Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaarverslag der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereform, grondslag 1902.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarverslag der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereform, grondslag 1902.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hoofdzaak van dit Jaarverslag is het Rapport van de Commissie te Arnhem benoemd, om een praeadvies uit te brengen oer wijzigingen ia de Statuten en nauwer vrband met de Gereformeerde Kerken.

Deze Commissie, bestaande uit de heeren Dr. F. L. Rutgers, Ds. B. van Schelven en J. Seefat, heeft met groote nauwkeurigheid de Statuten nagezien en een aantal wijzigingen voorgesteld, waardoor meer invloed op den gang van zaken aan de leden, curatoren en hoogleeraren wordt gegeven.

Van het meeste belang is echter het rapport, dat deze commissie over het Concept-contract uitbracht en dat aldus luidt:

Uit den inhoud van het bovenstaande Concept-Contract is reeds duidelijk, wat er de beteekenis, het karakter en de strekking van is.

Wat het geven wil, en geeft, is geenszins eene principieele oplossing van de hangende quaestie: eene regeling, waaraan zou ten grondslag liggen, dat het beslissende zeggenschap over het Theologisch onderwijs, en de daaraan verbondene opleiding tot den dienst des Woords, geheel en uitsluitend zijn moet bij de Kerken, of wel bij den universitairen kring onder toezicht van de Kerken. Zulk een principieele oplossing kan ook inderdaad in dit geval nog niet gegeven worden. Want wel wordt door allen, dien het aangaat, gereedelijk erkend, dat Gods ordinantiën ook bij deze zaak tot regel moeten zijn. Maar die ordinantiën zijn hier niet te vinden in een uitgedrukt woord Gods, waarvoor ieder buigen moet. Zij moeten bij deductie uit een aantal gegevens worden afgeleid, terwijl bovendien de wijze waarop dat geschiedt, weer in verband staat met het antwoord op een aantal andere quaestiën. En nu is er juist verschil in de resultaten, waar men dan toe komt; terwijl niet te verwachten is, dat in korten tijd dat verschil van opvatting zal verdwenen zijn.

Dat verschil bestond ook in den kring der BB., (Tie gezamenlijk het Concept-Contract aanbevelen. En dienovereenkomstig is het opgesteld als een vergelijk: als een middel om de kerkelijke School en de universitaire Faculteit metterdaad te vereenigen, ondanks het bestaande verschil, en op zulk eene wijze, dat er plaats bleef voor het tweeërlei gevoelen en inzicht. Ongeveer op gelijke wijze als nu, tien jaar geleden, de Christelijke Gereformeerde en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken in één kerkverband zich vereenigd hebben, ondanks het bestaande en niet opgeloste verschil, dat werd uitgedrukt door de woorden: separatie en doleantie.

Eenheid, ook in het Theologisch onderwijs en de opleiding tot den dienst des Woords, werd en wordt bijna algemeen gewenscht door hen, die tot de Gereformeerde Kerken en de Vrije Universiteit in betrekking staan. Wat daartoe drong en dringt, is wel inzonderheid, dat zulke eenheid in beider belang is, dienstig en zelfs noodig voor beider wasdom en bloei en invloed, en niet minder tot voorkoming en tot wegneming van velerlei verdeeldheid en onrust. En ook inderdaad, wanneer dat erkend wordt, wil men wat het zwaarste is ook het zwaarst laten wegen: dat hooge belang moet dan zooveel mogelijk tot zijn recht komeii. Wel mag van niemand verlangd worden, dat hij om der !wille van de eenheid zijne overtuiging verloochenen zal. Maar dat bij de toepassing daarvan veel worde toegegeven, als een hoog belang hiertoe dringt, is niet slechts geoorloofd, maar zelfs Christelijke roeping: dat is ook een eisch, die van principieelen aard is.

Van dat standpunt moet dus het Concept-Contract beoordeeld worden. Door niemand mag verlangd worden, dat het geheel aan zijne eigene inzichten beantwoorde. Wie dat zou verlangen, en dan toch natuurlijk degenen, die een tegenovergesteld gevoelen zijn toegedaan, niet kan dwingen, zou reeds van te voren vaststellen, dat hier te lande de Gereformeerde Kerken, en de Gereformeerden in het algemeen, op dit punt mair verdeeld moeten blijven optreden. Er bestaat nu eenmaal te dezer zake een tweeërlei inzicht. En wanneer dan een voorstel gedaan wordt om zich practisch te vereenigen, is het maar de vraag, of dat voorstel kan worden aangenomen met behoud van het eigene inzicht en zonder concessies, die metterdaad op verloochening van dat inzicht zouden neerkomen.

Nu moet met betrekking tot het Concept-Contract zonder twijfel erkend worden, dat er door de voorstanders van universitaire opleiding meer is toegegeven, dan door de voorstanders eener kerkelijke school. De ééne inrichting, waarin volgens dat voorstel School en Faculteit vereenigd worden, is wel, als behoorende tot de organisatie der Vrije Universiteit, in formeelen zin eene faculteit; maar daarbij is van het zeggenschap, dat de universitaire kring dus over haar heelt, op de hoofdpunten zooveel afgenomen, en is aan de Kerken zooveel beslissend zeggenschap over haar to.gekend, dat zij, wat het wezen der zaak betreft, voor die Kerken metterdaad eene eigene inrichting is.

Overwegend bezwaar behoeft dit echter voor onze Vereeniging niet te zijn. Want, behalve dat er voor den universitairen kring dan toch het zeggenschap overblijft, dat niet bij contract aan de Kerken is toegekend, is ook op zich zelf voor de Theologische Faculteit controle van de kerk alleszins wenschelijk. En voorts is het zonder twijfel goed, om bij eene overeenkomst, als waarvan hier sprake is, voor zich zelven als hoofdvraag te stellen, niet: Wat kunnen wij krijgen? maar: Wat kunnen wij toegeven ? Dat is wel het meest naar den regel der H. Schrift. En wie in zulke gevallen bereid is het meest toe te geven, staat ook inderdaad het sterkste, welke de uitslag dan verder zijn moge.

Op grond van die overwegingen wordt dan nu door de Commissie voorgesteld:

De algemeene vergadering besluit, als haar gevoelen uit te spreken, dat zij ondanks hare bezwaren toch geene vrijheid vindt, het bekende Concept Contract af te wijzen, en dus H.H. Directeuren te machtigen om het eventueel aan te gaan, mits daartoe ook geadviseerd worde door curatoren en hoogleeraren.

Van de additioneele voorstellen aan de Generale Synode der Gereformeerde Kerken, waartoe de vergadering der opstellers van het Concept-Contract besloot, zijn er slechts twee, die onze Vereeniging rechtstreeks aangaan; nl. punt V (over de plaats van vestiging) en punt VII (over de financieeele regeUng).

Over die twee punten in deze vergadering reeds eene stellige en afdoende conclusie te nemen, schijnt echter niet raadzaam, daar men, voordat de Generale Synode gehouden wordt, nog niet alle gegevens kan hebben, die bij deze punten in aanmerking moeten komen.

De commissie stelt dus voor, zich te dezen aanzien thans tot het volgende te bepalen:

De algemeene vergadering besluit, als haar gevoelen uit te spreken:

a. dat het op zichzelf zuenschelijk is, de Vrije Universiteit te Amsterdam gevestigd te houden, en dat, wanneer een bejpaald voorstel tot verplaatsing mocht gedaan worden, het gevoelen van de algemeene vergadering daarop weder gehoord worde;

b. dat de regeling van de kosten eener eventueele vereeniging van School en Faculteit gelijk het conceptvoorstel die in eenige hoofdtrekken aangeeft, geen overwegend hezwaar heeft, en dat voor de nadere bepaling van die regeling, en voor hare uitwerking in • bijzonderheden, het meest wenschelijk is, dat de vaststelling daarvan ge

schiede door eenc gecombineerde samenkomst van directeuren, curatoren en hoogleeraren.

Ten slotte is misschien niet overbodig aan de boven voorgestelde besluiten nog iets toe te voegen, vooral om practisrhe reden; n.

Het is nl. niet onmogelijk, dat, wanneer het Concept-Contract door de gezamenlijke Kerken behandeld wordt, nog enkele wijzigingen wenschelijk geacht worden. Wel kan natuurlijk niet gedacht worden aan wijzigingen, die de twee, ook in de Kerken tegenover elkander staande, overtuigingen zouden raken, en die dus van de eene of van de andere zijde nieuwe concessies zouden vragen. Immers, door de opstellers van het Concept Contract is wederzijds verklaard, dat men daarin tot de uiterste grens had toegegeven; en wanneer men op dat vergelijk nu weer wilde terugkomen, zou het uit den aard der zaak opeens weer geheel zijn te niete gedaan. Maar er kunnen wijzigingen gewenscht worden, die geheel buiten de tegenover elkander staande inzichten omgaan, en die inderdaad zouden kunnen dienen om in de redactie de bedoeling zelve duidelijker te doen uitkomen.

Zoo b. V. zou art. 2 gelijk het thans geformuleerd is, bij eene eventueele benoeming van hoogleeraren boven het normale zestal, aan het daar toch bedoelde zeggenschap van de Kerken kunnen te kort doen.

Bij art. 3 zou kunnen gewenscht worden, het beiderzijds uit te oefenen zeggenschap bij benoemingen, voor zoover het in alinea 2 en 3 verschillend geformuleerd en toch niet verschillend bedoeld is, gelijkluidend te formuleeren.

Bij art. 12 zou kunnen verlangd worden, dat het contract in ieder geval niet na korten tijd opzegbaar zou zijn, maar eerst na een bepaald aantal jaren, b. v. tien of vijftien.

Er zou kunnen worden aangedrongen op de bijvoeging van eene, door het contract zelf wel geheel onnoodige, maar juist daarom ook onschadelijke bepaling, waarbij de Vereeniging voor Hooger Onderwijs zich verbindt, van de Regeering in het geheel geene subsidie of voorwaarden te aanvaarden voor de Theologische Faculteit of voor hare hoogleeraren, en ook voor de Universiteit in het algemeen geene voorwaarden te aanvaarden, die het bij dit contract aan de Gereformeerde Kerken toegekende zeggenschap over de Theologische Faculteit ook maar eenigszins in gevaar zouden brengen.

En desgelijks zouden er kunnen zijn, die het van belang achten, de punten I en II van de additioneele voorstellen in het contract op te nemen. Waarbij wel zal moeten in het oog gehouden worden, dat de formuleering van die punten niet geheel juist is/tenzij dan, dat men aan de woorden: „School der Kerken" en „Theologische Faculteit der Vrije Universiteit", en evenzoo aan het woord „qualiteit", een anderen zin geve, dan zij volgens het gewone spraakgebruik in dit verband moeten hebben. Maar waarbij toch, wanneer de tegenstrijdigheid, die er thans in de formuleering gelegen is, wordt weggenomen, of wanneer er over de beteekenis van die woorden maar geen misverstand is, opneming in het contract geen overwegend bezwaar heeft. Mits die punten, als zijnde geene bedingen, maar uitspraken of overwegingen, in den considerans, waar zij dan thuis hooren, worden ingelascht.

Met het oog nu op de mogelijkheid, dat der gelijke wijzigingen worden voorgesteld, moet naar het oordeel der Commissie, voor eventueele onderhandelingen met de Kerken eene zekere ruimte gelaten worden. En daarom voegt zij aan hare voorstellen nog dit toe:

De algemeene vergadering besluit, H.H. Directeuren ook te niaejitigen, om, zoo dit van de zijde der Kerken raadzaam geacht wordt, in he Concept-Contract zulke - wijzigingen aan te brengen, als blijkbaar in geen enkel opzicht te kort doen aan het door dat concept voor de Vrije Universiteit gereserveerde zeggenschap; mits tot zulke wijzigingen ook geadviseerd worde door curatoren en hoogleeraren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1902

De Heraut | 6 Pagina's

Jaarverslag der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereform, grondslag 1902.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1902

De Heraut | 6 Pagina's