Officieele Berichten.

Kennisgeving aan de Diaconieën der Geref. Kerken van Gelderland.

Het Moderamen van „Diaconaal Hulpbetoon" bericht aan de Diaconieën, dat in den loop dezes jaars geen aanvragen om steun tot hen is gekomen, en stelt daarom aan de Diaconieën voor, om de jaarvergadering, die in Mei a, s. moet gehouden worden, een jaar uit te stellen.

Diaconieën die het echter noodzakelijk achten om die vergadering nu te houden, en tegen uitstelling zijn, worden beleefd verzocht omgaande, gaarne binnen acht dagen, hiervan kennis te geven aan den tweeden ondergeteekende.

Met heilbede en broedegroete het moderamen:

Ds. G. DE BRAAL, pres.

Jb. KASPERS, secr.

Arnhem, 22 April I903.

Prov. Synode vaa Drente.

De Prov. Synode van Drente zal D.V. gehouden worden Woensdag 10 Juni te Assen. Aanvang 's morgens 10 uur. Stukken voor het agendum in te zenden vóór 15 Mei.

I) Men is met de benaming «diakonen" niet ingenomen, en zegt dat die uit Duitschland is geïmporteerd. Wij antwoorden dat men oudtijds onder die benaming ook in ons vaderland, de kerkelijke ambtsdragers aanduidde, die men thans diakenen noemt. Zie b.v. xZions Roem en Sterkte'. Verklaring van de 37 artikelen der Ned. Geloofsbelijdenis, door Arnoldus Rotterdam, Predikant te Steenwijk, 1755, op nieuw uitgegeven en bij ons Christelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper, 1890. Niet alleen in den tekst van artikel 30, maar ook in de vragen en antwoorden op dat artikel, wordt steeds het woord «diakonen" gebruikt, als: Wat zijn Diakonen? Wat is de plicht der Diako nen? Welke hoedanigheden worden in de Diako nen vereischt? Zoo ook Art. 31. Van de wettige verkiezinge van de Dienaren des Woords, Ouderlingen en Diakonen. De benaming «Diakonen" komt ook voor in de door Prof. Rutgers uitgegeven Acten van de Ned. Synoden der i6de eeuw.

Niet uit voorliefde voor de taal d r i6e of 17e eeuw, maar duidelijkheidshalve, gebruiken wij die oude benaming.

2) Men zie de beschouwingen over het Diakonaat in het boekje «Olie en wijn in de wonden". Harderwijk, A. Berends, I888.

Namens de roepende Kerk van Assen :

W. W. SMITT, praeses.

J. V. DALEN HZN , scriba.

Assen, 28 April 1903.

Classis Ame. sfoort.

De Classis Amersfoort der Geref. Kerken heeft in hare vergadering van 21 April j.l. praeparatoir onderzocht en met algemeene stem men beroepbaar gesteld bij de Geref. Kerken in Nederland den heer J. C. de Moor, Theol, cand, en Docts te Baarn.

Namens de Classis:

A. M. DONNER, scriba.

Op de jaarvergadering der Zuid-Hollandsche afdeeling van den Ned. Bond van Jongel. Vereen, op Geref. Grondslag (tellende pl.m. 100 Vereen, met ruim 2100 leden) werd de volgende motie aangenomen met algemeene stemmen:

De afdeeling Zuid Holland van den Ned. Bond van Jongel. Vereen, op Geref. Grondslag, in jaarvergadering bijeen op den 2en Paaschdag, 13 April 1903 te Delft, spreekt de wenschelijk heid uit tot verkrijging van een werk over Vaderlandsche Kerkgeschiedenis, bewerkt door een Gereformeerd schrijver en dat geschikt is als leiddraad te dienen bij de bespreking der Kerkgeschiedenis op onze Jongel. Vereen., en besluit voor deze motie plaatsing te vragen in Bazuin en Heraut.

Op het Agendum voor de Provinciale diaconale conferentie der Gereformeerde kerken in Zuid Holland, te houden te Rotterdam, op Donderdag 14 Mei 1903, in het kerkeraadsgebouw aan de Ammanstraat No. 25, komt o. m. voor een referaat van Ds J. H. Landwehr, predikant te Rotterdam, over het onderwerp: Welk verband behoort er te bestaan tusschen particuliere-en diaconale barmhartigheid.

En dan worden de volgende vragen behandeld:1. Kan de Conferentie besluiten, dat met [de Vereeniging voor Chr. Verpleging van Krank zinnigen en Zenuwlijders een contract wordt gesloten voor een bepaald aantal plaatsen ?

Delft.

2. Is het tot meerdere ontwikkeling der ambten niet noodig, dat Diakenen op de Vergaderingen der Classen vertegenwoordigd zijn, en welke weg moet daarvoor worden ingeslagen ?

3. Is het ook gewenscht, dat Diakenen in Classicale vergaderingen samen komen in den kerkdijken weg?

Zoo ja, op welke wijze kunnen zij daartoe komen?

(Rotterdam B.)

De Deputaten voor de Generale Kas voor hulpbehoevende Kerken achten geen overbodig werk te doen, wanneer zij in herinnering brengen, welke taak hun door de Generale Synoden is opgedragen.

Allereerst hebben zij te zorgen voor de hulp, die door de Kerken is toegezegd aan de Kerk te Kootwijk ten aanzien van het traktement van den tegenwoordigen Dienaar des Woords en van de huur der pastorie.

Blijkens de Acta der Generale Synode van Middelburg is die hulp vastgesteld op een bedrag van / 900, in aanvulling van wat èn door de Kerk van Kootwijk zelve èn door de Classe Apeldoorn èn door de Kerken der provincie Gelderland wordt bijeengebracht.

Diezelfde Synode sprak daarbij het vertrouwen uit, dat de Deputaten voor tijdige toezending der toegezegde gelden aan de Kerk van Kootwijk zorgen zouden.

Voorts is aan Deputaten in last gegeven een deel der inkomsten ter hand te stellen aan de Deputaten, aangewezen om hulp te bieden aan catechiseermeesters en oefenaars, die door de actie van 1886 in het ongereede geraakt zijn.

Daarvoor werd een raaximun-bedrag vastgesteld van duizend gulden; waarvan evenwel nooit meer dan de helft is uitgekeerd door gebrek aan de noodige gelden.

Ter jongste Generale Synode, die van Arnhem, is nog een derde post op de begrooting van uitgaven gebracht, aldus aangeduid: aan de Deputaten der Generale Kas voor hulpbehoe vende Kerken wordt machtiging verleend, de Kerk van Dltjisburg en den arbeid der Classen Arnhem en Zutfen in de Rijnprovincie te steu nen, als hun gebleken zal zijn, dat de Classen Arnhem en Zutfen en de Kerken der provincie Gelderland hebben gedaan, wat zij kunnen.

Ten einde de Kerken voor te lichten aangaande de in de Rijnprovincie bestaande behoeften worden hier onder opgenomen de stukken, die ter dezer zake bij de Deputaten werden ingezonden.

Eerst wanneer met deze posten van uitgaaf is gerekend, kunnen ook nog andere aanvragen in aanmerking komen.

Er zal dns wel geen breed betoog noodig zijn, om den Kerken duidelijk te maken, dat hiervoor eene goed gevulde kas noodig is.

Ter Generale Synode van Groningen werd bepaald, dat voortaan door alle Kerken van de eerste collecte voor hulpbehoevende Kerken éen derde deel in de Generale Kas zoude worden gestort.

Heel ruim vloeien die inkomsten dus niet. Toch zouden zij ruim.er kunnen zijn, indien men allerwege zich nog maar aan gemelde bepaling hield; doch nog telkens zijn er Kerken, soms groepen van Kerken, die niets van zich laten hooren.

Zij zouden bovendien ruimer kunnen zijn, indien het voorbeeld gevolgd werd van eene enkele Classe, die ook wel van eene tweede collecte nog een deel in deze Generale Kas pleegt te storten.

Het zoude voorwaar den Deputaten eene oorzaak van vreugde zijn en het zou den arbeid voor Gods Koninkrijk gewis bevorderen, indien men zich beijverde de bronnen van inkomsten voor dit doel milder te doen vloeien.

Namens Deputaten voor de Generale Kas voor hulpbehoevende - Kerken,

B. VAN SCHELVEN.

A. FUKKINK.

Amsterdam, ! ^ T\, r., „, i , „ Utrecht, 'j^S Maart 1903.

Geliefde Broeders in Christus, deputaten voor liulpbehoevende Kerken in Nederland!

De raad der Nederduitsche Gereformeerde Kerk te Duisburg c. a. (Rijn-Pruissen) heeft de eer zich tot u te wenden, met het verzoek om steun voor zijne Kerk. Eerst heeft hij zich gewend tot de Classe Arnhem, waaronder deze Kerk ressorteert, met een verzoek, waarvan afschrift hierbij gaat. Dit verzoek is met algemeene stemmen ingewilligd. En daar de Classe Zutfen, in samenwerking met de Classe Arnhem, ook een deel van dit arbeidsveld bearbeidt, heelt hij zich ook van de instemming met dit schrijven, en van de finantieele hulp van die Classe verzekerd.

Met al den drang der liefde verzoekt hij u, ook van uwe zijde deze bede om pi. min. / 1200 te willen toestaan; alle kerken voor dezen arbeid op te wekken; en zoo spoedig mogelijk de Kerk van Duisburg c, a. zekerheid te geven, dat zij het werk der beroeping ernstig kan ter hand nemen. Temeer daar van de zijde der Nederlandsche Hervormde Kerk met alle kracht te Duisburg gewerkt wordt, sedert deze Kerk haren trouwen en ijverigen oefenaar, broeder A, Punt, heeft moeten afstaan voor eenen anderen arbeid in Nederland.

Namens den Raad voornoemd,

A. v. GEENHUIZEN, praeses,

A. RIEDSTRA, scriba.

Duisburg, 20 December 1902.

De Consulent Ds. C. L. F. VAN SCHELVEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen