Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Troonrede en de Zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Troonrede en de Zending

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rede, waarmede de Koningin de vergadering der Staten-Generaal opent, werd ditmaal met bijzondere spanning afgewacht.

Nu als RaadsUeden van de Kroon mannen waren geroepen, die het Christelijk karakter onzer natie wenschten te handhaven, mocht verwacht worden, dat het Koninklijk woord, waarmee de Staten-Generaal geopend wordt, en waarin het program der Regeeringswerkzaamheid wordt bloot gelegd, aan dit streven uiting geven zou.

Deze hope is niet beschaamd geworden.

Er is maar één woord van lof en dank in heel onze Christelijke Pers, dat in deze troonrede zoo kloek en beslist als nog nooit te voren is uitgesproken, dat de grondslag van ons volksleven Christelijk is, en dat op dien grondslag moet worden voortgebouwd.

Van een bespreking der politieke beteekenis dezer troonrede heeft de Heraut zich te onthouden. Maar wel voegt het ons, met dankbaarheid ïèënnis te nemen van hetgeen de Regeering ons beloofde inzake de Zending in Indië.

Als Christelijke mogendheid — zoo wordt beleden:

Als Christelijke Mogendheid is Nederland verplicht in den Indischen Archipel de rechtspositie der Inlandsche Christenen beter te regelen, aan de Christelijke zending op vaster voet steun te verkenen, en geheel het regeeringsbeleid te doordringen van het besef, dat Nederland tegenover de bevolking dezer gewesten een zedelijke roeping heeft te vervullen.

Dit zijn goede woorden, die ons hope geven, dat deze Regeering, trots allen tegenstand van de Indische pers en ambtenaarswereld, de zaak der Zending met kracht steunen zal.

Ongetwijfeld zal dit niet gemakkelijk gaan.

In ons land kwam reeds een kentering ten goede. De dwaze gedachte, alsof de Zending een soort gevaarlijk goed was, dat slechts onder strenge Staats-contröle in Indië mocht geïmporteerd worden, maakte plaats voor billijker waardeering. Men leerde inzien, dat een Regeering, die der Zending allerlei struikelblokken in den weg legt en tegelijk Moskee's helpt opbouwen en aan heidensche offerfeesten deelneemt, tenslotte Neêrlands gezag in Indië niet bevestigt, maar ondermijnt.

Vooral de propaganda uit Konstantinopel gedreven voor het Islamisme in onze Oost, heeft de oogen doen opengaan voor het ernstige gevaar, dat ons gezag in Indië bedreigt.

Meer nog uit politieke dan uit religieuse overwegingen heeft daarom reeds de vorige Minister van Koloniën aan de Zending steun geboden. De subsidie van Staatswege voor Scheurer's hospitaal gaf blijk van waardeering voor onzen arbeid. En de bekende Zendingscirculaire was voor Indië een evenement.

Maar ook al zijn hier allengs de oogen opengegaan, in Indië zelf leeft men nog in het oude sop. Si Bal/ika, de bekende correspondent yan Holland's Kerkblad, deelde nog onlangs treffende staaltjes mede van de verbeten woede, waarmede deze Zendingscirculaire ontvangen was.

Men hoore slechts wat de Locomotief schreef:

We konden onze oogen niet gelooven toen we den inhoud lazen, en we vroegen ons af, of nu de politiek van non-interventie in zake de religie, waarbij wij ons sedert onze vestiging op Java wel bevonden hebben, zoo in eens over boord moet worden gegooid. Wij Indische menschen leven voor het meerendeel in de vaste overtuiging, dat althans wij in deze gewesten de schoenen van Luther en Calvijn ontgroeid zijn en dat geloofsijver hier niet kan telen. En daar komt dit inhaltsschwere gedrukte — tusschen twee haakjes een testimonium paiipertatis voor onze bestuursambtenaren — ons plotseling dezen zoeten waan ontrooven.

Kerstenen! Is de geschiedenis er dan niet om te leeren, dat het nooit goedschiks ging en dat vooral Aziaten refractairen zijn. De Portugeezen en de Spanjaarden hebben het geprobeerd en wel is het hun bekomen. Moeten wij, driehonderd jaien na hun proefnemingen, hun voorbeeld, al is het dan ook op meer humane wijze, volgen? Het is, men houde ons de opmerking ten goede, alsof men het in de laatste jaren er op aanlegt om in deze gewesten de zaden van onwil en haat met kwistige hand uit te strooien, alsof men gedaan wil geven aan het diepe en wijze inzicht onzer vaderen, die dit koloniaal rijk vestigden. Het is niet genoeg dat men aan de positie der inlandsche hoofden, de fondamenten waarop ons gezag rust, is gaan tornen, men wil het nu ook doen aan de religie. Men wil dit kinderlijke volk een godsdienst op dringen waarvoor het niets voelt, waarvoor het niets kan voelen, omdat het van een ander maaksel is, en onder andere omstandigheden leeft.

En nu moge hierna een schijnvroom betoog volgen, dat God liefde is, en alle menschen wel op hun manier zal laten zalig worden, — wat uit deze woorden spreekt, is niet anders dan de ingekankerde haat, die bij den geheel ongeloovigen, materialistischen Indo-Europeaan tegen al wat Christendom is, gevonden wordt.

Onze Regeering, die thans niet alleen uit politieke overwegingen, maar uit het zooveel hooger motief, dat Nederland als Christelijke natie tegenover Indië een roeping te vervullen heeft, aan de Zending steun verleenen wil, zal dus een harden strijd in Indië zelf te strijden hebben.

Het is daarom goed, dat men in Indië weet, dat de Regeering voor dien strijd niet terugdeinst en trots al het marktgeschreeuw kalm haar plan doorzetten zal.

En onze arbeiders in den dienst der Zending zullen God danken, dat zulk een woord van Koninklijke lippen hen in hun moeilijke taak sterken kwam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1901

De Heraut | 4 Pagina's

De Troonrede en de Zending

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1901

De Heraut | 4 Pagina's