Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

STOKOUD EN ZESTIEN JAAR.

HUISWAARTS.

VII.

Tegen den middag bedaarde de storm even plotseling als hij was opgestoken, 't Eerste werk was nu een noodroer te maken, waartoe de timmerman en allen die hem helpen konden, dapper aan 't werk gingen.

Toen dit was afgeloopen, . schenen ettelijke laatrozen van zins, zich na al den angst en in de vreugd over hun behoud, eens te gaan bedrinken. Doch de schipper zei hun zeer beslist, dat daar niets van komen kon, en hij het ook recht goddeloos zou vinden, op die wijs dank tetoonen. Hij althans wilde het anders doen, liet allen aantreden en las toen naar Engelsche wijs uit het gebedenboek een dankgebed voor. Daarna las hij een gedeelte uit de Schrift, bad toen nogmaals, en daarna kreeg het volk een onthaal in spijs en drank. Wel was daar ook sterke drank bij, maar niet zooveel dat er iemand dronken van kon worden.

Intusschen bleef de wind, die zeer verminderd was, in dezelfde richting, zoodat het schip voortdurend noordwaarts dreef. Voor 't oogenblik schaadde dit minder, en werd het roer niet gewend, wijl men op geen voeten of vademen wist waar men was, en bij de zwaar bewolkte lucht dat ook moeilijk kon opnemen, wijl daartoe zonneschijn noodig is. Behoedzaam ging men dus voorwaarts, in de hoop den volgenden dag de plaats te kunnen bepalen waar men zich bevond.

Doch eer het zoover was, riep den komenden morgen vroeg de uitkijk in de mast overluid: „Land, land!" en alles sprong op het dek om mee uit te zien.

Voor hen onderscheidden ze duidelijk enkele eilanden, of liever 't schenen wel klippen, waar de zee met groot geweld en al schuimend op brak. Gelukkig dat nu het roer in orde was, anders zou van „De Valk" niet veel heel zijn gebleven. Thans voer men voorzichtig, en zorgende buiten de branding te blijven, langs de klippen waarvan er vele waren, tot eensklaps in de verte een strook land zichtbaar werd, waarop men duidelijk boomen kon onderscheiden. Kort daarop ontdekte men ook iets dat op een toren geleek. Er was geen twijfel aan of men kwam aan een bewoonbare, misschien ook wel bewoonde plek. Weldra kwam de kapitein op 't dek, die mededeelde, dat, naar hij uit zijn kaarten en op andere wijs kon nagaan, het schip de Barmudas eilanden naderde. Die gissing bleek weldra juist te zijn.

De Bermudas, die zoo heeten naar den Spanjaard Juan Bermudas, welke hen in 1522 ont­ dekte, zijn dezelfde eilanden, die in den En gelsch-Zuid-Afrikaanschen oorlog zoo treurige vermaardheid hebben gekregen. Immers vele gevangen Boeren zijn als krijgsgevangenen daarheen gevoerd.

Van de honderden eilanden en klippen die de Bermudas heeten, zijn er nog geen tien bewoond, en op al de eilanden saam wonen nog lang niet zooveel menschen, als bij ons bijv. in de stad Alkmaar. Er groeit echter veel goeds zooals cederhout, olijven, oranjeappelen, tabak, katoen en vlas. Ook worden er allerlei bedrijven uitgeoefend en kunnen de schepen, die naar de West gaan, er aanleggen om voorraad in te nemen, 't Is dus te begrijpen, dat Engeland op het bezit van deze eilanden, hoe klein ze ook zijn mogen, toch grooten prijs stelt. De Britten wonen en heerschen er trouwens nu al drie eeuwen.

De lieden van „De Valk" waren dus zeker hier vrienden te vinden, wat zeer te pas zou komen, wijl hun schip in den storm erg geleden had, en dus moeilijk de reis kon voortzetten. Men wierp het anker voor het grootste eiland, dat St.George heet, en waar meestal schepen lagen. Dit was ook nu het geval, en zoo kon de kapitein dan ook bericht van het ongeval hem overkomen, naar het vaderland meegeven.

Voor onzen Lukas kwam het oponthoud minder ongelegen dan voor den kapitein. De laatste was alles behalve in zijn schik toen hem bleek, dat niet alleen aan het schip vrij wat was te kalefateren, maar ook de lading door den storm geleden had. De eerste daarentegen had van den storm zulke schrikwekkende herinneringen, dat hij hartelijk blij was, zich weer op vasten grond te bevinden. Hij had wel gewild, zoo maar even met een wagentje van de Bermudas, naar Dartmouth te kunnen rijden. Het viel hem dan ook niet mee, toen de stuurman, dien hij vroeg of Engeland nog ver was, hem antwoordde: „Dat ligt nog net aan het andere eindje van de wereld." Wel was dat geen heel nauwkeurige beschrijving, maar Lukas begreep toch genoeg. En hij nam zich voor, wanneer hij weer behouden in het vaderland was, de zee vaarwel te zeggen, en' als 't niet anders t kon, maar weer in vader's winkel te gaan. Daar stormde het althans zoo niet, en thuis was het toch een heel andere en veel lieflijker omgeving dan op het schip.

Doch was Lukas uit den storm ook gered, ongelukkig was met het gevaar en de vrees des doods ook weer de lust tot bidden, ja alle gedachte aan God geweken. De Bijbel bleef ongeopend in zijn hut liggen. Zoo zijn we naar onze natuur. We willen den Heere God wel als onzen Helper in den nood aanroepen, maar de dankbaarheid als Hij ons gered heeft ontbreekt. Trouwens de ware dankbaarheid is een vrucht van het geloof.

Twee maanden Tuim nadat „De Valk" voor de Bermudas het anker had geworpen, liep het schip te Plymouth binnen. Daar werd het volk afbetaald en ieder kon zijns weegs gaan. Lukas haastte zich naar zijn vaderstad, die gelukkig maar enkele uren ver lag. Daar had men reeds gehoord, dat het schip behouden wasbinnenge komen, en was dus op zijn komst voorbereid.

Met groote hartelijkheid en blijdschap werd de jonge zeeman ontvangen. Zelfs vader, hoezeer hij zijn zoon in den winkel ook miste, en hoeveel hij ook tegen het zeemanschap Ijad, moest erkennen dat het scheepsleven Lukas althans uitwendig had goedgedaan. Moeder die den Heere vurig dankte, dat Hij haar zoon in welstand had teruggebracht, luisterde met aide aandacht der liefde, toen Lukas vertelde van het gevaar, dat hij geloopen had en zei ten slotte: „Jongen, ik zou nu met vader zeggen: Wat doe je in zoo'n gevaarlijk handwerk." Er was natuurlijk veel te vragen en te verhalen, vooral daar onze Lukas te Dartmouth een bekend en bij velen bemind jongmensch was. Het stond niet stil van bezoekers en iedereen noodigde hem weer tot een bezoek uit.

Te midden van al die drukte, waren moeder en zuster begonnen Lukas' kleerenkast eens na te_ zien. Want ge begrijpt, na zulk een lange reis, viel er aan de onderkleederen vooral wel iets te doen. Bij die gelegenheid echter deed moeder een ontdekking, die haar bedroefde. Zij vond Lukas' Bijbel nog heel netjes ingepakt, wat haar al bevreemde. Doch toen zij nu Jiet pak opende, bleek haar duidelijk, dat de Bijbel nog niet opgeslagen en evenmin gelezen was.

CORRESPONDENTIE.

A. y. te R. — Uitgaven zooals u zoekt zijn mij niet bekend. Uit de boekb. door u aangehaald blijkt, dat er ten dezen verschil van schrijfwijs bestaat, gelijk dan ook werkelijk het geval is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's