkeraden, op de predikanten, en ouderlingen, en door dezen op de predicatie, op de catechisatie en het huisgezin kunnen werken. Een goed woord vindt altoos een geopend oor.

Men had kunhen werken op de Christelijke school en haar onderwijzers.

Men had kunnen werken op de organen onzer pers.

Men had plaatselijk kunnen uitgaan, om broederen die in engeren kring aanstoot gaven, te vermanen.

Kortom, men had op allerlei wijs de overtuiging kunnen wekken, dat hier in het misbruik een kwaad te bestrijden viel, en tot dien strijd kunnen prikkelen.

En aldus had ieder, die tegen het misbruik gekant was, tot deze vereeniging kunnen toetreden, ook al zag hij er de noodzakelijkheid, en c. q. de geoorloofdheid, om absolute of partieele onthouding te aanvaarden, niet in.

Toch heeft men te Utrecht gemeend, zoo breed terrein niet te moeten innemen, maar een vereeniging opgericht, waarvan het lidmaatschap alleen voor hem mogelijk is, die 'tzij teetotaller is, 'tzij verklaart, althans nooit geestrijk vocht te willen gebruiken.

Dit nu kan in tweeërlei zin worden verstaan.

Het kan óf bedoelen: Er zijn er onder de Gereformeerden in den lande, die bij zich zei ven hebben voorgenomen, nooit geestrijk vocht, of ook bovendien nooit wijn of bier te zullen drinken. Deze broeders kennen elkaar niet. Het is daarom goed, dat ze met elkaar bekend worden. En ook, dat zij saS.m een vereeniging vormen, om den strijd tegen den drank aan te binden.

Oftewel, de toeleg kan zijn: We richten een vereeniging tegen drankbestrijding op, en wenschen dat alle leden dezer vereeniging absolute of partieele onthouders zullen zijn.

In het eerste geval is het alleen coöperatie van hen die reeds onthouders zijn. In het tweede, een propaganda voor de onthouding als zoodanig.

Nu zegt Art. 2 dit:

Leden der Vereeniging kunnen zij zijn, die instemming betuigen met beginsel en doel, en dit betoonen door zich van alle alcoholische of alleen van gedistilleerde dranken te onthouden.

Ten deele zou men dus zeggen: Geen propaganda voor onthouding, alleen maar geen coöperatie dan met hen die onthouders zijn.

Maar in een ander licht komt dit te staan, door de verklaring die er feitelijk inligt, dat alleen zij, die zich absoluut of partieel onthouden, toontn met beginsel en doel in te stemmen.

Nu is dit beginsel en doel in Art. i en 2 aldus uitgedrukt:

De Gereformeerde Vereeniging voor drankbestrijding stelt zich op den grondslag van Gods Woord, naar de opvatting van de Drie formulieren van Eenigheid, en gaat dienovereenkomstig uit van de volgende beginselen:

10. dat de zonde nimmer in eenige stof zelve gelegen is, dus ook niet in de alcoholische dranken als zoodanig;

20. dat onder bepaalde omstandigheden öf in het persoonlijk leven öf in het leven van anderen, het niet gebruiken van deze dranken tot de eere van God en tol het welzijn van den naaste strekken kan;

30. dat de tegenwoordige tijdsomstandigheden het geregeld gebruik van alcoholische dranken, als een steunen van de drinkgewoonten door den Christen veroordeelen.

Het doel der Vereeniging is, het bewustzijn van de waarheid dezer beginselen te wekken en levendig te houden en de toepassing er van zooveel mogelijk te bevorderen.

Met dit beginsel en dit doel nu kan men het, naar luid van het referaat van Ds. Gispen, zeer wel eens zijn, zonder zich aan te sluiten bij de onthouders.

Volgens de Statuten daarentegen in Art. 4 blijkt die overeenstemming met beginsel en doel alleen dan genoegzaam aanwezig te zijn, wanneer men tot de onthouding overgaat.

