Universitair of seminaristisch.

Men wraakt het in De Heraut, dat de tegenstelling tusschen Kampen en Amsterdam wordt aangeduid als seminaristisch of universitair.

Ds. Diemer van Apeldoorn, die wel eens meer wat hard van stapel loopt, verklaarde zelfs, dat De Heraut door zoo te spreken loog. Zuiver zou de terminologie alleen zijn, wanneer men sprak van kerkelijke of nietkerkelijke opleiding. De voorstanders der Vrije Universiteit zouden van kerkdijken invloed op de theologie niets willen weten, en de mannen van Kampen zouden het pleit voeren voor het recht, dat de kerk heeft om over de opleiding harer dienaren te waken.

Nu zullen wij op dit debat niet ingaan. De Heraut heeft in 1901, toen dit geschil spas opkwam, breedvoerig uiteengezet, waarom kerkelijke of niet-kerkelijke opleiding precies hetzelfde beteekent als seminaristisch of universitair. En zoolang dit betoog niet weerlegd is, baat het niet, nogmaals dezelfde gronden op te geven. Eer verblijdt het ons, dat de voorstanders der „kerkelijke opleiding" het woord seminaristisch zoo ongaarne hooren. Dat teekent, dat het Gereformeerd besef hen nog altoos zegt, dat het .seminaristisch standpunt in den grond ongereformeerd is.

Erger echter dan dit geschil over de terminologie is het feit, dat men voortdurend voortgaat met van zekere zijde onjuiste voorstellingen omtrent de bedoelingen der Vrije Universiteit aan de kerken te geven.

Een inzender in De Bazuin, die, blijkens den aangenomen schuilnaam, een man van studie is en dus geacht kan worden op de hoogte te zijn, schrijft dat hij „wel voor universitaire opleiding is, maar niet zóó dat de kerken haar gezag uit de handen zullen geven en voor een groot deel overdragen aan mannen van Gereformeerde beginselen, die niet eens lid der Gereformeerde kerken bel weven te zijn.”

Dit slaat natuurlijk op de Vrije Universiteit.

Nu weet ieder, dat in de laatste reglementswijziging der Vereeniging voor Hooger Onderwijs de bepalingen zijn opgenomen:1°. dat alle directeuren lid der Gereformeerde kerken moeten zijn; 20. dat deze zelfde eisch gesteld wordt voor alle curatoren; 3", dat eveneens alle professoren in de theologie tot de Gereformeerde kerken moeten behooren.

Vrage : is het edel dan met zulke onware voorstellingen het volk te misleiden.? En mag iemand, die zegt het recht lief te hebben, zoo den eersten eisch van het recht: billijkheid tegenover zijn tegenstander, met de voeten treden.'' Natuurlijk heeft deze inzender zijn naam niet genoemd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen