Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GENERALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GENERALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

TE ARNHEM.

Eerste zitting. Dinsdag 12 Aug. 's voormiddags.

Nadat gisteravond Ds. B. van Schelven, van Amsterdam, een der afgevaardigden voor Noord-Holland, in een ure des gebeds in.de Oosterkerk was voorgegaan, waarin hij Psalm 87 ten grondslag lei en ter bemoediging van Zion wees op haar sterkte en heerlijkheid, werd hedenmorgen de Generale Synode van de Gereformeerde kerken in Nederland te Arnhem geopend door Ds. H. Hoekstra, dienaar des Woords bij de kerk van Arnhem (B).

Na het laten zingen van Psalm 48 : i en 5 het lezen van i Cor. 12 en gebed, heette hij de afgevaardigden welkom en hield eene kernachtige toespraak, waarin een blik werd geworpen in Arnhem's kerkelijk verleden en de hoop voor een gunstig verloop van de Synode, onder 's Heeren gnnste, werd uitgesproken.

Tot leden van het Moderamen werden gekozen: Ds. H Hoekstra van Arnhem tot voorzitter; Ds. A. Littooy van Middelburg tot assessor; Dr. A. G. Honig van Zeist tot ie scriba; Ds. J. Westerhuis van Groningen tot 2e scriba.

De Praeses neemt de leiding op zich, doet de leden en adviseerende leden door opstaan instemming betuigen met de drie Formulieren van Eenigheid en benoemt met goedvinden van de Synode, de professoren H. Bavinck en F. L, Rutgers om met het Moderamen eene regeling van werkzaamheden te ontwerpen.

Voorts wordt goedgevonden dat de brs. Dr. J. G. Scheurer, Ds. L. Adriaanse en Ds. J. H. Donner van Leiden als adviseurs voor de zaken van de Zending zullen worden uitgenoodigd.

Tweede zitting, ''s Namiddags.

Allereerst heet de Voorzitter de adviseerende leden, welke tegenwoordig zijn, welkom: de brs. Prof. H. Bavinck, Prof. P. Biesterveld, Prof. W. Geesink, Prof. H. H. Kuyper, Prof. L. Lindeboom, Prof. M. Noordtzij en Prof. F. L. Rutgers.

Prof. Dr. A. Kuyper had schriftelijk bericht gezonden dat hij niet tegenwoordig zou zijn. Intusschen stelde hij — blijkens zijn schrijven, door Prof. Rutgers voorgelezen, — hoog belang in de vergadering en uitte den hartelijken wensch, dat nu tot stand mocht komen, wat nog steeds aan de „unificatie der kerken" ontbreekt.

Voorts worden welkom geheeten Pastor H. Röther, afgevaardigde van , de Evangelische reform. Freikirche in Breslau: Ds. J. Noorde wier en Ds, Henry Beets, afgevaardigde van de Chr. Geref. kerk in Noord Amerika, en D.i. L. Stroeven en E. Kolthoff, gedeputeerden van de AUreform. Kirche in „der Grafsch. Bentheim und Oslfriesland."

Aan deze onderscheidene broeders zal later de gelegenheid worden gegeven de Synode toe te spreken.

Daarna worden commission aangewezen die over een aantal punten van het agendum van advies en rapport zullen dienen.

1. De brs. Prof. M. Noordtzij, Prof. F. L Rutgers, D5. L. Bouma, Ds. B. van Schelven, Ds. H. Scholten, oud. A. Elshout, oud. J. van Golverdingen en oud. W. N. de Leeuw, over de punten:

A I. Opleiding tot den dienst des Woords; A IL Toelating tot den dienst des Woords; A IV. Bededag en L. Het Kerkblad.

2. De brs. Prof. H. Bavinck, Ds. W. Bosch, Ds. A. de Geus, Ds. L. Kuiper, oud. J. de Braal, oud. G. Brandenhorst, oud. H. Hiensch, en oud. P. Vermeulen, over de punten:

B. Confessie; C. Tekst van Belijdenisschrif ten en Liturgie; D. Kerkenorde; F. Hulpbehoevende Kerken en personen; I. Geref. Kerken van minder vaste formatie; J. Bui tenlandsche Kerken; K. Kerk en Overheid; O. Saamroeping. Kosten (voorzoover onder b en c genoemd) en P. Archief. Gewezen moderamen van Groningen.

3. De brs. Prof. L. Lindeboom, Ds. J. M. Mulder, Ds. W. A. Notten, Ds. L. A. Srailde, oud. M. de Jonge, oud. M. van Muiswinkel, oud. H. Ormel en oud-D. J. v. d. Vegte; over het punt:

E. Pmeritaat van Dienaren des Woords, en verzorging van Emeriti enz. Art. Xtll Kerkenordening.

4. De brs. Prof. W. Geesink, Prof H. H. Kuyper, Ds. J. van Andel, Ds. T. Bos, Dr. G. van Goor, Ds. C-W. J. van Lurnmel; oud. C. J. de Bordes, oud. J. v. d. Bijl, oud. L C. Cnopius, oud. P. Dijkhuis, oud. H. Kamstra en oud. H. Poppen; over de punten:

G. Opzicht, Tucht en Geschillen: Am. Bediening der H. Sacramenten en M. Grens regeling.

5. De brs. Prof. P. Biesterveld, Ds. W. Breukelaar, Ds. H. Dijkstra, Ds. G. Elzenga, oud, J. Ingwersen, oud. d. Mulder, en M, Velthuis over punt: H. Zending.

Deze commissie zal voor nader advies kunnen raadplegen met de brs. Dr. J. Ha; aia, Ds. J. D. van der Munnik en Dr. L. H. Wagenaar.

Voorts wordt nog bepaald dat de zaak van de opleiding a.s. Dinsdag aan de orde zal worden gesteld; de zittingen zullen duren 'smorgens van 9—12 en 'middags van 1—4 uur, terwijl Dr. jftania wonlt uitgenoodigd eiken dag een kort verslag voor de pers in gereedheid te brengen.

Woensdag 13 Aug. des voormiddags. Derde zitting.

De Praeses opent de vergadering met het laten zingen van Psalm 113; i, het lezen van Psalm 115 en gebed.

Bij het lezen der notulen door den i en Scriba Dr. A. G. Honig wordt er een oogenblik over gediscussieerd of de brief van Dr. A. Kuyper, gisteren voorgelezen, al of niet geheel in de notulen zal worden opgenomen. Aan Dr. A. Kuyper zelf zal hierover worden geschreven.

Voorts wordt naar aanleiding van eene opmerking van Prof. H. Bavinck, door den Praeses nog met enkele gevoelvolle woorden herdacht wijlen Prof. D. K. Wielenga en zijn gemis op deze Synode betreurd.

Hierna benoemt de praeses, met goedvinden van de Synode, br. Jn. Caspers van Arnhem en br. M. de Jonge, afgev. uit Zeeland, tot commissie om de financieele aangelegenheden dezer Synode te bezorgen; en doet hij mededeeling dat nog enkele punten op het agendum moeten worden vermeld: o. a. eene missive van leeraren van het Gymnasium, verbonden aan de Theolog. School te Kampen; alsmede, dat de beide deputaten van de Bel gische Zendingskerk verhinderd waren tegenwoordig te zijn.

Alsnu wordt door den praeses voorgelezen het rapport der saamroepende kerk van Arnhem (Acta Gron. Art. 163).

Daarin komt o. a. uitdat de United Secession Church ditmaal geen afgevaar, digden zendt. De assessor bedankt, namens de Synode, den Praeses en de kerk van Arnhem voor alle bemoeienissen, door hen verricht met 't oog op de samenroeping van deze Synode.

Ds. A. de Geus rapporteert nu over het „rapport van Deputaten voor advies in zake het ingediende gravamen tegen art. 3Ó van de geloofsbelijdenis der Nederl. Ger. Kerken”.

In dat rapport • deelt hij mee, dat Prof. D. P. D. Fabius van Amsterdam geschreven had niet meer lid van de „commissie van Deputaten van advies" inzake art. - i, ^ te willen zijn, terwijl van die „Commissie van Deputaten" zelve nog geen rapport was ingekomen.

Aan de discussie over dit punt wordt deel genomen door de brs. Prof Lindeboom, Prof. Bavinck, Prof H, H. Kuyper, Prof F. L. Rutgers, Ds. W. Breukelaar, de rapporteur Ds. De Geus, Di. B. van Schelven, Ds. G, EUenga, den Assessor en Dr. G. van Goor.

Men betreurt algemeen dat het bedoelde rapport niet is ingekomen. Toch merkt Prof Rutgers ook op, dat de kerken zelf daaraan wel wat schuld hebben: het mandaat in 1896 ge geven was eigenlijk wel wat omvangrijk. Het mandaat moest daarom beperkt worden. Wordt eindelijk besloten:

a. leedwezen uit te spreken, dat er geen rapport bestaat in deze belangrijke materie; en

b. de in Middelburg benoemde en in Gro ningen gecontinueerde deputaten niet weer te continueeren en opnieuw deputaten aan te wijzen met het beperkter mandaat om op het gravamen tegen art. 36 van de confessie, de volgende Generale Synode te dienen van advies en dit advies een half jaar te voren ter kennis van de kerken te brengen.

Na de pauze zal het Moderamen eene voordracht doen voor de deputaten.

Br. Vermeulen rapporteert omtrent een schrijven van Dr. Franssen over het weuschelijke van gedeeltelijke herziening van de Kerkenorde.

Uitvoerig wordt over het punt herziening van de kerkenorde gesproken; door de brs. Ds. A. de Geus, Prof H. Bavinck, Dr. G. van Goor, Ds. G. Elzenga, Prof L. Lindeboom, Prof P. Biesterveld, Prof H. H. Kuyper, Prof. F. L. Rutgers.

Enkelen verklaren zich met nadruk voor het voorbereiden van eene geheele herziening van de kerkenorde; er is vaak zoo veel verwarring; terwijl anderen oordeelen, dat men dit thans nog niet moet doen; er moet nog meer vertrouwen zijn in de kerken, zal men zoo'n arbeid ondernemen, wijl de artikelen weer met allerlei beginselen ten nauwste samenhangen; ook wordt verdedigd wel partieele herziening ter hand te nemen, in den zin, waarin Dr. Franssen had geschreven; aan generale herziening hebben de kerken nog nooit gedaan.

Bij het aanbreken van de pauze duurt de discussie nog voort.

Woensdag des namiddogs. Vierde zitting.

De middagzitting wordt begonnen met het zingen van Psalm 95 : 2.

Allereerst worden nu benoemd tot deputaten in zake het gravamen op art, 36, waartoe i» de morgenzitting reeds besloten was;

De brs. prof, H. Bavinck, prof H. H. Kuyper, hr. mr. A. F. de Savornin Lohman, ds. A. Littooy, oud. M. de Jong uit Goes en T. Tromp uit Rotterdam.

Daarna voortzetting van de discussie over herziening van de kerkenorde. Onderscheidene broeders krijgen nog het woord: Prof. Bavinck, Prof H. H. Kuyper, Prof Rutgers en ds. B. van Schelven.

Men is het er ten slotte over eens, dat eenige herziening wel noodig is en deputaten benoemd moeten worden, om de volgende Synode te dienen van advies over de wijziging van de artikelen, waartegen door dr. Franssen bezwaren zijn ingebracht en over eventueele wijzigingen van andere artikelen, waartegen naar haar oordeel dergelijke bezwaren zijn in te brengen; en dat dit advies een half jaar van te voren ter kennis van de kerken moet worden gebracht.

Aldus wordt besloten.

Het moderamen zal later, op verzoek der Synode, een drietal deputaten hiervoor 'noemen.

Ds. L. Kuiper rapporteert nu over „Tekst van belijdenisschriften en Liturgie".

Wat in deze materie aangeboden was door een drietal broeders. Prof Biesterveld, Dr. Honig en Ds. van Proosdij uit Amsterdam, die in 1890 benoemd waren om den authendeken tekst van de Formulieren van Eenigheid na te gaan en de Litugie na te zien, wordt in dat rapport besproken.

Achtereenvolgens voeren hierover het woord de brs. Prof Lindeboom, Prof Biesterveld, Dr. Honig, Ds. Breukelaar, oud.. Golverdinge en Prof Rutgers, Ds. Scholten, Dr. G. van Goor en Ds. G. Elzenga. Enkelen willen niet: anderen wel aanstonds tot de behandeling van het rapport overgaan.

Na eenige discussie blijkt, dat het laatste zeer wel mogelijk is.

Breedvoerig wordt nu allereerst besproken hoe het woordje „onbegrijpelijk" in antwoord 48 van den Catechismus het beste zoo is weer te geven dat de gedachte, die er in zit, bewaard blijve 'en ook niet meer misverstaan worde. Het beteekent niet: „niet wrxfei^/z kan worden", maar „niet omvat kan worden"; hoe dit door een goed Holl. woord weer te geven, zoodat niet iets anders in den Catechismus worde ingebracht.

Onderscheidene uitdrukkingen worden genoemd : bv. onmetelijk, oneindig, onomvattelijk enz.; ook uitdrukkingen als „niet door grenzen besloten kan worden" en „door niets kan ingesloten worden''; eindelijk wordt bepaald de oude uitdrukking te laten zooals ze is.

Daarna wordt over de lezing van de 3de doopvraag gehandeld, over eene uitdrukking uit het „Gebed voor kranke en aangevochtene menschen" enz.

De discussie hierover zal morgen worden voortgezet.

De praeses sluit de middagzitting en gaat voor in dankzegging.

Donderdag 14 Aug. des voormiddags. Vijfde zitting.

Met het laten zingen van Psalm 121 : i en 4, het lezen van psalm izi en 122 en met gebed wordt deze zitting door den Praeses geopend.

De 2e scriba, Ds. J. Westerhuis, leest de notulen, welke geen aanleiding geven tot bij­ zondere opmerkingen

De praeses doet mededeeling van enkele stukken en brieven, welke nog ingekomen zijn, en stelt eene motie van orde voor met betrekking tot het rapport over „Tekst van belijdenisschriften en liturgie". De strekking daarvan is, dat aan de drie broeders, prof Biesterveld, dr. Honig en ds. Proosdij in Groningen benoemd, dank worde gebracht voor hun arbeid, en de wensch worde uitgesproken, dat de bekende editie van dr. Rutgers c s. van de Liturgie meer en meer in de kerken in gebruik worde genomen en bij mogelijke nieuwe uitgave met den arbeid der 3 voornoemde broeders winste worde gedaan.

Deze motie wordt aangenomen.

Hierna komt punt II van het agendum, de Zending, aan de orde.

Rapporteurs daarvoor zijn Ds. J. D. van der Munnik, Dr. Wagenaar en Dr. Plania.

Dr. Wagenaar rapporteert over de zendingsorde en leest voor, welke wijzigingen de commissie van voorbereiding door de Synode Dinsdag benoemd, in de zendingsorde wenschelijk acht.

Achtereenvolgens worden de verschillende artikelen met de hier en daar voorgestelde wijzigingen aan de orde gesteld.

Onveranderd worden aangenomen de artt. I en II, aldus luidende:

I. Het Zendingsterrein van de Geref Kerken in Nederland wordt door de Generale Synode bepaald.

II. Elke Generale Synode wijst op het Zendingsterrein eenige plaatsen aan, met nauwkeurige bepaling van elks grenzen, welke aan Kerken, die willen uitzenden, allereerst wordt aanbevolen..

Een Kerk, die een aangewezen pUats wil bezetten, geeft daarvan kennis aan de Deputaten der Generale Synode voor de Zending. Bij meer aanvragen om eenzelfde plaats, beslissen die Deputaten.

Een Kerk, die op het Zendingsterrein een post wil bezetten, die niet door de Generale Synode is aangewcisen, vraagt daartoe goed-

keuring van de Generale Synode, of, zoo deze in het jaar van aanvrage niet vergadert, van de Deputaten der Generale Synode voor de Zending.

Bij art. III wordt een amendement door Utrecht ingediend, en door de Commissie aanbevolen, aangenomen; zoodat dit aldus zal luiden:

De beroeping tot den Dienst des Woords heeft plaats volgens art. IV der Kerkenorde, door een Kerkeraad, niet zonder voorafgaand advies van de Classe.

Bij het vaststellen daarvan overweegt deze onder meer, of de roepende kerk voldoende middelen kan aanwijzen, ter voorziening in de financiëele behoeften van den arbeid cp het terrein, waarheen zij den te beroepen dienaar des woords wenscht te zenden.

Art. IV zal, na eenige wijziging, luiden: aldus

IV. De examinatie van degenen, die te voren in den Dienst des Woords niet geweest zijn, heeft plaats door de Classis, waaronder de beroepende Kerk ressorteert, en gaat behalve over de gewone, ook over de 'missionaire vakken.

Voor deze laatste doet de Classe zich bijstaan door minstens twee van de hiervoor door de Generale Synode benoemde Gedeputeerden.

Behalve de gewone stukken, die ieder proponent noodig heeft, behooren bij dit examen overlegd te worden:

a. Een bewijs dat de Beroepene den leeftijd van 30 jaar niet heeft overschreden, en eene medische verklaring ten genoegen van de deputaten der Gener. Synode voor de zending, dat hij geen organische gebreken heeft, die hem voor den dienst in de tropen vermoedelijk ongeschikt maken;

b. Een afschrift van het contract ofaccoord van samenwerking, wanneer meerdere kerken voor de uitzending samenwerken;

c. Een beroepsbrief en eene door de Deputaten der Generale Synode voor de Zending goedgekeurde Instructie;

d. Een afschrift van het financieel contract tusschen de Beroepene Kerk en den Beroepene.

Donderdag 14 Aug. des namiddags. Zesde zitting.

De praeses laat zingen Ps. 117. De discussie over de zendingsorde wordt voortgezet.

Art. V vervalt.

Als art. V wordt nu vastgesteld:

„Dienaren, die alreeds in den Dienst des Woords zijn, en tot dezen dienst beroepen zijn, zullen door de classis, waaronder de Beroepende Kerk ressorteert, bijgestaan door minstens twee der in art. 4 genoemde Gedeputeerden, onderzocht worden in de missionaire vakken. Behalve de gewone stukken, die bij elke beroeping noodig zijn, zullen zij moeten overleggen de bijzondere in art. IV genoemd.”

Als nieuw art. VI wordt op voorstel der commissie nu ingevoegd:

„Indien een beroepene ouder is dan 30 jaren, zal de approbatie der beroeping niet plaats hebben, dan nadat Deputaten der Generale Synode voor de zending bij gemotiveerd schrijven hebben verklaard, in dien leeftijd van de beroepene geen bezwaar te zien.

De bevestiging heeft plaats in de Beroepende Kerk volgens een formulier, door de Generale Synode vastgesteld.”

Art. VII wordt met kleine wijziging en aanvulling aldus gearresteerd:

„De missionaire vakken, waarover het onderzoek loopt, zijn:

1. Kennis van het land, het volk en de religie, in betrekking tot het aangewezen zendingsterrein;

2. Geschiedenis van de zending, bijzonder van die in Nederlandsch Indië;

3. Theorie der zending, naar Gereformeerde beginselen;

4. De Elenctiek, in betrekking tot de pseudoreligie op het zendingsterrein."

Art. VIII wordt onveranderd vastgesteld, als volgt:

VIII, De Beroepende Kerk is gehouden te zorgen voor alle uitgaven, welke de door haar gekozen Zendingspost met zich brengt. Zij vraagt bij de regeling daarvan, het advies van de Deputaten der Generale Synode voor de zending. Op haar verzoek, mits door de Classe gesteund, kunnen die Deputaten voor uitrusting en reiskosten subsidie verleenen uit de Generale Kas.

Aan art. IX wordt niets veranderd. Het luidt: „Nevens den Dienst des Woords worden op het zendingsterrein hulpdiensten ingericht. Deze zijn tweeërlei Schooldienst en Medische dienst.

(De Praeses maakt de opmerking, dat de vertegenwoordigers van buitenlandsche kerken ter Synode zitting hebben als adviseerde leden en dus recht hebben van meespreken, indien zij daartoe drang gevoelen.)

Door de afgevaardigden der Provincie Zuid-Holland wordt een motie ingediend, samenhangende met de besprekingen en de beteekenis van de amendementen dier Provincie. Na eenige discussie wordt deze motie echter teruggenomen.

Art. X wordt ongewijzigd vastgesteld als volgt:

X. Zooveel mogelijk zullen op elke plaats op het Zendingsterrein scholen voor lager onderwijs worden opgericht.

De vereischten, waaraan Inlandsche helpers, in die scholen werkzaam, behooren te voldoen, worden vastgesteld door de algem. vergadering der arbeiders op het terrein, de Deputaten der Generale Synode voor de Zending gehoord.

Van deze algemeene vergadering ontvangen zij ook hun bewijs van bekwaamheid.

Evenzoo art. XI. in dezer voege:

XI. De gezamelijke Kerken onderhouden op het Zendingsterrein van middenjava ééne school ter opleiding van Inlandsche helpers voor de drieërlei diensten in art. IX genoemd.

Deze kweekschool, waaraan zoo mogelijk eene theologische opleiding voor Inlandsche Dienaren des Woords zal verbonden worden, staat onder leiding van de Deputaten der Generale Synode voor de Zending. Inrichting en toezicht worden door de Generale Synode geregeld.

Art. XII wordt, zonder wijziging, aldus vastgesteld :

De regeling en de verzorging van de Medischen dienst wordt overgelaten aan d Zendende Kerk, op wier terrein die dienst geoefend wordt; .volgens algemeene bepalingen, door de Generale Synode vastgesteld.

De instructie van allen, die in dezen hulpdienst werkzaam zijn, wordt niet gearresteerd zonder goedkeuring van de Deputaten der Generale Synode voor de Zending.

Subsidie uit de Generale Kas kan alleen verstrekt worden, na goedkeuring door voornoemde Deputaten van de plaats der vestiging en van de geheele inrichting van den dienst.

In verband met art. XII ontspint zich een breede discussie naar aanleiding van een aanvulling, door de. kerken van Amsterdam gewenscht, rakende het Petronellahospitaal en de overname daarvan door de kerken van Amsterdam.

Overeenkomstig het advies van de Commissie besluit de Synode, het artikel onveranderd te laten, en de bedoelde aangelegenheid te regelen bij afzonderlijke regeling.

Art. XII blijft onveranderd.

„De zendingsarbeid geschiedt door de plaatselijke kerk, al of niet in samenwerking met andere kerken."

Art. XIV wordt eenigszins gewijzigd en luidt nu aldus:

„Samenwerking van meerdere kerken geschiedt naar de volgende regelen:

Een kerk kan zich vereenigen met enkele kerken harer classis, mits niet zonder goedkeuring der classis. Zij kan zich ook vereenigen met alle kerken harer classis, mits niet zonder goedkeuring der Prov. Synode. Een classis kan zich vereenigen met andere classes harer Provincie, evenmin zonder goedkeuring der Prov. Synode. Classes van onderscheidene Provincies of geheele Provinciën kunnen zich ook vereenigen.

In alle bovenstaande gevallen wordt advies van de Deputaten der Generale Synode voor de zending gevraagd. Voor het geval alle classes eener Provincie of van meer Provinciën begeeren samen te werken, is hunne goedkeuring noodig."

Art. XV wordt als volgt vastgesteld:

De Dienaren des Woords, de Onderwijzers en de Artsen op het Zendingsterrein houden algemeens vergaderingen en elke categorie houdt afzonderlijke vergaderingen.

De Dienaren des Woords van kerken van Europeanen op Java wonen deze vergaderingen

bij als adviseerende leden. Tot de afzonderlijke vergaderingen van de eene categorie hebben de arbeiders van de twee andere toegang met adviseerende stem.

Het karakter van die vergaderingen is tweeledig :

a. TA] adviseeren én in zaken, die door de gezamenlijke Kerken moeten beslist worden èn in zaken, die eene Zendende Kerk heeft te regelen;

b. zij beslissen in ondergeschikte huishoudelijke zaken, wanneer de praktijk op het Zendingsterrein hiertoe noodzaakt.

Aan art. XVI wordt eenige wijziging toegebracht, zoodat het nu luidt:

„De bij den dienst der zending te gebruiken Bijbelvertalingen, leerboeken voor Catechetisch onderwijs, de forme van toelating tot het H. Avondmaal, Liturgische formulieren voor den dienst in de vergaderingen van Inlanders, alsmede wat bestemd is daar gezongen te worden, wordt door de afzonderlijke vergadering van de Dienaren des Woords, na gehoord te hebben de kerken" van Europeanen op Java en d Javaansche kerken, beoordeeld en aan de goedkeuring der Generale Synode onderworpen.”

Als art. XVII wordt onveranderd vastgesteld:

De Generale Synode benoemt tien Deputaten voor den dienst der Zending, uit elke provincie één.

Een tusschentijdsche vacature, die ontstaan kan door bedanken, overlijden, vertrek naar het buitenland, schorsing of afzetting, wordt door de Synode der Provincie, waarin de vacature ontstaat, zoo spoedig mogelijk aangevuld. Wanneer de Praeses van deze Deputaten niet weer benoemd wordt, wijst de Synodi-Praeses n één der Deputaten aan, die de eerste vergadering samenroept.

Daarna sluit de Praeses de vergadering met dankzegging.

Naar men ons lieden uit Arnhem meldt, zal in de Generale Synode de behandeling van het Concept-contract over de opleiding niet Dinsdag, maar Woensdag a. s. aanvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 augustus 1902

De Heraut | 2 Pagina's

GENERALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 augustus 1902

De Heraut | 2 Pagina's