Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lectoren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lectoren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 13 November 1903.

Het besluit van Directeuren om Dr. Van Gelderen tot lector voor de Hebreeuwsche taal eri Bijbelsche Oudheidkunde aan de Vrije Universiteit te benoemen, mag in meer dein een opzicht een stap op den goeden weg worden genoemd.

Reeds lang heeft men aan de groote Universiteiten zoowel in het vaderland als daarbuiten ingeaien, dat met het stelsel van een afgesloten kring van professoren, die alleen het corpus docentium vormden, moest gebroken worden. Feitelijk was dit stelsel dan ook lijnrecht in strijd met de oude traditie der Universiteiten en met de idéé van den doctoralen titel. Oorspronkelijk werden de hoogleeraren niet door Kerk of Staat aangesteld en daarmede geijkt tot de wetenschappelijke mannen bij uitnemendheid, maar kon ieder, die den doctoralen graad verworven had, onderwijs geven aan de studenten. Eerst later, toen de autonomie der Universiteiten te loor ging en de Kerk of de Landsvorst, die voor de tractementen zorgde, ook over de benoeming der hoogleeraren zeggenschap kreeg, vormde zich de eigenlijke stand der hoogleeraren en trad niemand op om onderwijs te geven, dan die daartoe offieieel was aangesteld. Toch leefde de oude traditie nog na, niet alleen in den iitel van doctor of meester, die aan eiken gepromoveerde werd toegekend, maar ook in de plechtige formule bij de promotie gebruikt, dat hem de macht werd gechonken m hooger onderwijs te geven. Natuurlijk iras dit niets dan een formule. In waarheid ebben van deze gepromoveerde doctoren een twee op de honderd ooit den katheder eklommen; de doctorsgraad was eenvoudig en bewijs, dat men met succes zijn studiën oltooid had, en werd tegelijk de sleutel aarmee de deur der maatschappelijke berekking geopend werd.

Toch heeft men allengs ingezien, dat deze erhouding niet deugde. Vooreerst niet, omat de steeds aangroeiende omvangder wetenchap het aandoenlijk maakt zelfs voor den undigsten hoogleeraar, om in elk speciaal ak geheel thuis te zijn. Men moest daarom el of voor al deze speciale vakken afzonderijke hoogleeraren benoemen, wat op schatten elds zou komen te staan en aan de hoogere eteekenis van het professoraat schade zou oen, öf men moest zorgen, dat op andere wijze in deze leemte in het hooger onderwijs werd voorzien. En hier kwam in de tweede plaats bij, dat menig jong man van buitengewonen aanleg en met veel lust voor de studie, omdat er geen vacature aan de Universiteit voor hem openstond, straks gedwongen werd in een drukke practijk zich te werpen, en daardoor de gelegenheid tot ontwikkeling zijner gaven zich benomen zag. Vandaar dat de hoop, die op zoo menig jong talent gebouwd werd, later zoo bitter tegenviel, en wanneer men werkelijk een hoogleeraarszetel te vervullen had, zelfs Diogenes met zijn lantaarn geen geschikten professor ontdekken kon. Ook tegen dit kwaad koa slechts één remedie afdoende helpen, nl. dat men deze jonge krachten aan de Universiteit verbond, hun gelegenheid gaf onder leiding van oudere professoren hun studiën voort te zetten en aldus de Universiteit zelf maakte tot een kweekschool voor toekomstige professoren.

Het is aan dit tweeërlei motief te danken, dat thans aan bijna alle Universiteiten naast de eigenlijke hoogleeraren een staf van lectoren, docenten en privaat-dpcenten optreedt, die èn voor het onderwijs uitnemende hulpdiensten bewijst èn voor deze jonge mannen zelf een uitstekende o.fenschool is. Zoo blijkt van zelf, wie talent bezit voor de wetenschap en gave heeft van doceeren. Een winste, die niet gering te achten is.

Reeds lang was er dan ook op aangedrongen, dat de Vrije Universiteit met dezen nieuwen koers zou meegaan. Vooral een Hoogeschool, die zoo bitter verlegen zit om „leerkrachten" en toch te waken heeft zoo lief als haar haar eere is, dat ze geen onberaden keuze doe, kan niet beter doen dan jonge mannen van aanleg aan zich te verbinden, door hen als lectoren of docenten gelegenheid te bieden, zich geheel aan de wetenschap te wijden.

In dat opzicht is het dus een verblijdend teeken, dat Directeuren thans voor het eerst tot de benoeming van zulk een lector zijn overgegaan. Indien daaruit de profetie mag worden afgeleid, dat straks ook voor andere vakken op gelijke wijze zal gezorgd worden, dan is er inderdaad hope, dat de Vrije Universiteit een schooner toekomst tegengaat.

En wat nu deze eerste benoeming zelve aangaat, konden Directeuren kwalijk een betere keuze hebberi gedaan. Dr. Van Gelderen heeft jarenlang aan buitenlandsche universiteiten studie gemaakt van de Semitische talen. Waar vooral de studie van het Assyrisch zoo rijke winst belooft af te werpen voor het Hebreeuwsch, daar is het een voordeel, dat deze jonge doctor ook in deze taal geconfijt is. Van zijn ernstigen wil getuigt het, dat hij zelf, over deze benoeming gepolst, nog een jaar uitstel verzocht om zich des te beter voor zijn taak te kunnen voorbereiden. Aan dien wensch hebben Directeuren voldaan, zoodat hij eerst i September 1904 zijn betrekking behoeft te aanvaarden.

Dat Dr. Van Gelderen bereid werd gevonden zijn taak als Dienaar des Woords neer te leggen om deze roeping te volgen, dient gewaardeerd. Moge de toekomst toonen, dat de literarische faculteit in dezen docent een rijke aanvi^inst heeft verkregen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 november 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Lectoren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 november 1903

De Heraut | 4 Pagina's