Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN GROOTE STAP VOORUIT.

VII.

Maar nu begonnen de moeilijkheden.

Allereerst kwam er tegenwind. Diaz begreep, dat hi] gevaar liep, tegen de kust te worden geworpen, en wie kon zeggen of daar menschen woonden, en zoo ja, hoe zij schipbreukelingen zouden ontvangen. Veiligheidshalve verwijderde men zich van de kust en zocht de hooge zee op.

Maar dit bleek een gevaarlijke onderneming.

Er ontstond een vreeselijk noodweer. Veertien dagen lang werden de schepen geweldig geslingerd, en nu her-dan derwaarts gedreven. Eindelijk hield de (storm op, de schepen zochten elkaar doch slechts twee vonden malkaar weer. Het derde — het voorraadschip — was weg en bleef weg. Nooit heeft men er meer van gehoord.

Wat te doen? Menigeen zou, nu men toch niet wist of elders voorraad te krijgen was, zijn teruggekeerd. Doch Diaz deed anders. Hij had zich voorgesteld, zoo mogelijk, Indië te bereiken, althans te weten te komen, hoe ver Afrika zich naar 't zuiden] uitstrekte, en bij dat besluit bleef hij.

Zoo werd dan bevel gegeven oostwaarts te varen. Men moest dan, meende Diaz, in elk geval de kust weervinden, die men vroeger had verlaten. Oostwaarts dus! Maar dagen en nog eens dagen gingen voorbij en de kust was niet te zien. Hoe was dat mogelijk? Waar was men eigenlijk heen gedreven? Eindelijk kwam Diaz tot de vraag: Zouden we ook onwetend om de zuidpunt van Afrika heen gevaren zijn?

Zoo was het werkelijk, al wist nog niemand het zeker.

Ten einde raad besloot men, de schepen maar noordwaarts te sturen. Immers het koudere zeewater deed vermoeden, dat men al om Afrika heen was. En zie, nu kreeg men weldra land in 't zicht. De schepen liepen een groote golf oi baai-binnen; gij kunt die op de kaart aangeduid vinden als de Algoabaai. Bij een klein schiereiland ging Bartholomeo Diaz voor anker en noemde het Kruis-eiland. Hij richtte hier zijn tweeden pilaar op.

Op de schepen heerschte groote vroolijkheid, dat men eindelijk weer land gevonden had, doch de blijdschap was kort van duur. Want toen Diaz er van sprak, om alweer verder te varen, zeiden de matrozen ronduit, dat hun geduld ten einde was. Men was nu gelukkig aan een groot gevaar ontkomen, en 't zou dwaasheid zijn, weder een nieuw te beloopen.

Zij verlangden niet anders, dan dat men zou terugkeeren. Diaz besloot nu scheepsraad te beleggen. Daarin bleek hem, dat al de officiesren er over dachten als de matrozen en terug wilden zeilen.

„Laat ons dan nog ten minste drie dagen verder zeilen!" riep de opperbevelhebber ontmoedigd uit.

„Waartoe dat!”

„Om te zien of het land zich nog verder noordwaarts uitstrekt.”

„Goed, " was het antwoord, „maar ook geen dag langer.”

Zoo voer men dan nog verder langs de kust, tot men de monding eener rivier bereikte. Deze werd naar den onderbevelhebber de Infantenrivier genoemd, doch heet thans de Groote Vischrivier of Bosjesmansrivier. Nu meenden echter de officieren en manschappen, dat er genoeg gedaan was. Diaz moest, of hij 't wilde of niet, den steven wenden. Eerst echter richtte hij op de zuidpunt van Afrika, nog een derde zuil op, en gaf aan de spits of landpunt van 2iuid-Afrika den naam Cabo de, todos los tormeniados, d. i. kaap aller kwellingen, of stormen. Deze kaap ontdekte hij dus eerst op de terugreis.

Als de lezer nu eens op de kaart de plaatsen zoekt, die wij zoo pas noemden, dan ziet hij dat Diaz het groote vraagstuk had opgelost. Hij was de zuidpunt van Afrika omgevaren en had de oostkust bereikt. Aan de Algoabaai ligt thans de stad Port-Elisabeth in het Kaapland.

Met bitteren spijt dat hij niet verder had kunnen komen, keerde Diaz naar Portugal terug. Hij liep in December 1487 de Taag binnen. Hij was 16 maanden en 17 dagen weggeweest. Thans zou men de reis in zes weken kunnen doen.

De ontvangst die Diaz te beurt viel, verzachtte eenigszins het ked, dat hij droeg over het gedeeltelijk mislukken van zijn tocht. Daaraan dacht niemand. Zijn schepen zwaar gehavend, getuigden hoeveel de bemanning had doorgestaan. Al het volk juichte hen tegemoet, en zong den lof von Diaz en zijn helden.

Nu onze edelman had dan ook veel verricht, zeer veel. 375 mijlen kust waren ontdekt; men was om Afrika heen gevaren; de weg naar de Indische zee lag open.

Hoe Bartholomeo Diaz aan het hof van koning Johan II werd ontvangen kunt gij begrijpen. Allen beijverden zich hem te eeren en te huldigen. Hij moest den koning uitvoerig verslag doen van al zijn wedervaren. Doch toen hij vertelde van zijn ontdekking aan Afrika's zuidpunt en hoe hij daar een zuil had opgericht en zoo 't land voor Portugal in bezit had genomen, vroeg de koning welken naam hij dit land had gegeven.

Diaz zeide het.

„Dat gaat niet, " sprak koning Johan. „We mogen thans verwachten, dat de weg naar Indië open ligt. Daarom zullen wij Afrika's zuidpunt noemen cabo de buena Esfieranza, Kaap de Goede hoop.

En bij dien naam is het gebleven, tot in onze dagen toe.

Diaz had een groot werk verricht, en al het volk gevoelde dat, gelijk de koning die hem had uitgezonden.

Toch betwijfel ik zeer of een van allen begrepen heeft, van wat ontzaglijke gevolgen, in des Heeren hand, de nieuwe ontdekking zou zijn. Want zoo werd de weg geopend, schijnbaar van Portugal's grootheid, maar in de toekomst voor een volk, dat toen nog zelfs niet als afzonderlijk volk gerekend werd; een klein volk dat echter over Portugeezen en Spanjaarden zou zegepralen. Nieuwe wegen werden geopend voor volken, die er toen nog niet aan dachten naar Indië te varen. Wat ik daarmee bedoel, vrienden, moet gij maar eens raden.

En ook voor het Woord des Heeren en zijn loop over de wereld, had Diaz, al bedoelde hij veeleer de macht van het pausdom uit te breiden, den weg bereid. Het Evangelie moest komen in Afrika en in Indië, en het is er gekomen langs den • weg, dien ik zoo pas beschreef.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1902

De Heraut | 4 Pagina's