Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kuenen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kuenen.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 29 April 1904.

Aan heiligen vereering doen de modernen natuurlijk niet. Ze veroordeelen dat in de Roomsche Kerk als een dwaze superstitie.

Toch heeft het theorie en practijk op elkaar kloppen. soms den schijn, alsof ook hier niet geheel

In het gebouw van de Vrije Gemeente prijken geschilderde glazen, niet met de afbeeldingen van Christus of de Apostelen, maar van de heeren Hugenholtz en andere moderne grootheden.

Te Leiden wordt de studeerkamer van wijlen Prof. Tiele als een sanctuarium in eere gehouden, en brengen moderne theologen kransen ter nagedachtenis aan hun grooten meester.

En geheel op die zelfde lijn ligt het, dat de moderne-theologen-wereld nog altijd in rep en roer is over de majesteitsschennis door Minister Kuyper tegenover Professor Kuenen gepleegd.

De vergadering der modernen oordeelde het zelfs noodig, publiek den Minister daarover een reprimande toe te dienen in den vorm eener motie, die aldus luidt:

De vergad. der mod. theol, protesteert tegen de ministerieele verklaringen in de Tweede Kamer der Staten Generaal in het openbaar debat uitgesproken, dat door de jongste vondsten in Babylonia zoude zijn bewezen, dat de ritiek op de vijf boeken van Mozes door Kueen uitgeoefend, onjuist was.

Zij betreurt deze verklaring :

1. omdat het haar voorkomt, dat de Tweede amer niet de plaats is, om onbewezen beweingen over speciale wetenschappelijke onderoekingen te geven;

2. omdat in dit bijzonder geval de ministeri ele verklaring de gronden van de historische ijbelcritiek volkomen miskent, die immers beust op gronden aan het .0. T. zelf ontleend, p tegenstrijdigheden in de 5 boeken van Mozes n op het getuigenis van de overige boeken des . T.s dienaangaande.

Natuurlijk zal de Minister zich aan deze ensuur van een predikanten-conferentie el niet storen.

Toch teekent deze motie.

Toen indertijd Minister Kappeyne van e Copello in de Tweede Kamer bij het ebat over de Schoolwet, David een rooveroofdman noemde en met Salomo's vele rouwen op profane wijze den spot dreef, m daardoor den Bijbel belachelijk te maken, ebben de moderne theologen aan geen motie van afkeuring gedacht.

Toen gold het den Bijbel.

Maar nu de Minister bij het debat over de wet op het Hooger Onderwijs er op wees, dat de nieuwe ontdekkingen in Babyion in strijd zijn met het historisch-critjsch standpunt van Prof. Kuenen, b^rst een storm van verontwaardiging los.

Zouden de heeren niet beter hebben gedaan, met eens op deugdelijker gronden dan de „deskundige onbekende"in de Hervorming het oordeel van den Minister te weerleggen

Of geldt ook hier niet: f tort ? Qui se fache

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Kuenen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's