Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. De benoeming van Dr. Dods tot moderator van de geünieerde Vrije Kerk van Schotland.

Dr. Marcus Dods is tot moderator of tot president van de aanstaande algemeene vergadering of synode der geünieerde Vrije Kerk van Schotland verkozen. Dit feit is van groote beteekenis. Voor weinige jaren zou men er niet aan gedacht hebben om Dr. Dods daartoe aan te wijzen. Hij werd toen nog aangezien voor een van de gevaarlijke leden van zijn kerk. Zijn „geavanceerde" gevoelens maakten dat hij met argwaan werd aangezien, en hij moest zich zelfs verdedigen op de? elfde vergadering, die hij nu geroepen is om te leiden. Nu doet zich de vraag voor: is Dr. Dods in zijn denkwijze veranderd, of is de kerk van lieverlede zijn denkbeelden gaan overnemen ?

Tot ons leedwezen moeten wij het feit constateeren, dat Dr. Dods niet veranderd is, doch dat men in de Schotsche kerken steeds meer tot zijn gevoelens ging overhellen. Door de vereeniging van de Vrije Schotsche Kerk met de geünieerde Presbyteriaansche Kerk heeft Dr. Dods ongetwijfeld meer voet gekregen. Daarbij komt, dat de geschriften van den Doctor veel opgang maakten en hij daardoor steeds meer in aanzien kwam.

Dr. Dods heeft groote moeite gehad om te worden wat hij tegenwoordig is. Toen hij zijne Godgeleerde studiën had voleindigd, wilde zijn kerkeraad hem slechts noode spreekconsent yerleenen. Hij trok geheel Schotland door om in vacante «kerken te prediken, in de hoop een beroep te krijgen; doch het duurde zeven lange jaren, voordat hij een gemeente vond, die hem tot - haar leeraar begeerde. Het scheen, dat hij ledig aan de markt moest blijven staan, totdat de Vrije Kerk van Renfield in Glasgow hem beiiep.

Gedurende twee-en twintig jaar was hij predikant te Glasgow, en in dien tijd verwierf hü zich zulk een naam als geleerde, dat hij in 1889 tot het professorale ambt geroepen werd, dat hij tegenwoordig nog bekleedt, en wel aan het New College te Edinburgh.

De opgang, dien Dr. Dod^ maakte, dankt hij in geenen deele aan de oratorische talenten waarover hij beschikt. Hij staat onbewegelijk op den predikstoel en leest op een eentonige maniei zijn geschreven stuk voor. Aan het maken van gestes waagt hij zich niet. Eens deed hij dit op aanraden van een vriend en strekte zijn hand uit om klem aan een zijner beweringen bij te zetten. Maar het scheenalfof hij niet meer in staat was om den uitgestrekten arm weer terug te trekken. Tot ergernis zijner hoorders bleef zijn arm als een uithangbord uitgestrekt tot aan het einde van zijn preek. Daarna heeft Dr. Dods geen enkele poging meer gewaagd om gesticulatiën te maken.

Dat Dr. Dods hoogleeraar werd om de jongelingschap op te leiden voor den dienst des Woords in de Vrije Schotsche kerk, is daarom niet te danken aan zijn meesleepend talent, maar aan het betreurenswaardige feit, dat in de genoemde kerk de negatieve critiek steeds meer door de voorgangers werd gehuldigd, terwijl de gemeenten steeds minder daartegen in verzet kwamen.

Door de algemeene vergadering van de Free Church werd, eenige jaren vóór de benoeming van Dr. Dods, Robertson Smith als hoogleeraar afgezet, omdat het uit zijn geschriften bleek, dat hij den aanhanger was van de negatieve critiek, die in Duiischland door vele theologen werd voorgestaan. In 18S9 werd Dr. Marcus Dods tot hoogleeraar aan dezelfde instelling benoemd, terwijl hij toch even „geavanceerd" was, als de te voren uitgeworpen Dr. Robertson Smith!

Wel werd er in de Genera) Assembly op de

leer van Dr. Dods aanmerking gemaakt, maar de vergadering liet hem in zijn ambt.

In 1901 wordt dezelfde Dr. Dods tot voorzitter gekozen van de vereenigde Vrije kerk van Schotland!

Wij kunnen hieruit opmaken, dat er een snelle afioop als der wateren heeft plaats gehad.

Ook kunnen wij steeds beter begrijpen, waarom sommige Vrije Schotsche Kerken in de Hooglanden de vereeniging met de geünieerde Presbyteriaansche Kerk niet konden goedkeuren. Ongetwijfeld hebben zij begrepen, dat he negatieve element door de vereeniging met d geünieerde Presbyterianen zou worden versterkt, en de verkiezing van Dr. Dods bewijst, dat zi niet verkeerd hebben gezien.

Geve de Heere, dat er in Schotland en En geland een terugkeeren tot de wet en het ge tuigenis moge plaats hebben!

Frankrijk. Een rectorale oratie.

De Protestantsche theologische faculteit te Parijs heeft haren cursus met een plechtige samenkomst geopend, bij welke professor Me negoz als deken een rede hield ter nagedachtenis van den gestorven hoogleeraar Sabatier. In het afgeloüpen jaar waren 98 studenten bij de faculteit ingeschreven. Dit is een groot getal, wanneer men in aanmerking neemt, dat e nog eene Protestantsche faculteit te Montauban bestaat, die den naam heeft van „evangelisch" of orthodox te zijn. Eene groote schare toehoorders was opgekomen om den hoogleeraar Allier te hooren, wiens rectorale rede, volgens aankondiging, handelen zou over Molière's blijspel Tartuffe. De hoogleeraar hield zich hierbij vooral bezig met de beantwoording der vraag, of Molière door zijn blijspel de huichelarij heeft willen veroordeelen, of dat hij de vroomheid zelve als huichelarij heeft zoeken ten toon te stellen. In tegenstelling met hetgeen De Bru netière, de hoofdredacteur van de Revue des deux Mondes, geleerd heeft, die beweerde dat Molière de vroomheid zelve heeft willen aantasten, omdat er voor Molière's spotbeeld geen origineel te vinden was, zoekt de hoogleeraar Allier aan te toonen, dat Molière's vernuft zich alleen tegen de huichelarij richtte. De Parijsche professor haalde, om zijn stelling te, staven, documenten aan, die men onlangs in de nationale bibliotheek gevonden heett. Uit deze blijkt, . dat de broederschap van het Heilig Sacrament, een goed georganiseerde Roomsche vereeniging, die de Roomsche kerk dienen wilde, zich door het stuk zoo getroffen gevoelde, dat zij zich er voor inspande, en een tijdlang met goed gevolg om de opvoering van het stuk te verhinderen.

Dit is echter geen bewijs. De broederschap van het Heilig Sacrament kan zich toch tegen de opvoering van het blijspel wel gekant hebben, omdat het de godsvrucht in een hatelijk daglicht zocht te stellen. Wij stellen ons in dit geding geen partij, maar wel' vinden wij het opmerkelijk, dat een hoogleeraar in de godgeleerdheid een letterkundig onderwerp neemt voor zijn rectorale rede. Wel een bewijs, dat de theologische vraagstukken in Frankrijk niet die belangstelling wekken, waarop zij recht hebben.

Griekenland. Het studentenoproer.

Wat is de oorzaak van de woelingen der studenten in de stad Athene, welke zelfs ten gevolge hadden, dat het Grieksche ministerie moest aftreden, zal wellicht in de laatste dagen menigeen gevraagd hebben. Wij vernamen daaromtrent het volgende:

Er bevindt zich te Liverpool een gewezen Grieksch priester met name Pollis, die he Nieuwe Testament in de nieuw-Grieksche taal overzette. De twee te Athene uitkomende bladen, de Akropolis en de Asty, drukten dagelijks stukken van die vertaling af. Het college van professoren, van de met de Atheensche Universiteit verbonden Theologische School heeft daarop het eenstemmig besluit genomen, om te verklaren, dat de vertaling van het Nieuwe Testament, uit de oude classieke taal, in een taal die door verscheidene geleerden uit de spreekmanier van het volk gemaakt is tot een nieuw Grieksche gemeenzame taal, te bestrijden is als eene ontwijding van het Evangelie. Daar toch niettegenstaande de openbaarmaking van het besluit der Theologische School en trots vele protesten, het afdrukken van Pollis' vertaling, in de beide genoemde bladen werd voortgezet, gingen de studenten van de Theologische School een protestmeeting houden, waarbij de overige studenten verzocht werden. Het einde van de zaak was, dat de studenten uit de vergadering, zich naar de kantoren van de beide bladen begaven en ook in de drukkerijen drongen, om daar groote verwoestingen aan te richten.

De politie moest zich toen wel met deze zaak bemoeien, en het eind ervan was, dat de studenten zich in het universiteitsgebouw verschansten en dat het ministerie, om zijn onhandig optreden tegen de oproerige studenten, genoodzaakt was om af te treden.

Men beweert, dat de tegenstanders van het ministerie de studenten bij hun optreden hebben aangemoedigd, en dat ook Russische invloeden daarin hebben gewerkt. Of dit waar is, kunnen wij niet nagaan; wel weten wij, dat de Heilige Synode van de Grieksch orthodoxe kerk, 'waarvan de bekende invloedrijke Rus Pobedonoszef de ziel is, den aosten November heeft beslist, dat elke vertaling van het Nieuwe Testament verboden is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's