Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Gereformeerde beginselen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Gereformeerde beginselen.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

IX.

Tegen de gedachte, die aan heel Dr. Bouwman's betoog ten grondslag ligt, alsof buiten de kerkelijke belijdenis geen Gereformeerd beginsel zou bestaan, kan niet ernstig genoeg worden geprotesteerd.

Vooreerst is deze gedachte in lijnrechten strijd met de historie, gelijk ons vorig artikel aantoonde. Zelfs op theologisch gebied waren de Gereformeerde beginselen er, lang eer de Gereformeerde Kerken ze formuleerden in haar belijdenis.

En ten tweede leidt deze gedachte den Roomschen weg op. Nog niet zoo lang geleden is door den kundigen pater Bensdorp op dienzelfden grond betoogd, dat de Universiteit geheel subiect moet zijn aan de Kerk, omdat deze alleen de waarheid bezit en die op onfeilbare wijze kan vertolken. Op Dr. Bouwman's standpunt is aan deze conclusie niet te ontkomen. Wie de beginselen vaststelt, heeft alleen het recht om te beoordeelen, of het onderwijs aan deze beginselen beantwoordt. De Kerk, die in haar confessie de beginselen voor alle wetenschap aangeeft, moet dan ook de macht bezitten, niet alleen de Hoogleeraren in de Theologie, maar ook die in de Rechten, de Letteren, de Medicijnen, de Wis-en Natuurkunde af te zetten. De Universiteit wordt zoo geheel onderworpen aan het kerkelijk gezag. Van eenige zelfstandigheid der School is dan geen sprake meer.

Toch is met dit negatief resultaat de moeilijkheid niet opgelost.

Al is het waar, dat de Gereformeerde beginselen voor de wetenschap bestaan en door eiken hoogleeraar gekend kunnen worden uit Gods Woord en uit de daden en geschriften van het Calvinistisch Christendom .gelijk Dr. Bavinck het uitdrukte, op den duur zal het noodzakelijk zijn, dat deze beginselen nader worden gedefinieerd, opdat alle misverstand worde buitengesloten. En de vraag is, wie deze formuleering heeft vast te stellen.

Volgens Dr. Bouwman mag dit niet geschieden „bij onderling overleg, " waarmede hij schijnt te bedoelen, dat dit niet door de hoogleeraren zelf mag geschieden. Een bezwaar, dat nog pas in de Nederlander dooï Mr. De Savornin Lohman met dezelfde woorden tegen ons standpunt werd ingebracht.

Op het eerste hooren heeft dit bezwaar metterdaad een schijn van reden. De beginselen, waarvan de School moet uitgaan, zoo redeneert men, kunnen niet door de School zelve worden vastgesteld. Er moet dus een macht zijn buiten de School, die dit doet, en deze macht bezit alleen de Kerk. Zij alleen kan met autoriteit optreden, en aan haar beslissing heeft de School zich te onderwerpen.

Nu willen wij, na al wat wij vroeger gezegd hebben, er niet weer op wijzen, dat deze redeneering een petitio principii is. Door ons wordt in principe betwist, dat de Kerk de macht en bevoegdheid bezit, om voor heel de wetenschap de beginselen vast te stellen. Van daar dat zulk een kerkelijke uitspraak voor ons geen de minste autoriteit zou bezitten, evenmin als wanneer de Overheid eens ging bepalen, wat de beste wijze van kerkregeering was, of een kring van letterkundigen, wat een Christenmensch te gelooven had. Het gezag der Kerk strekt zich alleen uit over dien kring, dien God aan de Kerk toewees. Zoodra de Kerk over dien kring heen gaat, verliest haar woord voor ons alle beteekenis.

Maar dit bezwaar daargelaten, is het bovendien geheel onjuist, dat hetgeen „bij onderling overleg" is vastgesteld, voor een bepaalden kring niet als gezaghebbend zou kunnen en mogen gelden. Reeds het voorbeeld der kerkelijke belijdenis leert dit anders. Die confessie heeft wel degelijk gezag in de Kerk; alle ambtsdragers worden aan haar gebonden, en wie tegen die confessie ingaat, wordt van zijn ambt ontzet. Maar hoe ontstaat deze confessie .'Door een macht buiten of boven de Kerk.' Door een college buiten de ambtsdragers om.' Wie de historie onzer Confessie kent, weet beter. Guido de Brés stelde haar op en zond haar ter goedkeuring aan Junius, Saravia en andere predikanten, die de kruiskerken dienden. Nadat aldus, bij „onderling overleg" de Confessie was aangenomen, stelden de Synodes deze Confessie kerkelijk vast. Maar ook in deze synodale vergaderingen waren het de ambtsdragers zelf, die èn voor zich zelf èn voor de Kerken, die zij vertegenwoordigen, deze confessie met gezag bekleedden. En dat om de eenvoudige reden, dat de beginselen, in deze Confessie beleden, naar hun overtuiging, niet hun eigen denkbeelden waren, maar de eeuwige beginselen, die God ons in zijn Woord heeft geopenbaard.

Precies hetzelfde vinden wij, om een tweede voorbeeld te nemen, bij de antirevolutionaire staatspartij. Haar program van beginselen, waaraan zij zich gebonden heeft, dat als norma en toetssteen dient voor haar handelingen, en dat ieder, die tot haar gemeenschap behoort, moet beamen, is niet opgesteld door een college buiten haar, maar door haar zelf, al weder „door onderling overleg." De kopstukken der partij zijn saamgekomen, hebben deze formuleering onderling goedgevonden, en de vergadering der deputaten nam dit program als „grondwet" der partij aan. En ook hier is dat geschied, omdat de leiders deze beginselen niet zelf hebben uitgedacht, maar zij alleen vertolkten en uitspraken wat God in zijn Woord en in de geschiedenis van ons volk ons had geleerd.

Indien dan de Kerk en de Antirevolutionaire partij, om bij deze twee voorbeelden te blijven, de bevoegdheid hebben, om elk op eigen terrein „bij onderling goedvinden" de beginselen vast te stellen, die voor haar kring gelden, waarom zou dan de School niet evenzeer de macht bezitten, zulk een program van beginselen vast te stellen voor de hoogleeraren, die geroepen worden aan haar onderwijs te geven.'

Natuurlijk dient ook hier elke willekeur te zijn buitengesloten. Bij „onderling overleg" wil niet zeggen, dat een toevallige meerderheid als Gereformeerde beginselen voor de wetenschap zou mogen vaststellen, wat in strijd was met Gods Woord en de historische ontwikkeling van het Cavinisme. Maar dit geldt voor de Kerk en voor de antirevolutionaire partij evenzeer. Elke uitspraak van de Kerk blijft appellabel aan Gods Woord. En zoo ook elk judicium, dat de Universiteit geeft. Hierover behoeft onder Gereformeerden geen strijd te bestaan.

Maar wanneer de Hoogeschool, na ernstige voorafgaande studie harer hoogleeraren, er allengs toe komen mocht, om de in Art. 3 genoemde Gereformeerde beginselen nu ook nader te formuleeren, opdat in de toekomst ieder, die geroepen wordt aan haar inrichting onderwijs te geven, weten moge, wat hij onder deze beginselen te verstaan heeft, dan zien wij niet jn, waarom de School zulk een formuleering, niet bij „onderling overleg" zou mogen vaststellen. En evenmin waarom degenen, die aan deze school belast zijn met het toezicht op het onderwijs, dan niet aan deze beginselen het onderwijs zouden mogen toetsen, en een hoogleeraar, die van deze beginselen afweek, desnoods schorsen en ontslaan.

In elke vereeniging, die zelfstandig optreedt, wordt deze weg gevolgd. Waarom zou de School der Wetenschap alleen deze macht niet bezitten.'

Nu is het volkomen waar, dat zoolang deze formuleering niet gereed is, en de nadere vaststelling nog ontbreekt, de toestand aan de Vrije Universiteit niet normaal is.

Zelfs willen wij gaarne toestemmen, dat het zeer de vraag is, of het gelukken zal voor elke wetenschap en al hare onderdeden de Gereformeerde beginselen zoo nauwkeurig te formuleeren, dat daarmede alle verder onderzoek naar de grondslagen overbodig wordt.

De beperktheid van ons menschelijk weten brengt dit vanzelf mede, en ook de kerkelijke confessie kan aan die gebreken niet ontkomen. Er zijn heel wat Gereformeerde dogmata's — men denke slechts aan de leer van het werkverbond — die in de belijdenis nog niet zijn geformu'eerd.

Maar al wordt dit toegegeven, daaruit volgt nog volstrekt niet, dat het binden der hoogleeraren aan die beginselen, zoolang ze niet nader geformuleerd zijn, onwetenschappelijk is en tot tyrannie leiden moet.

De School kan aanwijzen, en heeft dit bij monde van den Senaat gedaan, op welke wijze en volgens welke methode deze beginselen te vinden zijn. De gang van het onderzoek naar deze beginselen staat dus vast. En bij elk geschil, dat er rijzen mocht over deze beginselen zelf, is er dus een objectieve en historische maatstaf gegeven, om te beoordeelen, of deze beginselen juist of niet juist zijn geïnterpreteerd. Van willekeur en tirannie kan derhalve geen sprake wezen.

Hiermede besluiten wij onze critiek op Dh Bouwman's referaat.

Gaarne nemen wij aan, dat Dr. Bouwman niet bedoelde een aanval tegen de Vrije Universiteit te richten, maar uit liefde voor deze school, aan welke hij zelf een tijdlang studeerde, haar standpunt toetste aan wat naar zijn inzicht de eisch van het beginsel was.

Toch ontsloeg dit ons niet van den plicht om tegenover deze critiek onze verdediging te stellen.

En wij deden dit, niet alleen om artikel 2 te. handhaven, maar vooral, omdat naar onze overtuiging, hetgeen Dr. Bouwman en enkelen met hem willen, ons niet op het pad der Gereformeerde beginselen, maar naar het kerkisme en in de armen van Rome terugvoeren zou.

Principiis obsta.

Bij het beginsel moet de wacht worden gehouden.

Elke vervalsching van het beginsel werkt door en zou de weeropleving der Calvinistische wetenschap onberekenbare schade in de toekomst berokkenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1901

De Heraut | 4 Pagina's

„Gereformeerde beginselen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1901

De Heraut | 4 Pagina's