Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Benoeming van Canon Gore tot bisschop van Worcester.

De Engelsche regeer'ng heeft dezer dagen den predikant Charles Gore, Canon van Westminster, benoemd tot bisschop van Worchester om Dr. Perowne te vervangen. Gore behoort tot die groep van Hoogkerkelijke mannen, welke er voor uitgekomen zijn, dat zij de tradi tioneele leer der Engelsche Episcopaalsche kerk verwerpen en d. z. „modern thought" of de moderne gedachtengang volgen. We hebben in dit blad hierop reeds gewezen bij het verschijnen van het bakende boek, dat tot titel Lux mundi droeg.

In genoemd geschrift, dat uit bijdragen van verschillende schrijvers bestaat, leverde Canon Gore een artikel over „den Heiligen Geest en de inspiratie" terwijl hij daarna een Bani ton Lecture schreef over „de Vleeschwording van den Zoon Gods".

In de kringen der dissenters verwacht men veel van het optreden van Canon Gore als bisschop van Worcester. Hij zal zich in die waardigheid weten te onderscheiden gelijk hij dit als Canon van Westminster gedaan heeft. En het kan niet ontkend worden dat Gore in Londen grooten opgang gemaakt heeft. Als hij in de beroemde Westminster Abdij predikte verdrong zich de menigte rondom zijn predikstoel. Daarbij is hij in zake het ritueel zeer gematigd opgetreden (het schijnt dat zijn gevoelens op dit punt veranderd zijn) zoodat men hem eigen lijk niet meer tot de Hoog kerkelijken reke nen kan.

Daaruit zal het wel te verklaren zijn dat Gore's benoeming in de kringen der vrije kerken zeer wordt toegejuicht. Daar echter ook in de kringen van de Dissenters de moderne Theologie ingang gevonden heeft, zoo is het ook daaruit te verklaren dat men met de benoeming van Gore op voordracht van Salesbury, zich zoozeer ingenomen toont.

Wij voor ons betreuren het, dat men in de Anglicaansche kerk niet alleen Roomsche ceremoniën toelaat, maar dat daarin ook een bisschop kan optreden, die openlijk met de belijdenis van de Episcopaalsche kerk heeft gebroken.

N.-Amerika. De Gereformeerde kerk en de Gereformeerde belijdenis.

Dr. Steffens wijst er op dat de Gereformeerde kerk van N.-Amerika niet gelijk Ds. Scholten in de Bazuin beweerd heeft, van de Formulieren van eenigheid „de verwerping van de dwalingen der Remonstranten" heeft geschrapt. Hij beweert dat toen de Gereformeerde Kerk in de nieuwe wereld gevestigd werd, zij den geheelen schat der symbolische schriften, onverminkt en onveranderd heeft aan vaard. De Synode kan de constitutie der kerk niet eigenmachtig veranderen. Maar, zal men vragen, hoe komt dan Ds. Scholten er toe om de Gereformeerde kerk aan de overzijde van den Oceaan te verwijten, dat zij de verwerping van de dwalingen der Remonstranten niet in> hare belijdenis heeft opgenomen? Wijl de Synode eene uitgave van de formulieren van eenigheid heeft aanbevolen waarin ge noemde „verwerping" niet voorkomt. En waai'om is dit geschied ? Dr. Steffens beweert dat het stellige gedeelte veel goed doen kan, indien het verspreid wordt onder de menschen, terwijl velen het ongelezen in een hoek zouden werpen, indien hun oog viel op de verwerping der dwalingen.

Dat het volk wel de stellingen der Dordtsche leerregels kan dragen en niet de tegenstelling, IS, dunkt ons, geen goed teeken. Door de te genstelling wordt men zich meer bewust van de beteekenis der stelling. Dr. Steffens geeft door zijn mededeeling toe, dat het Gereformeerde volk in N*-Amerika eigenlijk de Gereformeerde leer niet dragen kan. En dit achten wij een veeg teeken.

Evenzeer achten wij het volgende een bewijs dat in de Gereformeerde kerk in Amerika de polslag van het Gereformeerde leven niet krachtig is. In de synode wil men de verplichting van de dienaren des Woords om den Heidelberger Catechismus voor de gemeente elke week te verklaren opheffen. Hoe tracht men dit te vergoelijken?

