De Salatiga-Zending.

Ons werd de vraag gedaan: Wat bedoelt de Salatiga-Zending, en moeten wij Gereformeerden die Zending ook steunen ? De aanleiding tot die vraag was, dat steeds bij onze Gereformeerde Jongelingsvereenigingen wordt aangeklopt door toezending van het blad dier Zending.

Gaarne dienen wij van eenige inlichting, al is het niet zoo gemakkelijk aangaande de beginselen der Salatiga-Zending op de hoogte te brengen, daar ze nooit zeer duidelijk omschreven zijn.

Toch teekent de oorsprong en het verloop dier Zending ook wel weer genoegzaam haar beginsel.

De Zending in en om Salatiga is begonnen door Ds. H. W. Witteveen van Ermelo.

Hij zond zijne mannen uit zonder eene wetenschappelijke opleiding tot eisch te stellen en zonder hun een vast tractement te beloven. Die Ermeloosche Zending begon (gelijk Ds. H. Dijkstra zegt in zijn: Het Evangelie in onze Oost, 2e druk, I, pag. 165) veel, maar volvoerde niets. De Sumatra-Zending, begonnen met de uitzending van G. van Asselt in 1856, deed zij over aan het Rijnsche genootschap. De Talaoer-Zending, aangevangen in 1857, ging over aan de regeering. De Java-Zending (Salatiga en omstreken) werd overgedragen aan de Duitsche Vereeniging te Neukirchen. Zendeling R. de Boer, die in 1891 overleed, was de laatste arbeider, dien Ermelo te Salatiga had.

Nu bestaat hier in Nederland het Comité Salatiga-Zending, dat (weer gelde hier het oordeel van den Voorzitter onzer Zendingsdeputaten) uitgaat, of althans onder invloed staat, van den heer M. Mooy, den bekenden predikant der Vrije Evangelische gemeente te Dordrecht (nu te Varsseveld).

Dit Comité heeft geen eigen Zendeling, maar verzamelt giften voor de Neukirchener Zendelingen, die totdenvroeger door Ermelo verrichten arbeid in de omstreken van Salatiga zijn ingegaan. Het geeft een orgaan uit, dat maandelijks verschijnt onder den titel: „Het Eeuwig Evangelie. Van het Zendingsveld. Orgaan der Salatiga-Zending."

De mededeelingen in dit orgaan doen wel de richting van de broeders van Neukirchen kennen. Zoo deelde men in nr. 6 van dezen loopenden jaargang mede, dat thans op Java II Zendelingen arbeiden, terwijl in het geheel 41 Zendelingen zijn uitgezonden.

Het Zendingshuis is voortgekomen uit het in 1878 door Ds. Ludwig Doll opgerichte weeshuis, dat geheel is ingericht in den geest van de stichtingen van George Muller en Hudson Taylor. In het weeshuis zijn nu 70 weezen, en in het Zendingshuis een dertigtal kweekelingen. Ook heeft de inrichting een zoogenaamde „Inwendige Zending" met 47 arbeiders in Duitschland, Nederland, België, Oostenrijk, Zweden en Amerika. Nog heeft de Salatiga-Zending een medischen dienst onder leiding van Dr. V. d. Kley, die ook een tijdlang te Djocjakarta heeft dienst gedaan.

De verhouding van Neukirchen, en ook van het Comité hier te lande, tot de Salatiga-Zending is eigenlijk (zie Mededeelingen in nr. 7, van het Orgaan, jaargang 1903) niet anders, dan dat men gelden voor de Zendelingen op Java zoekt bijeen te brengen. De Zendelingen krijgen geen vast salaris, en mogen geen schulden maken.

Het Neukirchener-Comité zorgtbovendien voor de opleiding (de cursus duurt S jaren) en neemt de kinderen van de Zendelingen, wanneer die naar Europa worden gezonden, in zijn huis te Neukirchen op, terwijl het ook gastvrijheid verleent aan de Zendings familiën, die tot herstel van gezondheid naar Europa terugkeeren.

De Salatiga-Zending is dus niet-kerkelijk; voor zoover men van hare belijdenis kan spreken: algemeen-Christelijk; is tevreden met eene korte voorbereiding voor den arbeid, en meent dat een vast salaris te ontvangen den Zendeling niet betaamt.

Zoolang nu onze eigene Zending zoovele behoeften heeft (getuige de laatst uitgeschreven buitengewone collecte), |meenen wij dat die allereerst en allermeest recht heeft op den steun der Gerefornieerden.

Men vergete daarbij niet, dat, gelijk Ds. Dijkstra op pag. 169 van zijn bovenvermeld geschrift te recht oordeelt, het groot aantal van Vereenigingen en Comité's, dat op Java werkt, is te noemen: eene noodlottige versplittering. De giften worden versnipperd, vele krachten gaan te loor, de Zending maakt zich tot bespotting door hare verdeeldheid.

Onze Gereformeerde kerken hebben hare handen vol met Java en Soemba, met Keucheniusschool en Petronella-hospitaal; en zal de arbeid met eenige kracht voortgezet, dan dienen hare jongere en oudere Hdmaten overvloediglijk voor hare Zending te offeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen