Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelijke Wetenschap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijke Wetenschap.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 13 Mei 1904.

Onder de verweerschriften van Christelijke zijde, waartoe de strijd over het Hooger onderwijs aanleiding gaf, neemt wel de eerste plaats in de lijvige brochure, die Prof. Bavinck in het licht gaf onder den titel Christelijke Wetenschap.

Ook in dit geschrift toont Prof. Bavinck weer, dat hij, waar hij in het strijdperk treedt, facile princeps is.

Zijns is die breede opvatting der dingen, dat doordringen tot den diepsten grond der beginselen, die rijke kennis van alle stroomingen en richtingen op geestelijk gebied, waardoor elke arbeid van zijn hand een meesterstuk wordt.

En zoo is het ook hier.

Al het bijkomstige en toevallige in dezen strijd wordt hier ter zijde gelaten. En klaar en duidelijk wordt op den voorgrond geschoven de machtige tegenstelling tusschen de geloovige en ongeloovige wetenschap, waarom de strijd, die heel ons volk in spanning houdt, ten principale gaat.

Niets is toch minder waar, dan dat die worsteling alleen zou gaan om zekere voordeden of privilegiën voor de Vrije Universiteit te verwerven. Wel doet in dezen actueelen vorm de strijd zich thans voor, en moet hij op dit concrete punt tot beslissing worden gebracht. Maar achter die Staatsrechtelijke vraag naar de vrijmaking van het Hooger onderwijs staat de veel diepere en in elke levensverhouding ingrijpende drang van ons Christelijk volk, om de wetenschap niet langer aan het ongeloof prijs te geven, maar ook deze kostelijke gave Gods weer op te eischen voor de eere des Heeren.

Om het goed recht der Christelijke wetenschap gaat de strijd en Prof. Bavinck heeft een breed encyclopaedisch betoog geleverd om dezen drang, die uit religieuze motieven is opgekomen, ook op wetenschappelijk gebied te rechtvaardigen.

Een kort overzicht van deze brochure moge volstaan om den rijken inhoud te doen kennen.

Eerst toont Prof. Bivinck aan, hoe het begrip eener Christelijke wetenschap in de Christelijke kerk is opgekomen en opkomen moest, zoodra de Christelijke kerk tegenover de heidensche wetenschap dier dagen kwam te staan en de vraag naar de verhouding tusschen geloof en weten om een antwoord vroeg.

De gebreken, die deze Christelijke wetenschap aankleefden, worden daarna in het licht gesteld. Tot de volmaaktheid was deze wetenschap nog niet voortgevaren. En juist deze gebreken waren mee de oorzaak, dat een reactie opkwam, die haar scherpste uiting vond in de zoogenaamde positieve wetenschap.

Wat deze positieve wetenschap, die in Comte, den Franschen wijsgeer, haar vader vindt, bedoelt en wil, wordt daarna uiteengezet. Ze wil de wetenschap losmaken van elk dogma, van elke Vorauszetsung; metaphysica en theologie is bij haar evenzeer contrabande; de vrijmaking der wetenschap was haar ideaal.

Maar Prof. Bavinck toont op afdoende t gronden aan, dat dit ideaal een valsche leuze is, en de beoordeeling van deze positieve wetenschap, die van een valsch philosophisch grondbeginsel uitgaat, een methode toepast, die voor de hoogere wetenschap verderfelijk is, en aan innerlijke inconsequentie lijdt, is wel een der best geslaagde gedeelten van dit meesterlijk betoog.

Na alzoo die opvatting der wetenschap, die min of meer bewust, schier heel de wetenschap onzer dagen beheerscht, in haar onjuistheid ten toon te hebben gesteld, gaat Prof. Bavinck daarna over tot positieve deel van zijn betoog.

Hij begint met eerst het begrip der wetenschap te definieeren. Toont daarna, hoe zoowel bij de natuurwetenschappen als bij de geesteswetenschappen de vraag van geloof of ongeloof alles beheerscht. Werkt deze tegenstelling nog speciaal uit bij de Theologie. En op elk dezer punten blijkt, hoe het positivisme de wetenschap vervalscht, met den aard der geestelijke wetenschappen in strijd is, de theologie vermoordt en geweld aandoet aan de diepste overtuigingen van het menschelijk hart, dat zonder geloof niet leven kan.

Geloof en religie zijn echter ondenkbaar zonder Openbaring van Gods zijde. Wie die Openbaring Gods in natuur en geschiedenis ontkent, rukt den grondslag weg, waarop de religie rust en ontneemt aan het geloof zijn vastheid en zekerheid. Alleen de Christelijke religie, die de Goddelijke Openbaring zuiver bezit, kan daarom voor de wetenschap tot zegen zijn.

Over dien zegen, dien het Christendom voor de wetenschap brengt, handelt daarom het slotwoord. De voorstelling alsof geloof en weten. Christendom en wetenschap vijandig tegenover elkander zouden staan, is eenleugen. Het Christendom heeft juist aan de weten schap haar hoogere vlucht geschonken en alleen bij het licht, dat de christelijke kerk uit Gods Woord ontleent, kan de wetenschap veilig gaan. Derft ze dat licht, dan kan ze op de diepste levensvragen geen antwoord vinden.

Zoo eindigt dit pleidooi met de noodzakelijkheid aan te toonen eener Christelijke Universiteit. Tegenover het indifferentisme onzer Staats-universiteiten, dat met geloof en religie, met Gods Openbaring in natuur en historie niet rekenen willen, wordt de drang steeds sterker van al wat in den Christus gelooft, om de Christelijke wetenschap weer te herstellen:

Christenen kunnen geen andere overtuiging hebben, dan dat de waarheid op wetenschappelijk gebied alleen dan te vinden is, wanneer men uitgaat van de belijdenis, d: it Christus de weg, de waarheid en het leven is, en dat dus niemand tot den Vader, ook als oorsprong en einddoel aller dingen, komt dan door Hem. Deze belijdenis staat niet tegen de wetenschap over, want schepping en herschepping hebben den zelfden oorsprong; de genade doet de natuur niet te niet, maar bevrijdt en herstelt haar, en Christus kwam niet, om de werken des Vaders, maar alleen om de werken des duivels te verbreken. De belijdenis van dien Christus komt dus aan de wetenschap ten goede, bevrijdt haar van de leugen en leidt het wetenschap pelijk onderzoek in het rechte spoor. Nauwkeurig gesproken, is de naam van Christelijke wetenschap dan ook eene verkorte uitdrukking. Wetenschap als zoodanig is, wijl uit de schepping opkomende, niet Christelijk of onchristelijk; wetenschap heeft haar maatstaf in de waarheid. Wat waar is, is wetenschappelijk, ook al beweerde de gansche wereld het tegendeel ; en wat niet waar is, is onwetenschappelijk, al hielden alle raenschen het omgekeerde staande. Maar omdat er in de wetenschap, evenals overal elders, zooveel schijn en namaak is, schonk God ons in zijne openbaring een gids en een wegwijzer, die bij de beoefening der wetenschap onz^ schreden licht en ons voor afdwaling behoedt. Christelijks wetenschap is dus zulk eene wetenschap, die bij het licht dier openbaring alle dingen onderzoekt en ze daarom ziet, gelijk zij waarlijk, in hun wezen zijn. Ia het oog der wereld moge dit dwaas heid zijn, maar het dwaze Gods is wijzer dan de menschen en het zwakke Gods is sterker dan de menschen. Want wij vermogen niets tegen, maar voor de waarheid.

Gesneden brood voor de eenvoudigen is deze brochure zeker niet. Zoo diep liggende vragen, als hier behandeld worden, kunnen niet in populairen toon beantwoord worden. Dan zou het betoog geen waarde hebben.

Maar al richt deze brochure zich in de eerste plaats tot de mannen van wetenschap. Prof. Bavinck bezit toch de gave, zelfs de meest ingewikkelde problemen zoo klaar en helder voor te stellen, dat wie meeleeft in den strijd onzer dagen en eenige meerdere ontwikkeling bezit, met vrucht deze brochure lezen zal. »

Of de tegenstander ook op dit verweerschrift het zwijgen bewaren zal.'

De brochures van Prof. Fabius en Mr. Anema, die meer den staatsrechtelij ken kant van het vraagstuk bespraken, zweeg men dood.

Zeker de gemakkelijkste tactiek, wanneer het aan degelijke argumenten ontbreekt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Christelijke Wetenschap.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 mei 1904

De Heraut | 4 Pagina's