Officieele Berichten.

Kort verslag der classis Leeuwarden. Vergadering van 3 Juni 1903.

Het moderamen voor deze vergadering constitueert sich als volgt: Ds. Steenhuis praeses, Ds. T. Rispens assessor. Ds. Boersma scriba.

Ds. Nijenhuis rapporteert als examendeputaat, dat de stukken voor het praeparatoir examen van den heer D. B. J. van der Meulen, theol. cand., in orde zijn. Dit examen vindt plaats en de candidaat wordt met algemeene stemmen toe gelaten om te staan naar den dienst des Woords.

De penningmeester der classicale kas, ouderl. Brugsma, doet rekening en verantwoording van genoemde kas. Door hem is ontvangen de som van/ 591.25 en uitgegeven de som van ƒ 598.77, zoodat er een tekort is van / 7.25.

Rapporten worden uitgebracht: Door de kerk visitatoren en de deputaten naar de j.l. gehouden Prov. Synode.

Verslag van de commissie ter herziening van de huishoudelijke regeling van de classis Leeu warden door Ds. Nijenhuis.

Na eenige bespreking worden de voorgestelde wijzigingen goedgekeurd en besloten 100 exem ])laren van het gewijzigde reglement te laten drukken.

Onder ingekomen stukken: Een schrijven van broeder N. te St.-Anna P. £ aangaande eene handeling van den kerkeraad St. Anna P. A. Na ampele bespreking neemt de classis dienaangaande 't volgende besluit:

De classis, gelezen den brief en gehoord de toelichting van N. eveneens de verklaring van den kerkeraad A, dat de eerstgegeyen toelating voorwaardelijk was,

dat aan de gestelde voorwaarden niet is voldaan,

van oordeel dat het recht aan een kerk is, over elk verzoek van een lid eener andere kerk, om in haar midden het H. A. te vieren, in elk gegeven geval zelfstandig en vrij te oordeelen, verklaart, dat het bezwaar van br. N. niet op voldoende gronden rust, en besluit van deze verklaring aan br. N. kennis te geven met den vriendelijken en broederlijken raad om zich ge willig hieraan te onderwerpen.

Tot deputaten naar Art. 7 en 8 worden benoemd of herbenoemd:

a. voor kerkvisitatoren N. W. afd.: D. D. W. Bouwman en G. Sijbesma primi, sec. R. Middelveld en voor Z. O. afd.: D. D. J. Kooi en F. Rispens, sec. F. H. Boersma j

/'. tot regeling der vacature beurten. D. D. G. Boekenoogen en J. Veenstra;

c. voor toezicht op de oefenaars: Ds. J. Kooi, en ouderl. Beerda;

d. voor hulpbehoevende kerken: Ds. W. T. Nijenhuis en ouderl. Tamminga;

e. tot approbatie van attesten: D. D.J. Kooi, F. Rispens en ouderl. Nauta;

ƒ. voor het bijeenroepen van buitengewone vergaderingen: D. D. Boekenoogen en Veenstra;

g. voor hulpbehoevende kerken en inwendige zending in Friesl.: Ds. J. D. v. d. Munnik;

A. voor examina: D. D. J. D. v. d. Munnik en W. T. Nijenhuis';

i. voor de kas voor hulpbehoevende studenten: Ds. J. Veenstra sec. Ds. G. Boekenoogen;

/. voor hulpbehoevende krankzinnigen: Br. Brugsma;

k. tot actuarius: Ds. K. Doornbos;

/. tot quaestor: ouderl. Brugsma;

m. tot quaestor art. 10: ouderl. Brugsma;

n. in zake de Theol. School: Ds. R. Middel veld;

o. inzake de Theol. faculteit: Ds. Th. A. Bergsma.

Rondvraag naar Art. 41 D. K. O.

De kerk van Leeuwarden komt met de vraag, onder welke kerk de leden, die in het dorp Gou lum wonen, kerkelijk moeten gerekend worden. De classis besluit na gehoorde toelichting deze leden te verwijzen naar de kerk van Wirdum, terwijl inmiddels de notulen der classis over deze grensregeling zullen worden nagezien.

De kerk van Leeuwarden brengt nog tot kennis van de classis, dat de gezondheidstoestand van haar leeraar Ds. J. P. Visscher nog zeer ongunstig is. De classis draagt den scriba op, aan Ds. Visscher namens de classis een kort, hartelijk, deelnemend schrijven te richten.

De kerk van Boxum wordt aangewezen als de roepende kerk voor de e.k. vergadering.

Namens de classis, F. H. BOERSMA, Scriba.

