Uit de Pers.

Wat Ds. Renkema in het Gereformeerde Volks blad over de avondgodsdienstoefeningen schrijft, verdient de aandacht van allen, die het „naarstig ten huiïe Gods komen" zich nog niet tot een gewoonte hebben gemaakt:

Er wordt in onze dagen nog al eens geklaagd over het feit, dat de kerkelijke samenkomsten op den dag des Heeren niet zoo druk worden bezocht als in vroegere tijden. Velen hebben de gewoonte om slechts éénmaal op den rustdag zich te ver toonen ter plaa se des gebeds. En natuurlijk, dan geeft men de voorkeur aan de morgengodsdienst oefening, wijl er dan over z g. vrije stoffen wordt gepredikt.

’t Gevolg daarvan is, da', de avondgodsdienst oefeningen zeer schaars worden bezocht, t Is op sommige plaatsen zoo ledig in de kerk, dat een kanonskogel door de kerk kan gaan, zonder iemand te treffen Dit verschijnsel nu moet worden be treurd en afgekeurd, 't Is geheel in strijd met het voorschrift van Gods Woord, waarin ons gezegd wordt, dat wij de onderlinge bijeenkomsten niet zullen nalaten, 't Moet een vaste regel zijn bij al de leden nzer Gereformeerde kerken, dat zij, indien ten mms'e de huiselijke omstandigheden het toelaten, tweemaa op een Zondag verschijnen in de samenkomsten der gemeente.

’t Is waar, er wordt dikwijls gezegd, dat dit te veel gevergd is van hen, die eiken werkdag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in fabrieken en werkplaatsen moeten doorbrengen. Zij behooren des Zondags ge egenheid te hebben, om eenige uren de buitenlucht te genieten, ten einde met frissche krachten weer aan den arbeid te kunnen gaan.

Wij vragen echter: moet daarvoor nu juist de avondgodsdienstoefening worden verzuimd ? Wij gelooven het niet Men kan zeer goed het ééne doen, en het andere niet nalaten. Buiten de uren, waarin de godsdienstoefeningen worden gehouden, is er overvloedig tijd, om eenige verfrissching oor het lichaam op te doen.

Ook in dit opzicht kan men door een goede ver deeling den rustdag wel zóó beheerschen, dat de kerkelijke samenkomsten er geen schade door lijden.

Hoe moedbenemend, hoe afmattend is het niet voor den leeraar, als hij voor stoelen en banken moet preeken, gelijk men het noemt. Hoe licht verkoelt het zijn lust en ijver voor de studie, als hij ziet, dat deze toch niet door de gemeente op prijs wordt gesteld.

Een predikant is ook maar een mensch, en niets menschelijks is hem vreemd.

En al is dit niet het geval, al werkt en spreekt de dienaar des Woords met evenveel bezieling voor weinigen als voor velen, toch doet het afbreuk aan de stichting, wanneer slechts hier en daar in het kerkgebouw zich een tempelganger bevindt Een kerk behoeft niet groot te zijn, maar moet toch goed gevuld zijn, om aan de samenkomst een hartverheffend feestelijk karakter te geven, 't Schoonste van een kerkgebouw is s-ltijd de schare in het Zondagskleed, die het geheele gebouw vol doet zijn, van voren tot van achteren toe. En als er dan bij den aanvang gezongen wordt:

»Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot

O Heer der legerscharen God,

Zijn mij uw huis en tempelzangen, "

zie, dan krijgt de heilbegeerige ziel dikwijls al een zekere stichting, nog eer de eigenlijke godsdienstoefening begonnen is. Hoe menigeen weet daarvan te spreken.

Doch wat doen dan ook de skerkverzuimers' zich zelven en anderen een kwaad, doordien zij hunne plaatsen ledig laten in het huis des gebeds. Zelfs het kerkgezang lijdt er onder. De Psalmist zegt:

Dat 'sHeeren huis van vreugde druische.

Voor Isrels grooten Opperheer!

Doch daarvoor is dan ook noodig, dat aller «stem zich pare, ' net den klank van 't orgelspel.

Wij zouden nog meer betreffende deze zaak kun nen zeggen. Alleen dit nog willen wij hieraan toevoegen.

’t Gebeurt af en toe, dat iemand door eene sle pende ziekte wordt overvallen, zoodat hij de gods dienstoefeningen in het geheel niet kan bijwonen. Welk een smachtend verlangen vervult daar menigmaal de ziele, om de voorhoven des Heeren binnen te gaan.

Gelukkig dan hij, die zich in dat geval niet te verwijten heeft, dat hij in zijn gezonde dagen de godsdienstoefeningen heeft verwaarloosd.

Gelukkig dan hij, die zich in dat geval kan troosten met de herinnering aan het goede en de stichting, die hij in de morgen > n avondgodsdienstoefeningen van den Heere heeft mogen ontvangen. Het vroegere trouwe kerkbezoek zal hem dan nog ten zegen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen