Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland, Leiden in last.

Het „Kammergericht" heeft dan, gelijk wij reeds mededeelden de „konsistorialordnung" van 1570 voor niet geldig verklaard. In genoemde „ordnung" was bepaald, dat de stedelijke overheid gehouden is het geld, dat noodig is voor het stichten en onderhouden van kerkgebouwen, te verstrekken. De Berlijnsche gemeenteraad heelt al jaren lang beweerd dat zij tot het geven van geld voor Evangelische kerkgebouwen niet verplicht was; nu is hij officieel van die verplichting ontheven. De Evangelische kerk komt daardoor in een moeilijken toestand. Want de Berlijnsche gemeenteraad is niet tevreden met de uitspraak van het „Kammergericht", doch wil terugbetaling van de geldsommen die hij voor kerkbouw en kerkonderhoud, sedert hij daartegen bezwaar is gaan maken, uitgegeven heeft. En dit is een aanmerkelijke som, niet minder dan een half millioen guldens. Wanneer men in aanmerking neemt dat de proceskosten hier nog bij komen, dan beseft men, dat de Evangelische kerk van Berlijn weldra voor het betalen van groote geldsommen zal komen te staan.

Maar de Evangelische kerk buiten Berlijn zal hulp kunnen bieden, zal men denken. Doch het is te vreezen dat vele gemeenteraden het voorbeeld vau de stad Berlijn zullen gaan volgen, en eveneens zullen gaan weigeren om geld voor kerkgebouwen te geven; als zij niet het reeds betaalde zullen terugeischen.

Er bestaat wel een „Evangelischekirchen Hilfsverein", maar de middelen dier vereeniging zijn zeer beperkt.

En nu leest men in een Duitsch kerkelijk orgaan: „alleen de stad zou hulp kunnen brengen, en deze plaatst zich op een vijandig standpunt." Alles wat liberaal is, wrijft zich jubelend in de handen, want nu wordt een onovertrefbare hefboom in de handen gegeven om de positieven uit den zadel te lichten en den status quo ante te herstellen, d. w. z. de Berlijnsche gemeenten aan het ha}f geloof of aan het geloof te onderwerpen. Er behoort wel een logische salto mortale toe om de kerkelijke kiezers er van te overtuigen, dat de positieven schuld hebben aan de meerdere belasting der gemeenten; alleen rekent men nu reeds met beslistheid er op, dat het kunststuk gelukke en de kiezers zich in hunne „gerechtvaardigde ongerustheid" tegen de vertegenwoordiging, die er tot hiertoe was, v/enden zullen, alleen daarom wijl zij niet in staat is het ongeluk af te wenden. Reeds nu wordt er door velen over geklaagd, dat de kerkelijke belasting reeds zoo hoog is; wat zal het worden wanneer zij nog aanmerkelijk verhoogd wordt, hetgeen toch niet kan uitblijven! De meeste Berlijnsche gemeenten hebben geen kerkelijk vermogen, maar moeten bestaan van de kerkelijke belasting."

Men kan hieruit zien, in welk eene ongelegenheid eene kerk komen kan, die niet gewoon is voor hare eigene geldelijke zaken te zorgen, ' maar dit aan de overheid overlaat. Wanneer er een kink in den kabel komt, is Leiden in last.

Ook in Frankrijk hangt elk jaar zoowel voor de Roomsche als voor de Gereformeerde staatskerk het zwaard van Damocles boven het hoofd, doordien men telkens vreezen moet dat er een regeering zal gevonden worden, door wie het Concordaat, waarbij de Staatstractementen voor pastoors qn predikanten verzekerd zijn, wordt afgeschaft. In Duitschland zit men nu al verlegen, en weet niet hoe men de zaak redden zal, wanneer men weet dat de burgerlijke gemeenten geen nieuwe kerken meer willen bouwen en geen oude kerken meer willen repareeren.

Voor een vijftig jaar moest men, als men te Berlijn kwam, den indruk krijgen, dat er geen Christendom en geen kerk meer gevonden werd. Daarna kwam er een ommekeer, die vooral sedert een twintig jaar in Berlijn merkbaar werd. Maar die strooming is aan het verzanden. En nu vreest men in Christelijke kringen, dat als ds kerkelijke belastingen, door de overheid geind, maar natuurlijk alleen bij degenen die tot de Evangelische landskerk behooren, al hooger en hooger worden, velen openlijk aan de kerk een scheidsbrief zullen geven.

Hoe jammer dat men in Duitschland, bij het herleven der kerk, niet tegelijk aan de leden heeft ingeprent en in toepassing is gaan brengen, dat de kerk door de vrijwillige bijdragen harer leden moet bestaan. Maar dan had men ook met het systeem van de staatskerk moeten breken ! Het schijnt echter, dat dit systeem bij de overgroote meerderheid nog als een paal boven water vaststaat. Zelfs een man als de hofprediker Stöcker, die door het oprichten van zijn „Stadtmission" zooveel voor de herleving van het godsdienstig leven in Berlijn gedaan heeft, gelijk uit de statistiek van doopsbedieningen en kerkelijke inzegeningen van huwelijken duidelijk blijkt, heeft nooit er op aangestuurd om de landskerk vrij en onafhankelijk van den Staat te maken. Zijn streven was er op gericht, om de kerk meer vrijheid en meer zelfstandigheid te verzekeren dan zij tegenwoordig heeft. Luther heeft een fout begaan bij het werk der reformatie van Duitschland. Hij gevoelde bij den aanvang van zijn werk zeer goed, dat de kerk vrij en onat hankelijk zijn moest, maar meende ook dat de toestand van het volk, dat de reformatie aanvaardde, het niet toeliet om die vrijheid en onafhankelijkheid te proclameeren. Vandaar dat hij om te beginnen de vorsten des lands als hoofden der kerk erkende en daarom het regiment over de kerk door de heeren van het land aanvaardde, in de hoop dat men later tot vrijheid en zelfstandigheid zou kunnen geraken. Daartoe is het echter nooit gekomen en zal het naar menschelijke berekening ook niet spoedig komen. Zoo kan een fout, bij den aanvang eener zaak begaan, nog eeuwen daarna hare schadelijke werking doen gevoelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1903

De Heraut | 4 Pagina's