Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Recensiën.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Recensiën.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geschiedenis der Oud-Gereformeerde kerk in het Graafschap Bentheim en het Vorstendom Ost-Friesland, door J. Schoemaker, predikant te Lutten. Uitgave van A. Kropveld, Hardenberg.

Na een kort overzicht van den staat en de geschiedenis der Gereformeerde kerk in het graafschap Bentheim van de i6e eeuw tot de scheiding omstreeks 1837, is in dit werkje beschreven hoe door scheiding de Oud-Gereformeerde kerk in Bentheim en Ost-Friesland is tot stand gekomen, waarbij blijkt, hoe hare stichting eenerzijds door het verval in leer en tucht in de Geref. kerk, andererzijds door geestelijke opwekking en door den gezegenden arbeid van oefenaren, die er in het graafschap altoos veel geweest zijn, is voorbereid en bevorderd.

Men vindt hier voorts een verhaal van de vervolgingen, die in deze kerken om der waarheid wille geleden zijn, en van den strijd voor vrijheid van godsdienst, waarbij de gezegende arbeid van Ds. J. Bavinck en anderen in herinnering gebracht wordt, en ook uitkomt, dat de scheiding in Bentheim met die in Nederland altoos in nauw verband gestaan heeft. Ten slotte wordt een woord gewijd aan de nagedachtenis van Ds. J. B. Sundag en II. H. Schoemaker, geestelijke vaders van de scheiding in 't graafschap. Het boekske is zeker voor de rechte kennis van de geschiedenis dezer kerken veel waard, wijl de auteur van onderscheidene actestukken en andere authentieke bronnen heeft kunnen gebruik maken. Jammer, dat het door vele germanismen en taalfouten ontsierd wordt.

Talmage's Preeken voor onzen tijd. Het onverdelgbare boek. Jeremia 36 .• 23. W. H. Zurich Doetinchern.

Eene uitmuntende Nederlandsche vertaling eener bezielende predicatie van Talmage, waarin deze beroemde prediker met groote beslistheid opkomt voor het gezag van heel de Heilige Schrift als het Woord van God. Er is zeker ook in Nederland nog een groote kring van menschen, waarin deze geheel eigenaardige en met gloed geschreven preeken tegen den invloed an het ongeloof en den geest dezer eeuw uitnemenden dienst kunnen doen.

Hartelijk bevelen wij daarom Talmage's reeken aan. De' prijs is zeer gering.

Laten velen, ook uit de Geref. kringen, deze uitgave steunen, opdat zij niet met den zesden aargang-, die nu begint, moet gestaakt worden.

De „Chineesche kwestie" van Henri Borel t i besproken door Dr. j. R. Callenbach. Met eene h bijlage.'Nijkerk. G. F. Callenbach.

De heer Borel had in De Gids een artikel geschreven over de Chineesche kwestie, waarin hij, evenals tal van couranten, vooral Duitsche, de oorzaak van de Chineesche moeielijkheden zoekt bij de zendelingen. Dr. Callenbach schreef daar een artikel tegen, maar De Gids wilde het niet opnemen. Daarom wordt het nu als brochure uitgegeven.

De schrijver neemt niet eiken zendeling en niet elk optreden der zendelingen voor zijne rekening. Niettemin is zijn geschrift een warm pleidooi ten gunste der zending in 't algemeen. Ook moet de heer Borel wegens zijne zeer oppervlakkige waarneming en niet-onderscheiden tusschen de Roomsche en Protestantsche zending menige veer laten. Principieel wordt Borel's antipathie tegen den arbeid der Christelijke zending uit diens „Oostersche mystiek", en weerzin tegen het kruis van Christus verklaard.

Bij de vrienden der zending zal Dr. Callen-' bach's brochure een goed onthaal vinden, en zij heeft daar recht op.

Overzicht van het Nederlandsch armwezen door Jhr. Mr. H. Smissaert.

Uitgegeven te Haarlem Willink & • Zoon. door H. D. Tjeenk Willink & Zoon.

Dit werk is eene vertaling van eene monographie, een vorig jaar door Jhr. Smissaert geschreven onder den titel, „l' Assistancepublique et la Charité privée dans les Pays-Bas."

Toch is het niet louter eene vertaling daarvan. Er is bovendien in opgenomen een hoofdstuk over Weezenverzorging enz., en het statistisch gedeelte is bijgewerkt kunnen worden tot 1898.

De schrijver wil het niet als een volledig, maar als een beknopt overzicht van de geschiedenis, de wetgeving en den huldigen stand van het armwezen ten onzent beschouwd hebben.

Ook heeft hij zich heel het werk door binnen deze grenzen weten te houden, wat hem zeker, bij den rijken schat van kennis, dien hij blijkt op dit terrein te bezitten, meer dan eens zelfbeheersching gekost heeft.

Men vindt in deze studie vooreerst een zeer kort, maar helder overzicht over de armenzorg van de vestiging van het Christendom af tot aan de in 1854 in Nederland aangenomene en in 1870 gewijzigde armenwet.

Vervolgens eene uiteenzetting van het bedoelen dier wet en van de resultaten, die haar naleving heeft opgeleverd, waarbij o. a. uitkomt, dat van de 14 millioen gulden, die gedurende 1898 voor de armen in Nederland werden uitgegeven, 44.1 pCt. door de burgerlijke armbesturenj 41 7 pCt. door de kerkelijke en 14.2 pCt. door bijzondere instellingen opgebracht werd.

Voorts eene beschrijving van de wijze, waarop de burgerlijke armb.esturen, de kerkelijke en bijzondere instellingen in het verzorgen der armen te werk gaan, en belangrijke opgaven in zake de zorg voor oude lieden en gebrekkigen, weezen en verwaarloosde kinderen.

Dan een hoofdstuk over ziekenzorg, waaronder de arbeid voor behoeftige kraamvrouwen, krankzinnigen, idioten, doofstommen, drank zuchtigen en anderen is opgenomen en een slothoofdstuk over de werkverschaffing.

Voor een billijke beoordeeling blijve men indachtig, wat de schrijver met nadruk zegt, dat hij niet meer dan een inleiding op dit onderwerp heeft willen leveren.

Niettemin zal deze studie voor velen heel wat licht over dit uitgestrekte terrein verspreiden en zal zij zeker tot diepgaander en breedvoeriger studies over detailpunten prikkelen.

Ook zal niemand, die in deze quaesties meê zal willen spreken, haar ongelezen mogen laten, en zoo mag de schrijver zich verzekerd houden, dat zijn arbeid goede vruchten zal afwerpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Recensiën.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1901

De Heraut | 4 Pagina's