Ligt hierin nu niet het gevaar, dat men drie trappen van heiligheid tegen het drankmisbruik krijgt.' Eerste trap, zij, die wel tegen het misbruik zijn, maar het gebruik voortzetten. Tzveede trap, zij, die tegen het misbruik zijn, en den sterken drank opgeven, maar nog niet wijn en bier. En eindelijk de derde trap: Zij, die uit zedelijken wrevel tegen het misbruik, én van sterken drank én van wijn en bier afstand doen.

Alleen de volstrekte teetotallers zijn dan, wat men noemt, vol. De andere de zwakkere broeders.

Al is het dus volkomen juist, dat hier geen belofte wordt afgevergd, toch komt de af te leggen verklaring op hetzelfde neer. Wie later tot het inzicht komt, dat onthouding niet geraden is, en weer tot gebruik overgaat, behoort hiervan toch, als eerlijk man, aan het Bestuur kennis te geven, en houdt op lid der Vereeniging te zijn; en zonder eenigen twijfel zal het Bestuur dit als een zedelijke zwakheid, en als het weer afdalen tot een lager zedelijk standpunt, in hem afkeuren, zoo niet beproeven, hem van zijn besluit terug te brengen.

Propaganda voor de Vereeniging wordt hierdoor feitelijk propaganda voor de onthouding.

Gelijk elke Vereeniging, zoo zal ook deze trachten haar ledental uit te breiden. Ze zal dat eerst doen onder wie reeds onthouders zijn. Maar daarna door op onthouding aan te dringen.

En nu ligt het er eenmaal toe, en is er niets aan te doen, dan wordt die propaganda der onthouding hoofdzaak.

Andere middelen komen er ook wel bij, maar het uitbreiden van de onthouding wordt daiï het groote middel om zijn doel te bereiken.

Het is volkomen waar, dat de Vereeniging dit niet als haar doel opgeeft.

Integendeel, Art. 3 zegt dienaangaande:

Ter bereiking van dit doel zal de Vereeniging zich van de volgende middelen bedienen:

a. periodieke en andere geschriften; b. openbare vergaderingen; c. persoonlijken arbeid; d. adressen aan kerkelijke-, philantropischeen sociale vergaderingen of vereenigingen en aan de Overheid.

Maar hoe voorzichtig dit ook gesteld is, aan het genoemde gevaar kan ze niet ontkomen, want het bestaan en de uitbreiding der vereeniging is en blijft altoos het stilzwijgend hoofddoel, dat, al spreekt geen enkele vereeniging het in haar statuten uit, toch zoo van zelf spreekt, dat het zelfs niet genoemd behoeft te worden; en dat hoofddoel staat en valt, volgens Art. 4, met de onthouding.

En hier nu liggen de voetangels en klemmen.

Immers zoodoende komt men van zelf op het breede spoor, dat reeds door tal van andere vereenigingen bereden wordt. Ongemerkt zal men met die andere vereenigingen in coöperatie komen. En daar zij oudere brieven hebben, veel machtiger zijn, en veel breeder trein voeren, zal men, eer men het vermoedt, aangehaakt worden, en zijn bijzonder eigenaardig karakter pro memorie zien uitgetrokken.

Zoo zal men al sterker voeling krijgen buiten onzen kring, en daarentegen ons en anderen afstooten, of althans buitensluiten, die tegen zulk een in vereeniging optreden van onthouders of tegen de onthouding zelve, als generale maatregel, bedenking blijven koesteren.

Aldus zullen de krachten die er zijn, verdeeld en gescheiden blijven, en de actie zal niet geven wat men er van verwacht.

Dat onthouding in bijzondere gevallen en in een bepaalden kring Christenplicht kan zijn of worden, was steeds ons gevoelen. Er zijn ook onder ons personen te zwak voor zelfbeheersching bij gebruik. Er zijn personen, levende in gezinnen, waarin alleen onthouding redding kan aanbrengen. Er kunnen plaatselijke gewoonten bestaan, die een rigoureus optreden noodzakelijk maken.

Maar dit is heel iets anders dan een vereeniging voor heel het land, en in het generaal voor een ieder, die toch eigenlijk de stelling verkondigt, dat, als het goed was, alle Gereformeerden als één man, en met alle vrouw, tot de teetotallers moesten overgaan.

Kon dit, men zou het heerlijk vinden; Blijk van hooger geestelijk krachtsbetoon.

En gebeurt dit nu niet, en treden op de tweemaal honderdduizend volwassen personen onder ons slechts twee duizend toe, dan maakt het den indruk, alsof de groote massa in onzen kring toch eigenlijk zedelijk achter staat bij de ascetische opoffering, waartoe, ook buiten onzen kring, duizenden besloten.

Natuurlijk is dit door de geachte oprichters van verre niet zoo bedoeld, en is door hen eer stelselmatig er op aangestuurd, om dit gevaar te ontwijken en deze klip te ontzeilen.

Maar de uitkomst zal ook hier leeren, dat beginselen zuigen, ook waar niemand trekt.

Het beginsel komt hier op uit het isoleeren van ééne enkele zonde uit het complex van de zonde als geheel, en uit het isoleeren van één medicatiemiddel uit de velen.

Het gevaarlijkst wordt dit ascetische streven zoo het bedoelt, door asceti.sche offerande den hemel te verdienen. En in dien boezen zin wijzen de oprichters het beslist < en uit volle overtuiging af.

Maar dit neemt niet weg, dat geheel dit streven, zoodra het gegeneraliseerd en van zijn naastbijzijnd motief los wordt gemaakt, psychologisch altoos een bedenkelijke uitwerking heeft; en bij alle volledig vertrouwen dat we in de waakzaamheid dezer broeders hebben, zoo hebben zij het toch niet in hun macht, deze uitwerking bij anderen te voorkomen.

Voorzeker, er is een Principienreiterei, die alle goede dingen tegenhoudt, onder een ideaal voorgeven van naar het volmaakte te streven. En ook zij, die uit zinnenlust zich soms ook in het drinken bezondigen, ontzagen zich lang niet altoos, deze bedenkelijke neiging met zoo ideaal beweren te bemantelen.

Arglistig is nu eenmaal het menschenhart. Wie zal het kennen.'

Maar een Vereeniging met een lijst van leden, van wie nu ieder weet: Dat zijn de onthouders, en wie daarop niet voorkomt drinkt nog altijd, kan voor dat arglistige menschenhart evengoed tot een verzoeking worden.

Van zelf heeft men dan, zelf onthouder zijnde, voor wie op die lijst staat zekere sympathie en voorkeur; tegen wie er nog op ontbreekt, zijn bedenking.

Zoo wordt iemands verhouding tot deze vereeniging een soort merkteeken en iets waarmee gerekend wordt.

Er zullen er zijn, die onthouder worden, om op die lijst te komen.

Ons zou het daarom verre verkieslijk zijn voorgekomen, indien Art. 4 nooit zijn staart had gehad; en nog zouden we het winste achten, zoo deze staart er weer afging.

Instemming met doel en beginsel moet volstaan voor elk lidmaatschap.

Elke nadere qualiteit van zedelijken aard, die hieraan verbonden wordt, maakt het artikel topzwaar.

Zeker is het jammer, dat zij, die deze bedenking hebben, ze niet op de stichtingsvergadering hebben ingebracht. Herziening van statuten is altoos lastig.

Doch dit ligt er nu eenmaal toe, en daarom mag toch de 'wensch niet onderdrukt, dat deze Vereeniging ruimte voor alle broeders mocht openen, die met de stichters overtuigd zijn, dat coöperatief optreden op het organisch terrein der kerk ter bestrijding van deze volkzonde, gewenscht, ja, noodig is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Drankbestrijding.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 september 1900

De Heraut | 4 Pagina's