Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rome en de Bijbelcritiek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rome en de Bijbelcritiek.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoewel minder scherp geteekend dan in de Protestantsche wereld, staan toch ook onder de Roomschen, twee partijen tegenover elkander, waarvan de eene met hand en tand zich verzet tegen de zoogenaamde resultaten der nieuwere Bijbelcritiek, de andere daarentegen een goed eindweegs met deze critiek meegaat.

Het gevaar, dat in dezen strijd school voor de Kerk, heeft reeds lang de aandacht getrokken van den paus. In de Encycliek Providentissimus Deus, Het hij zijn waarschuwende stem tegen deze liberale richting hooren, en schreef in groote trekken de beginselen voor, die bij het onderzoek der Schrift, voor de Roomsche geleerden behoorden te gelden.

Toch heeft de paus uitnemend goed ingezien, dat men in dit ernstige geding niet volstaan kan met enkele groote beginselen uit te spreken; dat de Kerk een roeping heeft, om tegenover deze afbrekende en de Schrift vernietigende critiek, positief op te treden, en dat de juiste grenzen moeten worden getrokken waardoor de ongeloovige van de geloovige wetenschap gescheiden wordt.

De paus heeft daarom een commissie benoemd van drie der kundigste kardinalen, aan welke als „consultores" zijn toegevoegd een schare van wetenschappelijke mannen, die de opdracht hebben, om te onderzoeken welke vrijheid aan de Roomsche uitleggers kan gegund worden met betrekking tot de quaesties der nieuwere critiek, en met name, wat, als onvereenigbaar met het geloof, beslist moet verworpen worden, en wat als disputabel aan de geleerden moet worden vrijgelaten.

Hoewel het werkplan der commissie streng geheim gehouden wordt, schijnt toch uit de meêdeeling in de Roomsche bladen te volgen, dat wellicht, als vrucht van den arbeid dezer commissie, zal worden overgegaan tot een geheele herziening van de Vulgaat, de Septuaginta en den „Hebreenwschen Bijbel." Met het laatste zal wel bedoeld zijn de ons overgeleverde tekst van het Oude Testament, die metterdaad hier en daar moeilijkheden oplevert, welke alleen door een voorzichtige tekstcritiek bevredigend kunnen worden opgelost.

Ongetwijfeld ligt in dit optreden van den paus een beschamend voorbeeld voor de Protestantsche Kerken. Terwijl onder deze niet één zich heeft opgemaakt, om beslist partij te kiezen tegen de nieuwere Bijbelcritiek en de grenzen aan te geven, waarbinnen die critiek zich te bewegen heeft, neemt de paus de meest zorgvuldige maatregelen, om tot een afdoende beslissing van dit zeer ernstige vraagstuk te geraken, en roept hij daartoe de knapste koppen uit de Roomsche geleerden saam.

Het schijnt soms, alsof de kracht tot belijden uit onze Kerken gevaren is. In de 16de en 17de eeuw was er geen quaestie van eenig belang — het mocht dan den strijd gelden over de beteekenis der Sacramenten, over de vrijheid van den menschelijken wil, over het gezag der traditie — of onze Kerken kwamen in Synodes saam, en na ernstigen en langdurigen arbeid, beladen zij hun geloof op grond van Gods heilig Woord.

Het is uitnemend, dat deze ons overgeleverde schat als het kostelijk erfgoed onzer vaderen bewaard wordt. Maar er schuilt een niet gering gevaar in de zelfvoldaanheid, waarmede het Confessionalisme dezen schat bewaart, en vergeet, dat een Kerk, die niet voortgaat met belijden en tegenover elke nieuw-opkomende ketterij haar dogma stelt, haar heilige roeping verzaakt, en, evenals de Oostersche Kerk, versteent in eene doodsche en orthodoxie.

Hiermede is natuurlijk niet gezegd, dat wij in elk opzicht met het plan van den paus dwepen. Het is typisch Roomsch, om aan het wetenschappelijk onderzoek te willen voorschrijven, binnen welke grenzen het zich bewegen mag. De wetenschap is vrij. Geen man van ernstige wetenschap zal, wanneer hij meent de waarheid gevonden te hebben, door een uitspraak der Kerk zich bewegen laten, om tegen zijn wetenschappelijke overtuiging in, wit zwart en zwart wit te noemen.

Maar wel heeft de Kerk van Christus de roeping, om waar het gaat om het Woord Gods, dat haar is toebetrouwd en waaruit de. Kerk alle kennis der waarheid put, haar protest uit te spreken tegenover elke poging, om dat Woord van zijn vastigheid te berooven. Het is een zwakheid, een gemis aan geestelijke kracht, als de Kerk van Christus deze roeping verzaakt.

In dat opzicht hopen wij, dat het voorbeeld van den paus ook de Protestantsche Kerken uit haar lethargischen slaap zal opwekken, en tot nieuwe krachtsontwikkeling in het belijden der waarheid prikkelen zal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Rome en de Bijbelcritiek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1902

De Heraut | 4 Pagina's