Kort verslag van de Provinciale Synode van Gelderland, gehouden op Woensdag 10 Juni 1903, in de Noorderkerk te Apeldoorn.

Om II uur wordt de vergadering geopend door Ds. A. Boekenoogen, dienaar van de kerk van Apeldoorn, die zingen laat Ps. 119: i, 9, voorgaat in gebed, en Ps. 84 leest; waarna door hem een kort woord wordt gesproken om de afgevaardigden te verwelkomen. De credentiebrieven worden nagezien door Ds. Meijer van Zaltbommel en Ds. Warmenhoven van Harderwijk. Tegenwoordig zijn uit de verschillende Classes alle afgevaardigden, waaronder enkele secundi. Plet Moderamen wordt vastgesteld als volgt: gekozen wordt tot praeses Ds. J. C. van Schelven van Dieren; tot assessor Ds. J. Kok van Nijmegen; tot scriba Ds. A. Boekenoogen van Apeldoorn. Nadat het moderamen zitting genomen heeft, spreekt de voorzitter kort de vergadering toe en gaat aanstonds over tot de behandeling van de agenda. Als adviseerend lid wordt tot de Synode genomen Ds. S. J. Vogelaar, dienaar van de kerk van Apeldoorn. Gelezen wordt een schriftelijk rapport van Ds. Hoekstra als archivarius van de Prov. Synode, waarna Ds. J. C. van Schelven rapporteert na mens deputaten ad examina. Beide rapporten geven geen aanleiding tot debat. Als adviseerende leden worden verder tot de Synode genomen Ds. J. N. Lindeboom van Zutphen, curator van de Theol. School; Dr. G. Keizer van Tiel, als scriba van de vorige Prov. Synode, en Ds. C. L. F. van Schelven van Wageningen, deputaat voor de kerken in Westphalen. Ds. Lindeboom brengt rapport uit aangaande de Theol School. Ds. van Schelven van Wageningen rapporteert aangaande den kerkdijken toestand in de Rhijn provincie en Westphalen. Om half i wordt pauze gehouden. De morgenvergadering wordt gesloten door Ds. J. Kok met dankzegging. Om half 3 wordt de vergadering heropend met het zingen van Ps. 134 : i, 2, waarna Ds. Renting van Winterswijk voorgaa; t in gebed. Door Dr. G. Keizer worden alsnu de notulen gelezen van de vorige Prov. Synode en door de vergadering onveranderd goedgekeurd. Benoemd worden commissie's om de onderscheidene kasboeken na te zien. Rapport wordt uitgebracht door Ds. Lindeboom namens deputaten voor Art. 19 D. K. O., naar aanleiding van welk rapport eenig debat ontstaat over de vraag, wie tot onder steuning moeten worden opgeroepen, zij, die reeds student in de theologie zijn, of ook die nog geheel met hunne studie moeten beginnen. De beslissing over die vraag wordt uitgesteld tot de volgende Prov. Synode, wanneer nader onderzoek aangaande de bedoeling van Art 19 D. K. O. zal zijn ingesteld. Ds, Kofïijberg brengt rapport uit van den staat der Generale kas voor hulpbehoevende kerken, waarna Ds. Notten de middagzitting met dankzegging sluit. Na heropenmg der vergadering rapporteert Br. H. W. van Veelen aangaande den staat van de Prov. kas ten behoeve van emer. pred. enz. in de provincie Gelderland. B. H. Ormel rapporteert als quaestor der Prov. Synode. De benoemde commissie's tot nazien der kasboeken deelen mede, dat alle zaken in goede orde zijn bevonden. Alsnu wordt de vraag van de classis Tiel behandeld: Wat kan de Prov. Synode doen, om het daartoe te leiden, dat niet enkele maar alle classes in Gelderland met de kerk van Utrecht medewerken in zake de zending ? — Na breedvoerig debat wordt het volgende voorstel aangenomen van Ds. Kok : „de Prov. Synode adviseert de verschillende classes, zich te conformeeren aan het besluit der classis Arnhem, luidende: „de classis oordeelt, dat het meer in overeenstemming met 't beginsel, dat een plaatselijk kerk zendt, zal zijn, wanneer de dassen door hare afgevaardigden de kerk van Utrecht adviseerend bijstaan.

Voorts kunnen de kerken dezer classis zich niet verbinden tot vermeerdering van de toe gezegde bijdragen, die van uitbreiding van den arbeid het gevolg zou zijn. Maar de kerken der classis zijn bereid, zoolang Ds. Adriaanse miss pred. van Utrecht is, de kerk van Utrecht met de toegezegde bijdragen te steunen." — Op de vraag van Tiel: „om langs den kerkelijken weg pogingen aan te wenden, om verdere vermeerdering van collecten tegen te gaan, " wordt geantwoord, dat de Prov. Synode op dat verzoek, zoo in 't algemeen gesteld, niet kan ingaan. Op de vraag van Zutphen om steun voor het aanstellen van een colporteur-bijbellezer, antwoordt de Synode, dat zij voor het denkbeeld sympathie gevoelt, maar nog verder, niet meer kan doen. Tot curator der Tneol. School wordt benoemd Ds. H. Hoekstra van Arnhem, primus, en herbenoemd Ds. J. N. Lindeboom, secundus. Tot deputaten ad examinx worden herbenoemd: Ds. J. C. van Schelven, J. W. A. Notten, J. N. Lindeboom, J. Meijer. In plaats van Dr. H. Bouwman wordt aangewezen Ds. P. Warmen hoven van Harderwijk. Tot deputaten voor Art. ig D. K. O. worden herbenoemd Ds. J. N. Lindeboom, J. C. van ScheU'en, J. Kok, J. Meijer. In plaats van Ds. H. Kuik wordt gesteld Ds. J. Vesseur van Elburg. Tot deputaten voor hulpbehoevende kerken in de provincie worden gekozen: Ds. Kofïijberg en Dr. G. Keizer, secundus. Tot penningmeester voor de prov. kas ten behoeve van emer. pred. enz. in de provincie wordt herkozen Br. H. W. van Veelen, te Dieren. Tot quaestor der Prov. Synode wordt herkozen Br. H. Ormel. Als zijn secundus wordt aangewezen Br. C. J. de Bordes te Velp. Tot archivarius herkozen Ds. H. Hoekstra. De volgende Prov. Synode zal D. V. gehouden worden op den tweeden Woensdag in de maand Juni 1904. De Synode besluit, dat de classis Arnhem zelf de roepende kerü zal aanwijzen, en dat voortaan door de saamroepende kerk een agendum zal worden toegezonden aan alle primi en secundi afgevaardigden. Hierna worden de finantieele aanvragen behandeld. Besloten wordt toe te zeggen, wat het vorige jaar aan de kerken is uitbetaald, en wat meer inkomt procentsgewij«e om te slaan en te verdeelen. Nog enkele finantieele aange legenheden worden geregeld. De Voorzitter spreekt een woord van dank tot de vergadering. De Assessor dankt Ds. van Schelven voor zijne uitnemende leiding. De Voorzitter Ds. J. C. van Schelven sluit de vergadering met dankzegging.

Op last der Synode voornoemd,

Ds. A. BOEKENOOGEN, Scriba.

Prov. Synode van Overijsel gehou den te Deventer 10 Juni 1903.

De vergadering is samengesteld uit de diena ren des Woords: P. J. Jongbloed, L. M. A. Scheps, P. A. Veenhuizen, L. A. Smilde, J. van Henten, J. Schoemaker, G. P^lzenga, J. Hessels, C. W. E. Ploos van Arastel, en de ouderlingen: B. Hucriede, H. Slettenaar, H. Sondorp, H. Waterink, J. Breeman, T. Visscher, B. van Bruggen, D. J. v. d. Vegte, J. Noback.

Het moderamen bestaat uit de volgende broe ders: Ds. Scheps, praeses. Ds. Hessels, assessor; Ds. Elzenga, scriba.

Voorlezing wordt gedaan van enkele gedeelten uit de notulen der vorige vergadering.

Rapport van de deputaten voor de hulpbe hoevende kerken. Opbrengst der collecten / 408.37. Elk der hulpbehoevende kerken ontving / 85.

Rapport van depp. voor de zaken der emer. pred, enz. De som die de prov. Overijsel opbracht, bedroeg / 2804 50. Uit de generale kas werd ontvangen netto / 1645.50. Tengevolge der emeritaatsverklaring van Ds. G. Brunemeijer van Enter moet deze laatste som verhoogd worden, gelijk ook de prov. subsidie met / 200 zal moeten vermeerderd worden.

Rapport van de depp. voor de examina en de emeritaatsverklaring. Zij woonden éénmaal de class, verg. van Zwolle bij, toen cand. M. Elzinga peremtoir geëxamineerd werd, en tweemaal die van Deventer met het oog op de emeritaatsverklaring van Ds. G. Brunemeijer.

Rapport van depp. voor den prov. zendings dag. Dit verslag heeft in sommige bladen gestaan. De verg., te Ommen gehouden, was ook dit jaar goed bezocht en gezegend.

Rapport van depp. voor de opleiding tot den dienst des Woords. Ongeveer ƒ 700 wordt jaarlijks door de kerken voor dit doel gecollecteerd en uitgegeven. — In het vertrek der alumni van de Theol. Sch. naar de Vr. Univ. berust de Synode (Instructie Art. 12), al wordt het afgekeurd dat zij het advies niet inwonnen van de depp. ad hoc. — Een paar voorstellen tot aanvulling van de bestaande Instructie voor gen. deputaten, wat de bepaling van de plaats der studie betreft, wordt gesteld in handen van depp. ad hoc, ter fine van advies op de volgende prov. Synode. — Van het batig saldo wordt een gratificatie toegestaan voor één jaar aan een hulp behoevenden broeder, die al vrij ver met zijne studie gevorderd is.

Rapport van den deputaat curator der Theol. School. De lotgevallen dezer inrichting werden kortelijk vermeld en verdere bloei haar toegebeden.

Een gedrukt rapport inzake de zending op Soemba geeft aanleiding tot breedvoerige bespreking. Een aanvrage tot machtiging der depp. om een derden zendingspost op Somba te creëeren onder de eigenlijke Soembaneezen met het oog op de mogelijke uitzending van br. D. K. Wielenga, wordt toegestaan wat deze Synode betreft.

In plaats van de kerk van Zwolle, die voor de eer bedankte om Ds. Bruijn en eventueele opvolgers te beroepen en uit te zenden, zal daartoe de kerk van Kampen namens de prov. Synode uitgenoodigd worden.

Rekening en verantwoording van den prov. quaestor. Dit jaar werd / 875 uitgegeven.

Aan de kerken van 01st, l^emelerveld en A vereest wordt wederom steun toegezegd uit de prov. kas voor hulpbeh. kerken, met dien verstande, dat aan A vereest een prae van / 50 zal worden gegeven ter onderhouding van een dienaar des Woords, en het overige onder de drie genoemde kerken gelijkelijk zal worden verdeeld.

Er zal een poging beproefd worden om het agendum der prov. Synode tijdig ter kennis van de class, vergaderingen te brengen. Te dien einde wordt hel volgende besloten: de roepende kerk moet in het laatst van Maart de voorstellen der classes ontvangen, en in het begin van April het (voorloop-ge) agendum aan de classes toekenden, opdat deze de daarop voorkomende zaken kunnen bespreken. Later moet dan een supplement aan het bovengenoemde agendum worden toegevoegd, wanneer de laatste class, vergaderingen vóór de prov. Syn. zullen gehouden zijn. Ook kunnen deze class, vergaderingen ekander nog toezending doen van nieuwe voorstellen of za ken, n.l. de eerstgehoudene aan de later gehoudene.

Het verzoek van Ds. E. Th. Ploos van Amstel, rustend predikant te Amsterdam, wordt wederom toegestaan.

Een doopsquaestie, door den kerkeraad van Lutten ter tafel gebracht, die bezwaar heeft tegen een te zachte afkeuring van de classis Ommen, inzake een paar gevallen van doopsbediening, wordt gesteld in handen van een commissie van twee predikanten en één ouderling. Zij zullen de zaak nauwkeurig onderzoeken en ter volgende prov. Synode daarvan rapporteeren.

De volgende deputaten worden gecontinueerd. Als prov. quaestor Ds-C. W. E. Ploos van Amstel— als prov. archivarius Ds. L. M. A. Scheps — als depp. V. de hulpbeh. kerken DD. J. Hessels, Dr. C. C Schot, L. M. A. Scheps — voor de zaken der Em. pred. enz. dezelfde — voor examina en emeritaatsverklaring DD. J. Gideonse, J. Hessels, Dr. C. C Schot, L. M. A. Scheps, J. J. Westerbeek van Eerten — voor den Zendingsdag DD J. van Henten, J. Hessels, L M. A. Scheps, J. J. Westerbeek van Eerten en ouderling H. J. Kolkert — voor de opleiding t. d. dienst des Woords DD. J. Hessels, Dr. C. C. Schot. L. M. A. Scheps, J. Gideonse, Dr.J. Hania en W. de Jong — als Deputaat Curator Ds. J. Hessels, sec. Dr. J. Hania — voor de zending op Soemba DD. W. de Jong en C. W. E Ploos van Amstel.

Deputaten voor de arrestatie der Notulen: DD. L. M. A. Scheps, J. Hessels, G. Elzenga, C. W. E. Ploos van Amstel en ouderling D. J. V. d. Vegt'e.

De e.k. Prov. Synode zal D. V. saamgeroe pen worden op den tweeden Donderdag in Juni, door een der Kerken uit de Classis Ommen.

G. ELZENGA, scriba.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen