Dr. A. KUYPEB, De Gemeene Gratie.
In ons nr. d.d. 16 Juni 1.1. berichtten wij den inteekenaren op dit premiewerk o. m.: „de betaling loopt over 3 jaren, telkens a /0.75 per kv/artaal, te beginnen met 1 Juli 1901". Verschillende inteekenaren zonden ons dan ook 1". Juli 1.1. hunne eerste betaling.
Voor den goeden gang van zaken blijkt het echter wenschelijk, de betalingstermijnen 3 maanden te verschikken, zoodat deze thans vervallen: de eerste 1 October igoi en de verdere 1 Januari, 1 April, 1 Juli 1902 enz. Begin October 1902 verschijnt het eerste deel, dat aan de inteekenaren, die dan vier maal 75 cents zullen voldaan hebben, wordt toegezonden. En zoo gaat het elk jaar voort, totdat in 3 jaar het geheele werk compleet zal zijn.
Ook den abonné's, die ons reeds gelden deden toekomen, wordt verzocht hiervan goede nota te nemen. Zij, die voor het geheele werk in eens betaalden, zullen vanzelf zonder meer, de drie dealen telkens bij verschijning ontvangen.
Aan de inteekenaren in het buitenland wordt later bericht, hoeveel door elk van hen voor extra francatuur zal moeten bijbetaald worden.
Nog zij herinnerd, dat over de inteekengelden voor „De Gemeene Gratie" niet kan worden gedisponeerd; toezending van het verschuldigde zien wij dus tegemoet, daar alleen aan de inteekenaren, die geregeld het verschuldigd bedrag doen toekomen, het werk ook geregeld zal kunnen toegezonden worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1901
De Heraut | 4 Pagina's