Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„€en land zonder ordeningen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„€en land zonder ordeningen.”

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

[NIEUWJAAR]

Een stikdonker land, als de duisternisse zelve, de schaduwe des doods, en zonder ordeningen, en het geeft schijnsel als de duisternisse. Job 10 : 22.

Ook de negentiende eeuw is alsnu ten einde gebracht, en de twintigste eeuw begint haar loop.

Dank dan den Heere uw God, dat Hij in zijn gunste ook dit volle jaar u 7Wg staan liet, en bid yuriglijk, dat ge in het dragen van vrucht voor Zijn eere, ook het eerste jaar van de nieuwe eeuw, die intrad, overvloedig moogt zijn.

Het kenteren en omgaan van tijden en van jaren vraagt om dit vernieuwde offer uwer dankzegging, en roept u tot die vurige gebeden op. Ge ziet dit jaar wel niet, en die eeuw kunt ge niet grijpen. De tijd met zijn indeelingen is wel een geheimzinnige, onzichtbare macht. Maar toch is ze wesenlijk, is ze een macht die u beheerscht. Niet maar een tikken van de klok, of een spel op de wijzerplaat, en veelmin nog een verzinsel, neen, een wezenlijke macht Gods, één van zijn groote ordeninge? i; en aan die ordeningen Gods hangt uw menschelijk leven.

Het verschil tusschen het graf en tusschen ons leven is juist, dat in den dood alle ordening weg valt, en dat in het leven de orde ningen Gods ons staande houden. Hoor maar hoe Job het graf noemt: „een stikdonker land als de duisternis zelve, een schaduwe des doods, en zonder ordeningen".

Dat kwam uit in de schepping. Eerst de aarde woest en ledig, met duisternis op den afgrond. En toen begon het spreken Gods, en uit dat spreken Gods kwamen de groote ordeningen. Eerst van het licht, dat doorbrak door de duisternis. Toen de scheiding van hemel en aarde, van land en zee. Tot eindelijk zon, maan en sterren ons ontdekt werden, als de teekenen aan het firmament, die door hun ordeningen ons leven verrijken en beheerschen zouden. Zoo schiep God door die ordeningen het licht en de duisternis, zomer en winter, hitte en koude, zaaiing en oogst, vruchtbare en onvruchtbare tijden, en alzoo vond heel ons rijke leven in die ordeningen Gods zijn oorsprong. Zelfs in het groote werk der genade gaat de hooge beteekenis dier ordeningen door. Want zoo zegt de Heere, Die de zon ten lichte geeft des daags, de ordeningen der maan en der starren ten lichte des nachts: indien deze ordeningen van voor mijn aangezicht zullen wijken, spreekt de Heere, dan, maar ook dan alleen, en dan eerst zal ook het zaad Israels ophouden, dat het geen volk zij voor mijn aangezicht, al de dagen." (Jeremia 31:35, 36.)

Wat ons aangrijpt bij de wisseling van eeuw en jaar is dus niet iets van onze inbeelding, dat we zóó, maar ook anders, konden inrichten. Niet wij. God maakt een jaar en voleindt het. En evenzoo, niet wij. God maakt de eeuw en doet ze in het niet terugzinken.

Het zijn tijden en ommegangen die vaststaan door zijn bevel. Door Zijn zon, en door Zijn maan, en door den afstand waarop Hij onze aarde om die zon, en die maan zich om onze aarde wentelen Iaat,

In dat alles is zijn goddelijk doen, is de majesteit van zijn hoog gebod. Het is God zelf, Die in dat omgaan van jaren en eeuwen recht-

streeks tot uw hart spreekt, en Die wil dat ge op dit doen Zijner majesteit merken zult.

Het is zoo, die ordeningen Gods gaan nog vee fijner door. Elke maand spreekt zijn maan u van Gods majesteit, en daarom beval Hij Israël bij elke nieuwe maan voor zijn aangezicht te jubelen. Elke week brengt u van die ordeningen Gods het getuigenis, en bij eiken nieuwen SabbatL roept Hij u tot aanbidding op. Elke morgen dat de dag weer nieuw begint, brengt u op de knieën om uw God te danken. Ja elk uur, en elke polsslag doet die ordeningen Gods in uw eigen leven en tot in uw bloed natrillen. Maar dat alles keert te telkens terug, om ons in ons onaandoenlijk hart sterk te roeren. En machtig dreunt die sprake Gods van zijn ordeningen on dan eerst door het hart, als heel een jaar voleind is; en machtiger nog, als heel een eeuw op zijn Goddelijk bevel zich voor een nieuwe eeuw die komt, terugtrekt.

En daar rust ons hart in. In de wetenschap, dat Gods ordeningen heel ons leven beheerschen. Dat Hij, wiens oog nooit sluimert, door die ordeningen heel de gedaante der wereld en het leven op die wereld, in stand houdt. En dat, wat die nieuwe eeuw ook in baar schoot verberge, het altoos de Heere onze God is, Die ons met zijn heilige ordeningen o|)wacht. Dat, en dat alleen, geeft vastheid, biedt zekerheid, en spreidt onder ons den onwankelbaren grond des vertrouwens.

En dit te meer, nu onze God, om dit vertrouwen in ons te versterken, die ordeningen in het Noachitisch genadeverbond met heel deze wereld, en met al wat op die wereld adem heeft, door opzettelijke belofte bezegeld heeft, en die belofte door zijn boog in de wolken nog telkens voor ons vernieuwt: „Voortaan al de dagen der jaren zullen zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht niet ophouden."

„Totdat Jezus op de wolken wederkomt" voegt de verloste er als vanzelf aan toe. Dan zullen heel andere, nóg heerlijker ordeningen gelden. Maar tot op dat oogenblik, dat het Teeken van den Zoon des menschen zal verschijnen, staan de ordeningen, die nu ons leven beheerschen, vast, en is in die vastheid van Gods ordeningen de rust van ons hart.

God met zijn ordeningen altoos voor ons uit, om ons op te wachten; met zijn ordeningen ons overschaduwend en beschermend ; door die ordeningen ons aanzijn, dat anders één bajert zijn zou, verheffend tot een geordend, vast inéén zittend, met vasten tred zich voortbewegend leven.

Maar dan gaat die macht van Gods ordeningen ook in uw inwendig leven door. Dan geldt diezelfde heerschappij uws Gods ook in de ordeningen des Heeren voor uw zedelijk leven, in wat gij doen en laten zult, in de schikkingen van uw levenstaak, in de inrichting van uw huislijk saamleven, in uw tijdbesteding, in het gebruik van uw krachten en talenten, in uw verkeer onder menschen, in uw spreken en zwijgen, in uw eten en drinken, in uw ontvangen en in het uitgeven van uw geld, in de opvoeding van uw kinderen, in uw gedragingen jegens uw ouders, kortom, in al wat uw veelzijdig menschelijk leven uitmaakt.

Ordeningen uws Gods voor den loop van zon maan en starren, en daardoor uw uitwendig leven gebonden, maar ook ordeningen Gods voor wat ge zelf denkt, spreekt of doet, en daardoor orde en regelmaat aangebracht in uw 'inwendig bestaan.

En daarom uw doen en laten niet een spel van gril, inval of willekeur, maar in alles en bij alles de ordeningen Gods op u aandringend in zijn zedelijke orde, in zijn wet, in uw conscientie, opdat ge bij alles en onder alles nooit zeggen zoudt: „Zoo wil ik het, " maar bij alles bidden zoudt: „Uw wil geschiede door mij op aarde, gelijk ze in de hemelen door uw engelen geschiedt."

Want dit juist is de heerlijkheid der engelen, dat ook zij hun ordeningen hebben; en dat ze, zonder ooit van die ordeningen af te laten, volvaardig letten op het woord dat uit Gods mond uitgaat. En ónze zonde en ónze ellende komt altoos daar uit voort, dat ook wij wel in en bij en voor alles die ordeningen onzes Gods hebben, maar dat we of die ordeningen niet kennen of doorzien, óf, als we ze kennen, er ons niet aan storen, en doen wat óns gelieft of gelijk het óns gevalt.

De ordening voor een spoor zijn de rails. En zoolang de trein over die spoorstaven heenglijdt, gaat het vlot, vlug en snel. Maar ook, als de trein die rails verlaat, komt het ongeluk. En wat nu die rails zijn voor den trein, zijn Gods ordeningen voor ons leven. Wie in die ordeningen gaat, gaat vlug en vlot voorwaarts, maar zoo dikwijls we uit die ordeningen uitglijden, verderven we ons eigen geluk.

En dat nu gelooft ge meestal niet. Ja wel ordeningen Gods voor de groote dingen van uw leven. Maar om in te zien en te gelooven, dat er ordeningen Gods voor alles, tot in het kleinste toe zijn, dat ontsnapt u, daar denkt ge niet op, en zoo beperkt zich voor u het vragen naar Gods wil tot de enkele groote gebeurtenissen, en voor het overige leeft ge er gedachteloos op toe.

En dit nu doet uw leven wankelen, uitglijden, en zoo telkens ontsporen.

