Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godgeleerheid en wijsbegeerte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godgeleerheid en wijsbegeerte

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 6 November 1903.

Nu de rede, waarmede Prof. Honig te Kampen 8 April van dit jaar het lioogleeraarsambt aanvaardde, in druk verscheen en ons ter recensie werd toegezonden, zij ook in De Heraut de aandacht gevestigd op deze oratio inauguralis, die getuigenis aflegt, hoe deze jonge hoogleeraar reeds bij zijn eerste optreden beslist kleur bekende en met vaste hand de lijnen trok voor het gewichtig arbeidsveld hem toebetrouwd.

Dr. Honig had in zijn doctoraal proefschrift zich meer geworpen op de kerkhistorie; maar de keuze van zijn held. Dr. Alexander Comrie, den man die in tijd van diep geestelijk verval zoo kloek voor onze beginselen optrad en dogmatische scherpbelijndheid met philosophischen aanleg paarde, toonde reeds, dat ook dogmatiek en philosophic de liefde hadden van zijn hart.

Het behoefde daarom niet te bevreemden, dat de Curatoren der Theologische School juist aan dezen Doctor Theologiae de plaats toewezen, die door het vertrek van Prof, Bavinck vacant was geworden. Dogmatiek en philosophic behooren zeker tot de meest gewichtige, maar ook tot de moeilijkste vakken. Hier vooral ligt het gevaar van af te glijden voor de hand en kan de minste afwijking voor het leven der kerk de v/rangste vruchten tengevolge hebben. Op philosophisch en dogmatisch gebied moet daarom in de eerste plaats de wacht bij het beginsel betrokken worden, en de hoogleeraar die geroepen wordt deze vakken te onderwijzen, dient niet alleen over rijke kennis te beschikken, maar ook een man te zijn, die uit het Gereformeerde beginsel leeft en voor dat beginsel liefde weet op te wekken bij zijn studenten.

Aan dien eisch getoetst, mag het eerste optreden van Prof. Honig met dankbaarheid worden begroet. Het onderwerp, dat hij koos: De verhouding tusschen Godgeleerdheid en Wijsbegeerte, raakt een der moeilijkste problemen. Van het begin der Christelijke Kerk af is geworsteld om de rechte verhouding tusschen beide te vinden Werd eenerzijds alle philosophic als uit den booze van het erf der kerk gebannen, anderzijds smolt Theologie en Philosophic saam, vaak tot schade van beide. De antignostische richting van Tertulliaan en de philosophisch-theologische school van Origenes zijn de beide polen, waartusschen het leven der kerk aldoor slingerde. En niet minder diep ingrijpend werd dit vraagstuk, sinds in de vorige eeuw de machtigste denkers op philosophisch gebied opstonden, uit beginselen, die lijnrecht tegenover onze Christelijke levensbeschouwing stonden, hun stelsels opbouv/den, en luide verkondigden, dat de plaats der theologie thans voorgoed door de philosophic was ingenomen. Philosophie en Theologie kwamen daardoor vijandiger dan ooit te voren tegenover elkander te staan, en het is te begrijpen, ook al mag het niet goedgekeurd, dat menig kortzichtig theoloog tot het standpunt van Tertulliaan terugkeerde en in de philosophie niet anders zag dan de ijdele speculatie van het ongeloovig menschenhart, dat tegen God en Zijn waarheid zich keert.

Dat Dr. Honighet waagde, juist dit onderwerp te behandelen legt getuigenis af van zijn moed. Te meer omdat in den kring, waarin hij optrad, niet ieder met onverdeelde sympathie zal gehoord hebben, hoe hier voor het saamgaan eener Christelijke philosophie en theologie het pleit werd gevoerd. Wanneer Dr. Honig op pag. 35 aldus de taak der Dogmatiek omschrijft:

Alleen maar, zóó staat de zaak volstrekt niet. In kinderlijke naïviteit moge de kerk van Christus nu en dan gemeend hebben, dat het genoeg was de woorden der Schriften met een geloovig hart letterlijk na te spreken, al ras is het haar altoos weer gebleken, dat ook het verlicht verstand in den dienst van God moest aangewend; dat met het denkend verstand de stof der Dogmatiek, die in de geheele Schrift ligt uitgespreid, moest bijeenvergaderd, dat wijsgeerig die stof moest bepeinsd en doorgedacht, en dat ten laatste met ditzelfde denkend verstand deze stol tot een systeem moest worden verwerkt. En bij dezen arbeid is de Theoloog evenals ieder ander geleerde in zijn denken gebonden aan de formeele, logische kategoriën, die de Schepper voor 't denken bepaalde en ook hij mag tegen de logica niet ingaan. Dat allereerst. En dan voorts, ook rechtstreeks dient de studie der wijsbegeerte door de belijders van den Christus beoefend. Elke wetenschap, en dus ook de wijs begeerte, is een schepsel Gods, en daarom reeds dient zij door ons beoefend te worden. Echter alzoo: dat God ook door haar geëerd en geprezen worde;

dan behoeft men hiernaast slechts zekere stellingen te leggen, kort geleden op een pastorale conferentie verdedigd, om te gevoelen, hoe scherp belijnd hier twee be­ ginselen tegenover elkander staan, die als vuur en water elkander uitsluiten.

