Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over „Diaconale Fondsen met bijzondere bestemming" schrijft Prof. Biesterveld in het Diaconaal Correspondentieblad het volgende:

Het kan overbodig schijnen, om voor onze diaco nieën de vraag te bespreken, of het goed is fondsen te vormen door het opleggen van gelden. Ge woonlijk toch leven de diaconieën meer van tekorten, dan dat zij geen raad weten met hunne inkomsten. Toch is het goed deze vraag onder de oogen te zien, omdat in tweeërlei zin fondsen kun nen gevormd worden.

Het 15 mogelijk dat een diaconie in een zekeren tijd meer ontvangt dan zij noodig heeft. Dat kan door zeer ruim toevloeien van de gewone inkomsten, doordien er een tijd lang weinig armen zijn Ie verzorgen, of doordien buitengewone inkomsten, als legaten enz , de kas komen stijven.

Het zou dwaasheid zijn te beweren: O, dan moet alles uitgegeven worden wat er maar inkomt. Het is niet barmhartig om meer dan hetgeen v/aarlijk noodig is mede te deelen. Dat doet zorgeloos worden, en zekere eischen stellen aan het leven ook voor de toekomst, niet in overeenstemming met het begrip olenigen van nood".

In zulk een geval mag en moet eene diaconie het ge'd, dat zij over heeft, uitzetten.

Maar, en hier komt het op aan, eene diaconie moet zich er niet op toeleggen om geld te verza melen en akker aan akker te trekken. Wanneer (ie inkomsten weer minder zijn moet zij met blijd schap het bezit verkoopen, om de noodige mededeeling te kunnen doen.

Het is helaas in de historie met menige diaconie zco gegaan, dat ze liever de armen naar het bur gerlijk armbestuur verwees, dan dat ze bezittingen, landerijen, enz, , aan de diaconie toekomende, verkocht. Dan leden de armen honger, terwijl de diaconie rijk werd! Dat is uit den booze en mag in de gemeente geen plaats hebben.

In tijd van overvloed opleggen, maar ook even gaarne alles weer tvjt den laatsten cent uitgeven, als het noodig is, en nooit eenigermate ook maar do mededeeling aan de armen inkorten, om het kapitaal, groot of klein, niet aan te tasten.

Een tweede vraag is, hoe te handelen, als legaten met een bepaalde bestemming vermaakt zijn. Dan moet men van zelf het geld naar den wil van den erflater besteden. Maar het ligt op den weg der diakenen, als zij van zulke legaten weten, er op te werken, dat zij, zonder nadere bepaling van de bestemming, aan de diaconieën worden vermaakt. Dat is veel beter. De toestanden toch wijzigen zich elk oogenblik. Er kan voor het oogenblik eene behoefte bestaan, die dringend voorziening eisclit, en jaren later b. v. bestaat die behoefte niet meer. Dan is het geld er toch voor gegeven, mag alleen daarvoor besteed, en doet geen nut, omdat de behoefte waarvoor het werd afgezonderd, zich niet meer voor doe; .

Zoo is er meenig kapitaal vroeger vermaakt dat nu rente op rente vefmeerdert, en alleen dient om enkele sinecure's te betalen en voorts nutte loos is.

Veionderstel b. v. dat iemand een kapitaal vermaakt aan een diaconaal suppletiefonds voor schoolgaande kinderen van ouders, die het volle school.eld niet kunnen betalen. Dat , zou op dit oogenblik menige diaconie uitnemend te stade komen. Maar nu behaagt het onzen God om b.v. over .eenige jaren den politieken toestand in ons land zoo te doen zijn, dat het komt tot finale op lossing der schoolquaestie in dezen vorm, dat van staatswege alle ouders door su sidie in staat worden gesteld, om hunne kinderen naar hun beginsel te doen onderwijzen. Dan zijn de suppletiefondsen overbodig, en zou zulk een legaat worden een dood kapitaal.

Wij moeten geen perken stellen aan het souverein bestuur van onzen God. Daarom is het verre het best, wanneer eventueele legaten aan de diaconieën zonder nadere bepaling vermaakt wor den, opdat die er mee kunnen handelen naar de nood het vereischt. Kan men echter den legataris daartoe niet bewegen, dan moet van zelf het geld naar de bijgevoegde bepaling besteed worden.

Een andere vraag, zeker van niet minder belang is het, of eene diaconie geroepen is fondsen te verzamelen voor een nood die komen kan, maar nog niet aanwezig is. Bijvoorbeeld is het ook roeping voor de diaconieën om, al zijn er geen weezen in eene Kerk, toch reeds ja en lang te gaan sparen voor het geval, dat er weezen zullen komen ?

Ook hier heeft men wel te onderscheiden.

Het gelJt niet de vraag: als eene schenking of legaat \oir zulk een doel wordt gegev.en, mag. de diaconie dan zulk een schenking of legaat aanvaarden, al zijn er geen weezen te verzorgen? Zeker mag dat. Er is natuurlijk geen reden om dit geld te weigeren. Maar dan geldt ook hier, liefst er op aandringen: geef het zonder bepaalde bestemming. En dan ook: als er dan b.v. weezen komen, eerst zulk een schenking of legaat verbruiken vóór men b.v. dan uit de algemeene kas nemen gaat. Nooit geldgierig worden in onze armenverzorging, in welken vorm ook — nooit vergaderen van schatten, hoe ook bedoeld.

Ook wordt niet afgekeurd het afzonderlijk coUecteeren en bijdragen verzamelen, indien zulks noodig is, voor bepaalde bestaande behoeften.

Bepaald ontkennend echter is de vraag te beantwoorden, of de diaconie geld moet gaan verzamelen, met het oog op de toekomst en wat zij voor eischen kan stellen. Dat is met heel het begrip van Dienst det barmhartigheid in strijd. Heel iets anders is, of ik voor de toekomst mijner kinderen zorg en zorgen moet, dan dat een diaconie angstig gaat vragen: wat kan er over tien of twintig jaar gebeuren; kan er dan misschien ook een wees te verzorgen zijn! Zoo zouden de diaconieën voo.rzorgsmaatregelen moeten nemen met het oog op mogelijke weezen, maar ook arme krankzinnigen, idioten, blinden, ongeneeslijke kranken, te begraven dooden, terwijl geen enkel geval zich nog voordoet. Eveneens met het oog op allerlei mogelijke rampen: epidemiën, branden, oorlog, revolutie en wat niet al.

Op dit terrein mag zeker geloof gevraagd, dat God zorgen zal, als zulke nood ons overkomt.

Dus: niet roekeloos meer uitgeven dan noodig is; is er over, dit gespaard; is het noodig, al het bespaarde onmiddelijk uitgeven; liefst zonder be paalde bestemming alle schenkingen en legaten zien te krijgen; wat toch met bestemming gegeven wordt daarvoor onmiddelijk gebruiken; ^een fondsen oprichten voor mogelijke gevallen in de toekomst.

Hierbij sluiten wij ons van harte aan.

Alle aparte „fondsjes" zijn de dood van de barmhartigheid, die telkens opnieuw geprikkeld moet worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 augustus 1903

De Heraut | 2 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 augustus 1903

De Heraut | 2 Pagina's