Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Gij de ranken.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Gij de ranken.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben de wijnstok, en gij de ranken; die in mij blijft, en ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder mij kunt gij niets doen. Joh. XV : 5.

Tusschen mensch en mensch zijn banden van velerlei aard denkbaar, en deswege laat ook de band, die u aan Jezus en Jezus aan u verbindt, zich op meer dan één manier denken.

De liefde slaat om hart en hart een geheel onzichtbaren band en bindt twee zielen saam. Indien er liefde, oprechte, teedere, innige liefde voor Jezus in uw hart leeft, is ook uw ziel in liefde aan Jezus verbonden.

Evenzoo is er een band door het geloof tus schen twee personen gelegd. In dat geloof zijn gradatiën. Het doorloopt de gevoelens van achting, van bewondering, van vertrouwen; en eindigt, waar het zich op God richt, in volstrekt, zich overgevend en toevertrouwend geloof. Welnu, die geloofsband is bij uw verbinding tusschen u en uw Heiland zelfs de beheerschende voor uw zaligheid.

Ook kan men zeggen, dat er tusschen mensch en mensch vaak tzT\\ia, rAy& -ageestesgemeenschap bestaat. Als er in twee harten opwaakt eenzelfde beziehng, eenzeüde geestdrift, de verkleefdheid aan eenzelfde ideaal, de drang van gelijk bedoelen, zoodat het één geest is, die in beide harten den toon aangeeft en tot daden prikkelt. En ook hier kan gezegd dat deze band zijn hoogste volmaaktheid bereikt in den band tusschen het hart van Gods kind aan Jezus. Hier toch is het de ééne Heilige Geest, die in Christus als ons Hoofd en in ons als zijn leden werkt.

En toch is deze liefdeband, deze geloofsband, deze Geestesband nog slechts de uittverking ya.n den mystieken levensband die u met Jezus vereenigt, en nog volstrekt niet die levensband zelf.

Wij allen gelooven, dat er een kindeken in de wieg kan sterven, dat Jezus toebehoort; dat dus sterft met den levensband aan Jezus aangebonden; en dat toch, onbewust als het in de wieg lag, nog nooit liefde voor Jezus gevoeld had, van zijn Kruis niet wist, zijn Naam nooit gespeld had, en nog nimmer tot een enkele uitwerking in het geloof was gekomen.

Achteren onder den liefdeband, den geloofsband en den Geestesband (altoos in bewusten zin genomen) ligt derhalve diep verscholen die mystieke levensband, dien Jezus uitdrukte en aanwees, toen hij tot zijn jongeren zeide: Gij zijt ranken aan mij als de wijnstok.

Juist echter het teit, dat deze band noch te zien, noch te grijpen, noch te ontleden valt, en alzoo geheel mystiek van aard is, maakt dat zoovelen er niet mee rekenen.

Toch leert zelfs de stoffelijke natuur, dat er banden zijn, die sterk trekken, en die wel ter dege werken, en die toch niemand ziet in hun wezen, al neemt een ieder ze waar in de uitwerkmg.

De maan draait als wachter om onze aarde. Ze vliegt in haar zwaai niet van onze aarde weg. Ze kan niet. En dat ze niet kan, waarom is dit anders, dan omdat de zwaardere gewichtsmassa van onze planeet de kleine massa van deze wachter gebonden houdt, vasthoudt met een band die er is, al kan niemand dien aanwijzen. Men noemt dien band de aantrek­ G kingskracht, en sinds de dagen van Newton en A Kant twist men over de natuur en den aard g van dien band, maar dat hij bestaat, staat vast, g en heel het samenstel van het starrenheir be­ d rust er op.

Even onzichtbaar is de werking van den magnetischen band. Breng een metalen stiftje g binnen den kring van een magneet, en onmiddellijk geraakt dat stiftje in beweging, en vliegt naar den magneet toe. Ook hier dus een zeer sterke band, maar dien ge niet kunt isoleeren of aanwijzen. Slechts zijn werking bespeurt ge. Nu is het leven der natuur van zulke verschijnselen vol, en tot |in de bacteriënwereld heeft men diezelfde banden door den microscoop waargenomen.

En naast deze onmiddellijke banden in de natuur, treden in het leven van. dier en mensch de sociale banden op. Trekvogels, die de lucht doorklieven, blijven bij elkaar, vliegen in bepaalde orde, en zells bij een kudde schapen neemt ge gedurig dat saamverbonden zijn van de groep waar. Het is, zoo ze hard voorwaarts gaan, of ze met onzichtbare draden of banden aan elkaar verbonden zijn.

En precies evenzoo werkt zulk een band van saamhoorigheid onder menschen. Ge ziet dat, als een massa volks te hoop loopt, en de één zwenkt zooals de ander zwenkt, en allen saam verbonden schijnen. En zelfs buiten beweging zal gedurig zulk een band uitkomen tusschen verwanten in het bloed, tusschen zonen van eenzelfde vaderland, en tenslotte tusschen al wie mensch heet.

Deze banden nu zijn ook mystiek. Ge ziet, ge voelt, ge ondergaat hun werking. Hun bestaan loochenen kan niemand. En toch ze zijn niet te grijpen.

De poëzie maakt ze veel sterker voelbaar dan uw proza. Ge geniet er in, maar niemand kan ze u verklaren noch ontleden.

Er is alzoo niets wonders in, dat ook tusschen Jezus en zijn verlosten zulk een mystieke levensband gelegd is, door Hem, die ons aan den Zoon gaf. Het is die mystieke levensband, waaruit de werking van den liefdesband, den geloofsband en den Geestesband opkomen. Het is niet beeldspreukig of overdrachtelijk, maar in den vollen zin des woords één lichaam, één plant zijn; niet los aangebonden takken, maar ranken die uit den wortel, uit den stam van den wijnstok zijn opgekomen.

De zandhoop drukt in beeld de losse saamvoeging uit. Daar is korrel bij korrel gekomen, maar zonder onderling wezen-verband. Vandaar ons zeggen : Aan elkaar hangen als droog zand.

En toch, die zandhoop zou beeld van de saamvoeging der verlosten zijn, indien we ons de kinderen Gods als lossse, bij elkaar gevoegde personen hadden te denken. Maar dit juist bestrijdt de Heilige Schrift. Zij kiest, om ons den samenhang der verlosten klaar te maken, beelden uit het organische leven: leden van één lichaam, deelen van één plant, ranken van eenzelfden wijnstok.

Het is zoo, er is ook een andere zijde van ons saamleven met elkander en met Jezus. Daarom is er ook sprake van een tempel, in welks muren we als levende steenen worden ingevoegd. Paulus zegt het ons duidelijk: Ge zijt in Christus én geworteld, dat is het beeld van de plant, én gegrond, dat is het beeld van den tempelbouw. Ge zijt eenerzijds uit God geboren, dat is het organische leven, en ge zijt gesticht, dat is het beeld van uitwendige, mechanische saamvoeging.

Maar altoos gaat daarbij het organische voorop. Niet gegrond en geworteld, maar geworteld én gegrond. Niet gesticht, en zoo geboren, maai geboren, en daarna gesticht.

Dat gegrond en gesticht ziet derhalve op ^e uitwerking, op de volmaking, op de openbaring van het leven, maar het leven moet er eerst zijn, en dat leven komt op uit den wortel. Eerst zijt ge rank, en daarna komt uit derank de vrucht des Geestes in liefde en geloof

Nu is de wijnstok niet saamgesteld. Er is niet eerst een stam, met daarbij liggende ranken, die alsnu in dien stam worden ingezet. Neen, de ranken komen uit stam en wortel op, en die alle vormen met elkander saam één wezen.

Zoo ook is het lichaam niet saamgevoegd uit vooraf op zichzelf bestaande ledematen, maar alle leden zijn uit de kiem van het lichaam in den moederschoot opgekomen, en vormen met elkander één wezen.

Wordt ons nu aangezegd, dat Jezus, als het Hoofd, met de zijnen één lichaam vormt, ot ook één plant, één wijnstok met zijn ranken, dan ligt hier scherp en klaar in uitgedrukt, dat dit lichaam, deze plant, deze wijnstok één wezen vormt, één onlosmakelijk geheel, zóó, dat er geen scheiding tusschen het Hoofd en de leden denkbaar is.

De afstand tusschen ons Hoofd, dat verheerlijkt is in de zalen des eeuwigen lichts, en ons die op aarde zijn, dingt hier niets op af. Afstanden rekenen alleen mede bij stoffelijke dingen, nooit bij geestelijke. En bovendien, wat we zoo straks van de maan en de aarde herinnerden, toont genoegzaam, hoe ook in de stoffelijke dingen de band op zeer groote afstanden trekken en werken kan.

Alle denkbeeld van scheiding door een afstand moet hier dus wegvallen. Niet toen alleen waren de jongeren ranken, toen Jezus nog in eenzelfde vertrek b'j hen aanzat. Hij bleef de wijnstok, en zij allen de ranken, ook toen Jezus van hen opgevaren was in den hemel. En zooals het met hen was, zoo is het nu nog met een ieder die Jezus toebehoort. We zijn niet van Jezus gescheiden. De afstand heeft hier niets te zeggen. We zijn één lichaam, één plant met Jezus, alsof hij vlak bij ons stond, en zijn hand op onze schouders legde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's

„Gij de ranken.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's