Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOST EN WEST.

VI.

EEN ONVOORZICHTIG WOORD.

Zet, Heer, een waicht voor mijne lippen. Behoed de deuren van mijn mond, Opdat ik mij tot geenen stond Iets onbedachtzaams laat ontglippen.

Zoo leert ons de psalmist bidden en de ervaring bewijst ons telkens, hoezeer die bede allen past.

Zoo als ik zei, stond graaf De Raye in blakende gunst bij den Deenschen koning, gelijk zijn echtgenoote en docht jrs zich verheugden in de vriendschap der koningin. Iedereen boog voor de vreemdelingen die zoo hooge beschermers hadden. De aanzienlijkste mannen en vfou wen zochten de vriendschap van den graaf en de gravin, zoodat deze meer en meer hun va derland konden vergeten, nu het hun hier zoo goed ging.

Toch was niet al de eer en de vriendschap die hun ten deel viel welgemeend. Meer dan êén onder de hooge Deensche heeren en vrouwen wa? inwendig afgunstig en nijdig op de vreemdelingen, die zoo voorgetrokken werden, en veinsde genegenheid, terwijl haat in het hart was. Dit zou blijken.

Op zekeren dag werden graaf De Raye en zijn gezin a^n het hof ter maaltijd gevraagd, 't Was een eer, die in Denemarken vaak aan hooge staatsambtenaren werd bewezen. Op het bepaalde uur bevonden zich de genooden aan tafel. De gravin zat op de eereplaats naast den zetel voor de koningin bestemd. Aan haar andere zijde zaten haar twee dochters, de jonkvrouwen De Raye.

Kort nadat de gasten gezeten waren, trad het koninklijk echtpaar binnen.

Allen rezen op en wachtten in die houding tot hun Majesteiten hadden plaats genomen. IntusEchen had de gravin gelegenheid gehad, even van ter zijde een blik te werpen op de koninklijke gastvrouw, en tegelijk kwam een spotachtig lachje op haar gezicht.

De koningin namelijk, had zich voor deze gelegenheid bijzonder prachtig uitgedoscht. Dit nu gebeurde meer, doch ditmaal had haar Majes'.eit zich misschien wel wat buitengewoon met goud, juweelen en anderen opschik ge tooid, zoodat het ieder in 't oog moest vallen en 't getal sieraden aan overlading deed denken.

Althans zoo ging het bij de gravin. De maal tijd begon en de koningin, aan wier rechterhand de Fransche dame zat, wendde zich even tot haar linker buurvrouw. Dit oogènblik nam de gravin waar, om zich snel tot haar oudste dochter te wenden, en half fluisterend [in het Fransch te vragen:

„Vindt je niet, dat de koningin nu heel veel lijkt op mevrouw Panache? "

Welk antwoord de dochter gaf weet ik niet, wel dat zij even lachte, maar ook dat de gravin, aanstonds het hoofd weer omwendend, tot haar schrik de koningin recht in 't aangezicht keek. Deze namelijk had bij de dame aan de linkerhand, niet aanstonds gehoor gekregen, wijl de koning aan deze laatste iets vroeg, en zich dus weder rechts gewend.

De gravin bloosde, en de koningin bespeurde aanstonds, dat er iets moest zijn 'twelk haar gast verlegen maakte. Zij had ongelukkig ook maar al te goed de vraag gehoord en verstaan tevens. Zij zeide echter niets, hield haar gezicht in denzelfden vriendelijken plooi als straks en de gravin, die de beleefdheid zelf was, hoopte dat de zaak wel hiermee af zou • loopen en de koningin niets zou bemerkt hebben. Toch was ze heel blij toen de maaltijd geëindigd was.

Juist was het zoo ver en rezen de gasten op, toen de vorstin zich tot gravin De Raye wendde en, eveneens fluisterend en in het Fransch vroeg:

„Och, zeg me toch eens even, wie zekere mevrouw Panache is. Ze moet aan het Fransche hof wezen, en u hebt daar toch ook verkeerd."

De gravin had moeite zich goed te houden, doch zij was gevat genoeg om te antwoorden:

„Voorzeker, Uw Majesteit. Mevrouw Panac'ie is een bekende dame aan het hof. Zij komt er nu en dan en haar gezelschap is dan zeer gezocht."

„Ik dank u, " antwoordde de koningin, die daarop zeer hoffelijk afscheid nam.

Aan den avond van dien dag, verhaalde de gravin aan haar echtgenoot wat er gebeurd was. Hij zette een bedenkelijk gezicht en schudde het hoofd, terwijl hij zeide:

„Ik wou öm alles ter wereld, lieve vrouw, dat ge zoo iets niet hadt gezegd. Ik moet erkennen, uw antwoord is heel wijs geweest, en als iemand niet meer weet, kan hij er mee tevreden zijn. Als haar Majesteit evenwel eens wist "

„Ja, dan zou zij 't niet vriendelijk opnemen, maar werkelijk, vindt ge dan zelf niet, dat het dwaas is, zich zoo op te pronken."

„Ik heb er eerlijk gezegd, niet op gelet; maar al was het zoo, dan is het niet verstandig, dat aan het hof uit te spreken. We hebben als Christenen met voorzichtigheid te wandelen, te meer daar we zoo groote verplichtingen aan dit land en zijn vorsten hebben. De Heere geve dat het geen kwade gevolgen hebbe, en beste vrouw, houdt voorlaan uw tong in toom, ook al hebt ge misschien gelijk."

Intusschen was de koningin bijster slecht geluimd in haar vertrekken teruggekeerd. Al wat zij gehoord en opgemerkt had, deed haar vermoeden, dat er met die mevrouw Panache iets niet in orde moest zijn, en dat de vergelijking, die mevrouw De Raye had gemaakt, nu juist geen vleiende was geweest.

Hoe echter het rechte te weten? Zij bfgreep zeer goed, dat noch de gravin noch haar dochters, als haar vermoeden juist was, zich over die Parijsche hofdame zouden uitlaten. En overigens zou deze wel bij niemand in Denemarken bekend wezen.

Eindelijk viel haar iets in, dat zij onmiddellijk ten uitvoer bracht.

Zij zette zich aan haar schrijftafel en schreef een brief aan den Deenschen gezant te Parijs. Hem werd verzocht, aan zijn vorstin nauwkeurig te berichten, omtrent zekere mevrouw Panache, hoe die er uitzag, hoe zij zich meestal kleedde, in welke omstandighaden zij leefde, of zij veel aan het hof kwam, op welke wijs zij dan gewoonlijk werd ontvangen, en zooveel meer bijzonders, als hij er nog zou kunnen en willen bijvoegen, en kon strekken om de vraag volledig te beantwoorden. Gelieve vooral, zoo besloot de koningin, nauwkeurig op uw woorden te letten, want ik heb er het hoogste belang bij in deze zaak ten volle onderricht te worden.

Bij de eerste .gelegenheid werd deze brief verzonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's