Men heeft in de Gereformeerde kerken vele gewezen Presbyterianen opgenomen, Deze beweren dat zij alleen Gods Woord in de kerk hebben. Zij zien daarin ongetwijfeld mis. Maar is het goed dat men de gewezen Presbyterianen te gemoet komt door de prediking van den Catechismus achterwege te laten?

Wij houden het er voor dat de Gereformeerde door aan de gewezen Presbyterianen in het gevlei te willen komen, aan het kerkelijk leven groote schade doen. De ervaring heeft in Nederland geleerd, dat daar, waar de Catechismusprediking werd op zijde gezet, de gemeente hoe langer zoo meer afgeleid werd van het fundament waarop zij gebouwd is.

Rusland. Pobedonoszef

Bovenptaande naam heeft in Europa geen goeden klank. Pobedonoszef was de leermeester en raadsman van Alexander HI, en hij is tegenwoordig nog de invloedrijkste staatsman van czar Nicolaas II. Dikwijls heeft het bericht in de pers de rondte gedaan, dal hij bij den czar in ongenade gevallen was, doch telkens blijkt dit een valsch bericht te zijn geweest. Alleen dan zouden wij kunnen aannemen, dat de czar van Pobedonoszef niet meer gediend was, wanneer het bleek, dat men in Rusland wilde breken, met het daar sinds eeuwen gevolgde regeeringsstelsel. Zoo lang dit niet het geval is, heeft Nicolaas mannen als Pobedonoszef noodig, vooral wanneer zij zoo eminent zijn als deze Russische staatsman. Daar hij echter in den regel builen Rusland verkeerd beoordeeld wordt, willen wij het een en ander van zijne denkbeelden mededeelen, wijl bet ons voorkomt, dat men daardoor ook een beteren blik krijgt op de kerkelijke toestanden van hel groote Russische rijk.

In de eerste plaats moeten wij opmerken, dat al kan Pobedonoszef bij het liberalistische publiek geen goed doen, men heni niet beschouwen mag'als een man, die louter uit politieke berekening voor de Russische kerk optreedt gelijk hij dat doet. Vele staatslieden hebben den godsdienst en de kerk beschouwd als nood - zakelijk om de lagere klassen der maatschappij in toom te houden. Dit is bij Pobedonoszef niet het geval. Hij acht de kerk noodzakelijk tot aankweeking van het gemoedsleven. In dit opzicht is het streven van den procureur-generaal van de heilige Synode, in overeenstemming, met den mystieken aanleg van het Russische volkt Hij wil boven alles, dat de godsdienst een krach in het leven van het Russische volk zijn zal Een van zijn grieven tegen de hedendaagsche beschaving is, dat zij zich haast niet om den godsdienst bekommert en daarom de heillooze leer van scheiding tusschen kerk en staat voorstaat.

Wij Gereformeerden houden het er voor, dat de kerk haren invloed meer zal kunnen laten geF.en, naarmate dat zij zich vrijer kan ontwikkelen. Onder de Roomschgezinden zijn er, die dat ook beginnen in te zien, en daarom bijv. de herroeping van het edict van Nantes, als een ramp voor Frankrijk hebben leeren beschouwen. Maar voor Pobedonoszef is het denkbeeld van den Italaanschen staatsman Cavour: „Een vrijen kerk in een vrije staat" een ongerijmdheid. De staat kan wel aan de kerk volkomen vrijheid geven, en zich zelf daarvan geheel onafhankelijk verklaren, maar eene kerk, die in het geloof geworteld is, mag die stelling niet aanvaarden. Zij moet op het staatkundig en maatschappelijk leven haren invloed uitoefenen. Volgens Pobedonoszef is de kerk voor den mensch van veel hooger beteekenis dan de staat. Het is de kerk die ook den burger bezielen moet met eerbied voor de wet en het gezag, en die de overheid eerbied voor de vrijheid van den burger behoort in te boezemen. Nu trekt Pobedonoszew daaruit de gevolgtrekking, dat daarom de kerk staatskerk zijn moet. Dit kunnen wij hem niet toegeven, al erkennen wij dat de toestand van de Grieksch-orthodoxe kerk van dien aard is, dat het verklaarbaar is, dat zij die haar liefhebben, naar den uitwendigen steun van den staat uitzien.

Dat er een nationale band is die alle Russen verbindt, wordt in Rusland schier alleen in de kerk gevoeld. Aan staatkundige handelingen kunnen de Russen niet deelnemen, om de eenvoudige reden, dat zij geen staatkundige rechten hebben. In Rusland heerscht de Czar onbeperkt, er bestaat geen volksvertegenwoordiging, dié de vrijheden van het volk kan verdedigen tegen mogelijke machtsoverschrijding van de kroon. Als men gemeenschappelijk ter stembus opgaat wordt het gevoeld, dat men burger is van het vaderland. Maar de Rus kan slechts in de kerk het bewustzijn vinden van de gemeenschap met zijne landgenooten.

Pobedonoszew wijst er op, dat de Russische staatskerk door hare instellingen juist daartoe geschikt is om den nationalen gemeenschapszin aan te kweeken. In Engeland, zoo zegt hij, zitten de heeren en dames op afgezonderde betaalde plaatsen, de arme wordt in de kerk alleen toegelaten zoo hij er plaats in kan vinden, maar hij blijft er op een eerbiedigen afstand van de rijken. In de Russische kerken zijn armen en rijken door elkander gemengd bijeen. De Russische bedelaar voelt er zich even goed tehuis als de aanzienlijkste heer. Deze omstandigheid is zeker voor het grootste deel te danken aan het feit, dat er in de Grieksche orthodoxe kerkgebouwen geen zitplaatsen zijn, en er dus ook van verhuring van zitplaatsen geen sprake wezen kan. In de kerk zijn alle Russen gelijk. Ook is de afstand, die er tusschen de geestelijkheid en het volk is, niet zoo groot als elders. De Pope behoeft niet boven zijn gemeente uit te munten door geleerdheid en welsprekendheid, want hij heeft slechts eenvoudige ceremoniën te verrichten en is in den regel, althans op het platteland, uit den boerenstand of uit de volksklasse gesproten. De kerk is het gemeenschappelijk eigendom van allen, zij is gesticht en jvordt onderhouden door de gaven van rijken en armen.

Nu komt het er voor Rusland, volgens de beschouwingen van Pobedonoszef, op aan om de nationale kerk het middelpunt van het leven te laten blijven. Wanneer de verschillende secten, die van uit Europa in Rusland zijn gebracht, of die in Rusland zelf zijn ontstaan, aan de Staatskerk veel afbreuk zouden doen, dan zou de Russische staat metterdaad gevaar gaan loopen.

Er zijn ook verschijnselen die Pobedonoszef met zorg voor de toekomst der Staatskerk vervullen. In afgelegen streken wordt de kerk veronachtzaamd; zij verloopt onder de leiding van ongeschikte popes; in de meer beschaafde deelen van het Russische rijk is het dikwijls alleen de vrouw die nog ter kerk gaat, de man meent haar te kunnen missen.

Pobedonoszef schrijft dit toe aan het voortwoekeren van westersche denkbeelden. Daartegen moet allereerst de kerk worden beschermd. En die bescherming meent hij alleen te kunnen verkenen, wanneer het aan de onderscheidene kerken of secten, die er in Rusland buiten de Grieksch orthodoxe kerk gevonden worden, belet wordt om propaganda te miken voor hare gevoelens. Men mag in Rusland belijden wat men wil, maar men mag geen propaganda maken voor de denkbeelden die men koestert. Dit wordt alleen aan de voorstanders van de Grieksch orthodoxe kerk toegestaan. Deze mogen door allerlei middelen personen, die niet tot hunne kerkelijke gemeenschap behooren, trachten over te halen om zich te laten opnemen in de Grieksch orthodoxe kerk, doch wanneer dit iemand doet, die bijv. tot de Luthersche kerk behoort of die tot de secte der Stundislen is overgegaan, dan wacht hem gevangenisstraf, ja er kan, bij herhahng zijner pogingen, voor hem verbanning naar Siberië uit voortvloeien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's