„Het „magnis in voluisse" was hier echter niet voldoende; wie hier het hoogste bereiken wil, heeft aan te toonen, dat hij de historie der kerk kent; dat hij welbewust kiest tusschen de verschillende oplossingen, die voor het probleem beproefd zijn; en dat hij eigen standpunt èn theologisch èn philosophisch kan rechtvaardigen. Dr. Honig heeft dit dan ook gedaan. Eerst teekende hij in een kort overzicht den strijd, die in de kerk steeds over dit punt gevoerd is; daarna toetste hij de oplossing, die door de moderne philosophie, door de religions-philosophic en de Roomsche theologie beproefd is, aan de beginselen der Christelijke religie, om ten slotte zijn eigen standpunt uiteen te zetten. Hoe de dogmatiek gebruik heeft te maken van de gegevens der philosophie, vooral bij het systematisch ordenen der geloofswaarheden der Schrift, werd helder uiteengezet. Maar ook anderzijds werd gepostuleerd, dat daarnaast een Christelijke philosophic zou optreden, die den sluitsteen vormen zou van heel den . tempel eener Christelijke wetenschap. Hoe deze Christelijke philosophie zal te arbeiden hebben, teekende Dr. Honig aan het slot in deze schoone woorden:

En is hiermede in hoofdtrekken aangegeven wat wij onder de wijsbegeerte verstaan, dan springen twee dingen aanstonds in het oog. Ten eerste valt 't thans niet moeilijk meer aan te wijzen, dat het ook bij de beoefening van deze wetenschap van het grootste gewicht is of men al dan niet de bizondere openbaring Gods aanneemt. Een rechtsgeleerde immers, die de wetenschap in christelijken geest beoefent, komt niet tot dezelfde resultaten als een jurist, die de beginselen, in de Heilige Schrift geopenbaard, loochent. Er is tweeërlei wetenschap. Elke wetenschap toch gaat uit van bepaalde grondstellingen. Zijn nu die grondstellingen aan het Christendom, meer bepaald aan het Calvinisme ontleend m. a. w. gelooft men aan de schepping, de voorziening, den val, de verlossing, de gemeene gratie en de bizondere genade e; iz., dan moeten ook de uitkomsten anders zijn dan bij hen, die van geheel andere grondstellingen uitgaan. Formeel heelt dus de wijsbegeerte bij allen wel hetzelfde doel. En vandaar dat de taak der philosophie door Schleiermacher, Ueberweg, Rabus, Wundt, Paulsen, Opzoomer, Scholten, Kuyper en Lamers in hoofdzaak op dezelfde wyze omschreven wordt. Maar al naar gelang de wijsgeer de christelijke of de naturalistische grondstellingen beaamt, en hij dientengevolge de resultaten, die hij te verwerken heeft, ontleent aan de speciale wetenschappen in christelijken of in naturalistischen geest beoefend, naar die mate moet zijne philosophie er ook geheel andertj uitzien. Ten tweede volgt uit deze opvatting van de wijsbegeerte onmiddellijk welke de verhouding is tusschen de Theologie en de Philosophie. De Theologie is dan eenvoudig eene (zij 't ook de voornaamste) der wetenschappen, wier resultaten door de philosophie worden verwerkt. Dit alles te hebben verstaan en de belijders van den Christus hierop met ernst te hebben gewezen, ja ons in zijne Encyclopaedic der Heilige Godgeleerdheid den weg gewezen te hebben ter verkrijging van eene christelijke wijsbegeerte, aan wier opbouw de hand kan geslagen als de speciale wetenschappen genoegzaam materiaal zullen hebben opgeleverd, is de onvergankelijke eere van Dr. A. Kuyper!

Verwekke dan de Schepper der geesten in zijne groote ontferming steeds meerdere geleerden, die de wetenschap naar gereformeerd belij den beoefenen en dus niet hun geloof en' hun wetenschap los naast elkander laten staan; worden zoo allengs de onmisbare resultaten der speciale wetenschappen verkregen; en verrijze daarna Gode ter eere het statig gebouw eener christelijke, eener Calvinistische philosophie!

Dan is alle strijd tusschen Godgeleerdheid en wijsbegeerte opgeheven I

Dan is ook de dorst naar orde, eenheid en systeem, die leeft in het menschelijk hart, bevredigd !

Boven alles, dan eerst komt, ook op het ter rein der wetenschappen, de glorie Gods op het luisterrijkst uit! Want dan zal 't ook op het terrein van het denken zijn: Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen, Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid!

Dat wij in iets breeder citaat dan gewoonlijk den inhoud dezer oratie aan onze lezers kennen deden, moge verontschuldigd worden door het gewicht van het onderwerp. Voor de Vrije Universiteit was het een eere, dat een harer kweekelingen op zulk een wijze de beginselen bepleitte, die hij daar had geleerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Godgeleerheid en wijsbegeerte

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1903

De Heraut | 4 Pagina's