Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De Alpha en de Omega.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Alpha en de Omega.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben de Alpha en de Oméga, het begin en heleinde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige. Openb. I : 8.

Op tal van ovde gedenkstukken uit de eerste eeuwen der Christenheid vindt men den naam van Christus aangeduid met een geheimzinnig merkteeken.

Vooral twee van deze mystieke merkteekenen komen daarbij veelvuldig voor. Het ééne bestond in den vorm van een visch, omdat een visch in het Grieksch Ichthus heet, en die vijf letters de aanvangletters vormden van de formule: J(ezus), Ch(ristus), Th(eoe), U(ios), S(oter). Een formule die beduidt: Jezus Christus, Gods Zoon, onze Heiland. En het tweede, nog eenvoudiger, bestond uit de bijeenvoeging van de eerste en de laatste letter van het Grieksche alphabeth en werd aldus geschreven: AU, in het Grieksche taaieigen uitgesproken als: De Alpha en de Oméga

Het is alzoo hetzelfde, ahof wij in onze taal zeiden: De ^ en de Z. De eerste en de laatste letter, het begin en het einde. Aan de Oméga op zichzelf hechte men derhalve geen bijzondere beteekenis. Het alphabeth schikt de letters anders in het Hebreeuwsch dan in het Grieksch; anders weer in het Latijn; en nogmaals anders in onze taal. Die verschillen doen hier intusschen niets ter zake. Een Christen uit de Joden zou beleden hebben: Christus is de A en de T; in onze taal zou men gezegd hebben: de A en de Z; en naar dienzelfdeii regel heette het in de Grieksche taal: de Alpha en de Oméga.

Ligt alzoo in deze letters op zichzelf geen enkele geheimzinnigheid, groot is het mysterie, dat in de formule als zoodanig ligt.

Het alphabeth sluit alle letters in, waarmede wij alle onze woorden spellen. Alle onze woorden vormen saam onze menschelijke taal. Onze taal is het groote ons van God gegeven middel, waardoor alle onze gedachten, onze denkbeelden, onze overttdgingen tot uiting komen. In tegenstelling met ons zinlijk, lichamelijk bestaan, zijn we geestelijke wezens, en als geestelijke wezens kennen we, denken we, vormen we ons een wereld van gedachten en overtuigingen. En zoo is het heel deze wereld van gedachten en overtuigingen, die, als door de/i2«/geuit, en met behulp der letters in woorden uitgesproken of neergeschreven, saamgevat ligt in de wondere formule, dat Christus, het Eeuwige Woord, voor een iegelijk, die Hem ingelijfd is, wordt de Alpha en de Oméga, d. w. z. de bron waaruit het alles vloeit, en het einddoel waarheen het zich alles, tot in der eeuwen eeuwigheid, voortbeweegt.

Als de Christus heet de Alpha en de Oméga, beduidt dit, dat de Zone Gods, het eeuwige Woord, uw Redder en uw Heiland, van alles wat zich in uw geestelijk wezen roert of beweegt, de oorzaak is uit wien het alles opdoemt, en het rustpunt waarbij het alles eens uitkomt.

De samenhang met de belijdenis, dat de Christus het Eeuwige Woord is, springt hierbij in het oog.

Verzinnebeelden de Alpha en de Oméga onze letters, en daardoor onze woorden, en aldus onze menschentaal, die menschelijke taal is in haar woordenrijkdom de afspiegeling van het ééne, alomvattehde, Goddelij ke Woord, waardoor alle dingen gemaakt zijn.

Wij tdten ons in veelheid van woord^», Christus is het ééne. Eeuwige Woord in zich zelf.

Bij ons is eerst de zaak, dan het denkbeeld of begrip of de voorstelling van de zaak, en ten slotte het woord, waarin wij onze opvatting van de zaak uiten. Maar bij den Christus is het Woord eerst. Door dit Woord geeft Hij aan elk ding zijn ordinantie en bestaanswijs. En alzoo werd elk ding door dat Woord geschapen, ontstond het eerst door dat Woord, en ware het ondenkbaar, dat het zonder dat Woord zou beslaan hebben.

Zoo zijn alle dingen, die boven ons, die onder ons, en die om ons heen zijn, geschapen, en zóó en niet anders zijn we zelven ontstaan. Eerst zijn we in het Goddelijk raadsbesluit gedacht, en toen zijn we, zóó als we in het Goddelijk raadsbesluit gedacht waren, geschapen, geformeerd en ontstaan. Zoo was het bij onze eerste, en niet anders was het bij onze tweede geboorte. Altoos eerst de gedachte Gods over ons in het Raadsbesluit, toen de verwezenlijking hiervan in het eeuwige Woord, en, ten slotte, de verwerkelijking van ons wezen door het Woord,

En nu is ons, menschen, van Godswege het hooge voorrecht verleend, dat we van dit alles een in helderheid klimmend bewustzijn kunnen erlangen. Dat we van deze Goddelijke verborgenheden een levenden indruk ontvangen. Dat deze indruk bij het licht van rede en Openbaring voor ons opklaart, door ons kan worden ingedacht, door ons tot steeds helderder kennis kan worden gebracht, en dat we bovendien de heerlijke gave ons ten deel zagen vallen, oAi die verkregen kennis voor God en menschen uit te spreken, door ze te uiten in menschelijke taal, een taal uit woorden saamgevoegd, en dat alle deze woorden zonder eind zich laten herleiden tot de vijfen-twintig letters van ons alphabeth, en dat op hun beurt alle deze letters zich laten uitdrukken door de eerste en de laatste letter saam te voegen, gelijk ook wij zeggen iets van a tot z uitspreken, gelijk het in ons innerlijk leven bestaat.

En om nu scherp te doen uitkomen, dat we bij dit alles nooit oorspronkelijk zijn, en dat we bij dit alles nooit anders doen, dan afspiegelen in ons be^ wustzijn wat de oorspronkelijke volheid in Christus is, d. i. nadenken Zijn denken, daarom daalt nu in de taal der Schrift de Christus uit het Eeuwige Woord in onze taal, in onze woorden, ja, tot in onze letters neder, en wil genoemd zijn de Alpha en de Oméga, om ook in uw gedachtenwereld zijn mensch-worden, voor uw besef, te voleinden.

Ge vergist u derhalve, zoo ge deze belijdenis van den Christus als de Alpha en de Oméga uitsluitend op uw wedergeboorte, uw bekeering en uw redding ten eeuwigen leven laat slaan.

Doet ge dit, dan zweeft de weg der zaligheid voor u in de wolken, mist vasten grond, en loopt naast uw gewonen levensweg, in stede van daarmee saam te vallen. Gevolg waarvan onverbiddelijk is, dat uw Heiland voor uw geloofsbesef naast God komt te staan, en dat ge dit tweeërlei voorwerp van uw aanbidding nooit tot de innerlijke eenheid van het Goddelijk Wezen herleiden kunt.

Ongetwijfeld óók voor uw toebrenging ten eeuwigen leven is uw Heiland, het eeuwige Woord, de Alpha en de Oméga, het begin en het einde, de eerste en de laatste. Maar bij die toebrenging ten eeuwigen leven, is het toch om uw persoon, om uw wezen, om de u ingeschapen krachten en vermogens te doen. Gods uitverkorenen in het eeuwige licht zijn geen schaduwbeelden of zieleschimmen, maar voleinde menschelijke personen, die als starren blinken aan het uitspansel. Dit uw wezen, dat niet kon herboren worden, of het TnoQst^& xst geboren zijn, ligt dus achter uw wedergeboorte, en hield in een gedachte Gods, en is alzoo door het Eeuwige Woord geschapen.

Meer nog.

Gij zijt door dit Eeuwige Woord niet als eenling op u zelven geschapen, maar in verband met al Gods uitverkorenen, met uw geslacht, en door uw geslacht in verband met heel de natuur, met al de schepping van den Oppersten Kunstenaar en Bouwmeester, en ge kunt dus uzelven, uw wezen, uw persoon, uw roeping, uw bestemming niet verstaan, of ge moet teruggaan op het Eeuwige Woord, d. i. op Hem, die als het Eeuwige Woord de Alpha van alle dingen, en zoo óók van uw wezen en bestaan is, en evenzoo ook de Oméga, of het einddoel is, waarheen alle leven zich beweegt.

In zoo machtige taal heeft daarom heilige apostel beide vereenigd. de heilige apostel beide vereenigd.

We zijn overgezet uit het rijk der duisternis in het Koninkrijk van den Zoon zijner liefde, en het is die Zoon zijner liefde, in wien wij hebben de verlossing door zijn bloed. Dat is dus uw toebrenging ten eeuwigen leven.

Maar nu volgt er onmiddellijk, en zonder overgang, dat andere, dat u van uw herschepping naar uw schepping terugleidt; want van dienzelfden Christus, die u kocht door zijn bloed, heet het dan, dat Hij is de eerstgeboorne aller creaturen, dat door Hem alles geschapen is, wat in hemel of aarde bestaat, en dat dit alles ook nu nog alleen bestaat door hem.

En dan keert de apostel zich wederom van het Begin naar het Einde, en zegt ons, wederom zonder overgang, dat die Zone Gods, door wien alle ding in hemel en op aarde ook nu nog bestaat, is het Hoofd des Lichaams, de eerstgeborene uit de dooden, en dat Hij het is, die eens den eeuwigen vrede zal herstellen, in hemel en op aarde, en zulks door het bloed zijns kruises.

Aldus vlecht de Schrift schepping en herschepping en aller schepping einddoel dooreen en jneen. Ge ziet als voor oogen in uw Heiland de Alpha, uit wien het alles opkomt, en tegelijk de Oméga in wien het alles uitvloeit.

Hij staat niet meer naast God, maar is zelf God, uit het Drieëenig Wezen u in al de heerlijke openbaring van zijn volheid toesprekende. In uw menschelijke natuur, in uw eigen taal als mensch u toenaderend, en toch met al de majesteit van Goddelijke almachtigheid en Goddelijk erbarmen u overschaduwend. En juist daardoor het teweegbrengend, dat de ziel, die van Hem gevonden werd, in Hem voor alle ding haar Alpha, in Hem voor alle ding haar Oméga bezit.

Hij in den Vader, en wij in H!em, en daarom gelukzalig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's

„De Alpha en de Omega.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's