Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het rechtsbesef.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het rechtsbesef.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs klaagde een der broederen, die in de ethische kringen was opgevoed dat het rechtsbesef daar schier geheel ontbrak.

Juist dat had hem de oogen doen opengaan voor het gevaar dezer richting en hem met zooveel meer sympathie voor de Gereformeerden vervuld.

Bij de Gereformeerden stond men pal voor het recht. Waar het recht geschonden of gekrenkt werd, daar nam men het voor de verdrukten op. Niet uit barmhartigheid of medelijden, om een druppel balsem in de wonde te gieten, maar met dat diepe medegevoel, dat de krenking van het recht niet duldt, omdat in het recht zich de majesteit Gods openbaart en wie het recht schendt, zich vergrijpt aan God zelf.

Wij deelen dit mede niet om een pluimpje op eigen hoed te zetten, maar omdat het bevestigt, wat reeds jaren lang door ons was voorspeld.

De ethische theologie begon met de belij denis van de rechtvaardigmaking door het geloof op den achtergrond te schuiven. Niet om den gekruisten Christus voor ons, maar om den levenden Heiland in ons moest het te doen zijn. Gods gerechtigheid werd wel niet geheel ontkend, maar de liefde Gods moest toch de hoofdplaats in de prediking innemen.

Thans in de Theologie van Ritschl, die stormenderhand Duitschland en Engeland veroverde, ging deze school nog een stap verder. Gerechtigheid bij God is er niet. Van een toornen tegen de zonde is bij Hem geen sprake. Het rechtsbesef, dat in de consciëntie ons aanklaagt en beschuldigt, is een menschelijke dwaling, die door het A Evangelie overwonnen worden moet. Dat i is de ware rechtvaardigmaking door het geloof, dat men nu achteraf inziet, dat God nooit als rechter Zijn recht tegenover ons handhaven wilde.

En evenmin als in de dogmatiek kwam de ethische Theologie voor het recht op in de Kerk. Dat het recht van Christus als Koning over zijn Kerk geschonden werd, liet haar koud, wanneer men maar gelooven bleef, dat hij als Hoofd onzichtbaar van uit den hemel door de werking des Geestes de harten der Zijnen leidde naar Zijn wil. En de juridische tucht, d. w z. het recht der Kerk om ongeloovigen uit haar midden te bannen, werd vervangen door de ethische tucht, die alleen in broederlijk vermanen bestaat. -

Zoo werd het rechtsbesef in het leven des geloofs en op het gebied der Kerk verslapt. Het recht was een lagere orde, goed voor deze wereld, maar niet voor den Christen. Voor hem gold de hoogere wet der liefde, die tegenover de handhaving der gerechtigheid staat en deze zeer verre overtreft.

Ook hierbij echter kon deze ontwikkeling der denkbeelden niet blijven stilstaan.

Het dualisme tusschen christendom en wereld, tusschen wat geldt voor God en in de Kerk en wat geldt voor het maatschappelijke leven, is op den duur onhoudbaar.

Tolstoï trok consequent de lijn door, toen hij eischte, dat het recht dan ook in de maatschappij zou worden afgeschaft. Dat de Overheid het kwaad niet meer zou straffen. Dat de rechters geen uitspraak meer zouden doen over het mijn en dijn. Dat men het kwade zou overwinnen door de liefde, maar niet tegengaan door het recht.

Daarmede heeft ook deze dwaling haar toppunt bereikt. Ze begon met het recht in God weg te nemen. Ze schafte daarna het recht af in de Kerk. En ze eindigde met zich principieel te verklaren tegen het recht in de maatschappij.

Juist daardoor echter heeft ze de oogen doen opengaan voor het verderfelijke, dat in deze dwaling schuilt.

Het rechtsbesef zit te diep in het menschenhart ingeprent, dan dat het op den duur zich wegredeneeren laat. Bovenal, wanneer, . zooals nu weer in Zuid-Afrika, zoo schrikkelijk openbaar wordt, waartoe dit krenken van het recht leidt, dan trilt in het menschenhart weer de snaar van het recht en wordt geroepen tot God, dat Hij het recht handhave tegenover menschelijke overmacht.

Maar zal ook in het leven der volkeren dat rechtsbesef weer een vast fundament vinden, dan dient in de eerste plaats weer erkend te worden het heilig recht van den Heere onzen God.

Eerst dan wanneer men zelf voor dat vaste, onwrikbare recht Gods gebogen heeft, en in den nood der ziel heeft geleerd, dat er geen vrede met God mogelijk is, tenzij aan dat recht Gods ten volle is voldaan, heeft men de hooge beteekenis van het recht begrepen en zal men met den gloed der heilige verontwaardiging er tegen opkomen, telkens wanneer in de Kerk of de maatschappij het recht door den mensch geschonden wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Het rechtsbesef.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1901

De Heraut | 4 Pagina's