In den loop van zo.i, maan en sterren is alles bepaald, gaat het alles op een haar, en zou de kleinste afwijking heel het firmament ontredderen. Gods ordeningen voor het leven dat zich boven u welft, zijn tot in het kleinste doorgaande.

En zoo ook kan aan den hemel van uw persoonlijk en huislijk leven dan alleen hooger licht zijn lieflijk schijnsel geven, zoo ge ook in dit uw kleine leven bij alle dingen Gods ordeningen aanziet, en met de teederste conscientie u zoo keert en beweegt, als het naar die ordeningen uws Gods zijn moet.

Zijn er zoo ordeningen Gods die van uit het firmament heel het leven onzer wereld beheerschen, en ordeningen Gods in zijn zedelijke wereldorde, die voor heel uw leven op die wereld den maatstaf aangeven, niet anders staat het met het rijk der genade.

Daarvan leeren de starren u niets, en leert de zedelijke wereldorde u niets, want het rantsoen voor uw ziel kan de wereld en dat firmament u niet brengen. Dat rijk der genade is een afzonderlijke schepping van de ontfermingen uws Gods, en buiten die wonderwereld van genade is er ook voor uw ziel geen behoudenis.

Maar ook in dat rijk der genade vermag uw willekeur niets, en hangt het nogmaals alleen aan Gods ordeningen.

Zelf, ook in zijn ontfermingen, door niets en door niemand bepaald, is Hij de Heere uw God het. Die ook daarin alles, en dat voor een ieder, bepaalt. De weg des "heils is door Hem ontsloten, de mijlpalen op dien weg zijn door Hem ge-' steld, de omwendingen van dien weg zijn door'^ l Hem uitgemeten, en alleen wie in dat spoor gaat, en alzoo den weg vervolgt, komt eens uit bij de eeuwige zaligheid.

Eigenwillige religie is majesteitsschennis.

Vandaar de duisterheid die ook de zoekende zielen bevangt, zoo ze verzoening najagen, maar op eigen verkozen manier, en niet naar Gods ordinantie. Da.n wordt het een eindeloos loopen om de muren van het heilig Sion, maar de poort, waardoor ze in dit Sion zullen ingaan, wordt nooit gevonden.

En daarom macht uit het Koninkrijk Gods is er onder menschen alleen uitgegaan van die geesten s en in die kringen, die ook voor den weg des heils de ordeningen Gods weer aanzagen, en nooit andere genade dan in den weg van zijn orde ningen hebben begeerd.

Predikt nu de ommegang van jaar en eeuw ook ditmaal weer zoo machtig de majesteit van die ordeningen des Heeren, blijf dan b die heugenis van het verleden, en bij het vreezen voor de toekomst niet staan, maar laat die maje.steit van de ordeningen uws Gods dan met vernieuwde kracht tot heel uw leven u doordringen.

Keer van dat zeeziek deinen in uw zedelijk leven weer terug tot de vastheid van Gods ordeningen in zijn zedelijke wereldorde, en zet den trein van uw leven weer zuiverlijk op de spoorlijn der Goddelijke gerechtigheid.

Laat af in het zoeken van uw eeuwige zaligheid van dat doelloos, eigenwillig rondtasten, en voeg u naar de vaste ordeningen die de Heere in zijn ontferming voor den weg des heils gegeven heeft.

En dan dit nog.

Is uw God een God die heerscht door vaste ordeningen, zoek als kind van uw God dan ook zelf in vaste ordeningen voor uw dagelijksch leven heil. Staande onder de ordeningen Gods, hebt ook gij ordeningen te bestellen, en vaste orde in te zetten, in hetgeen God u heeft toevertrouwd.

Alle slordigheid en wispelturigheid in uw leven strijdt tegen den vasten regel van Hem, Wiens heerschappij zich in vaste ordeningen verheerlijkt.

Het is dat gemis aan orde, aan vastheid, en regelmaat, dat den vrede in huis en maatschappij zoo telkens verstoort, u in uw ambtelijk weik of in uw beroep en bedrijf tekort doet schieten, de opvoeding bederft, uw gedachten in verwarring brengt, u tijd en kracht doet verspillen, en onrust over het gemoed brengt.

Weest dan ook hierin navolgers Gods als geliefde kinderen.

Wandelt in zijn ordeningen, en regelt wat u is toebetrouwd door tiw ordeningen. Dan zal uw kracht verdubbeld worden, vrede zal u inwendig versterken, en de verborgenheid des Heeren zal over uw tente zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1900

De Heraut | 4 Pagina's

„€en land zonder ordeningen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 december 1900

De Heraut | 4 Pagina's