Keucheniusschool.

Amsterdam, 17 Juni 1904.

Ds. Breukelaar geeft in ons Zendingsblad. de volgende belangrijke mededeelingen over de Keucheniusschool:

De belangstelling voor de Keucheniusschool neemt toe. In de pers wordt allengs meer de aandacht op het belang dezer school gevestigd; zij begint de eere te genieten om hier en daar in Zendingssamenkomsten besproken te worden, en gedurig komen er giften voor haar in. Dit stemt tot blijdschap. Deze school is de belangstelling en liefde onzer Kerken ten volle waard. Van haren bloei hangt middelijkerwijze voor een groot deel het welslagen onzer Zending op Midden Java af. Natuurlijk is thans de Keucheniusschool nog niet, wat zij worden moet. Naarmate echter hare reorganisatie naar het plan, dat de Synode heeft vastgesteld, tot uitvoering komt, zal zij kunnen beantwoorden aan haar heerlijk doel.

Die reorganisatie heeft echter tijd noodig, om haar beslag te verkrijgen. Zij moet met kracht en beleid, zonder dralen, maar ook zonder overhaasting worden doorgevoerd.

Zooals voorheen de school gedreven werd, kon zij onmogelijk haar doel bereiken. Onderscheidene omstandigheden, als illusoire voorstelling van den toestand op Midden-Java bij hare stichting; in verband daarmee eene ondoelmatige inrichting, gebrek aan geschikte leerlingen en onvoldoend personeel, waren daarvan oorzaak.

Daarom heeft de laatstgehoudene synode besloten de Keucheniusschool te reorganiseeren tot eene werkelijke opleidingsschool, die er voor berekend is, om bekwame helpers te vormen voor de drieerlei diensten.

Dit reorganisatieplan splitst de Keucheniusschool in twee afdeelingen. De eerste afdeeling eeft de de opleiding, die alle helpers zonder nderscheid noodig hebben; de tweede afdeeling oet ingericht worden voor de speciale voring van helpers bij den dienst des Woords. e bedoeling daarbij is, dat de leerlingen, zoodra ij de eerste afdeeling der school doorloopen ebben, tot helper bij den schooldienst of hos itaaldienst worden aangesteld. Zij behoeven v an niet te lang ongehuwd te blijven en ontwennen niet aan het dessa leven. Uit deze helpers worden dan later de geschiktsten uitgekoen en naar de tweede afdeeling gezonden, om nader gevormd te worden tot helper bij den dienst des Woords. In den regel zullen dus de leerlingen in de tweede afdeeling voorat reeds als helper dienst hebben gedaan. Dit brengt ook het voordeel meê, dat zij dan in deze afdeeling komen op eenen leeftijd, waarin men voor theologisch onderwijs meer vatbaar ij, en bij de voltooiing der studie oud genoeg, om in de kringen der Javanen invloed te kunnen hebben.

Deze tweede afdeeling, die iets geheel nieuws moet worden, bestaat echter thans nog niet. Zij kon niet worden opgericht, omdat er voor deze afdeeling nog geene leerlingen zijn. Wel zijn er onder de tegenwoordige helpers enkelen, die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Maar omdat er groot gebrek aan helpers is, kunnen deze thans nog niet worden gemist

voor den practischen arbeid. Zoodra eerst nog wat jonge helpers de eerste afdeeling verlaten, kan de tweede afdeeling worden ingericht.

Ook is de docent nog niet benoemd, die aan

het hoofd dezer afdeeling moet staan. De eerste afdeeling is echter aanvankelijk gereorganiseerd. Zij omvat thans vijf lecjaren.

Het leerplan voor deze afdeeling is voorloopig aldus vastgesteld:

Aantal lesuren p. week. Leervakken. J2 3 cd V cü 3 M 3 Bijbelsche geschied'. , Lezen Schrijven Rekenen Javaansche taal . . Maleische taal . , . HoUandsche taal . . Aardrijkskunde. . . Geloofsleer . . , , Gesch, van Java , . Teekenen . . . . Kerkgeschiedenis , , Opvoedkunde . , . Bijbelkennis.... Les V. d. miss. arts . Zang

Bovendien wordan van de leerlingen der vijfde klas dagelijks één derde deel twee uur in het hospitaal en twee derde deel twee uur in eene kampongschool praktisch geoefend.

Het eerste leerjaar is eigenlijk een proefjaar, terwijl het laatste jaar voor een aanmerkelijk deel aan practische vorming is gewijd.

Ook is de reorganisatie der school, wat betreft de wijze waarop de leerlingen worden aan genomen, ten uitvoer gelegd, zooals door de Synode is bepaald.

Vroeger werd ieder, die zich aanmeldde en niet al te ongunstigen indruk maakte, aangenomen tot leerling.

Alle leerlingen ontvingen onderwijs, kost en inwoning voor rekening der generale kas. Dit stelsel bracht ernstige bezwaren meê. Sommige kwamen om te eten, niet te leeren; anderen waren ongeschikt of verlieten de school, omdat het onzeker was, of men bij voltooiing der studie wel als helper, zou worden aangesteld. Hierin moest verandering gebracht worden,

In den regel worden nu slechts leerlingen aangenomen die door de missionnaire dienaren zijn gezonden, In 1903 werden ro nieuwe leerlingen aangenomen : 5 gezonden door Ds Bakker, 2 door ds, Ruijssenaers en 2 door ds. Zwaan. Deze leerlingen worden nu opgeleid voor rekening van de Kerken van Heeg, Rotterdam en Amsterdam, en zijn aan de Zending dezer Kerken verbonden. Een leerling is aangenomen voor particuliere rekening.

Deze regeling biedt beteren waarborg, dat men geschikte leerlingen krijgt; voorkomt, dat de leerlingen zoo gemakkelijk de school verlaten; en maakt de kosten voor de generale kas een weinig lichter.

De vergoeding, die voor voeding, huisvesting, kleeding en levensmiddelen moet worden betaald, is na ingewonnen advies door de deputaten aldus vastgesteld: Voor voeding en huisvesting per leerling / 5 per maand; voor leer middelen per leerling / 1.50 pe^' maand; en voor kleeding het bedrag der kosten, die elke leerling maakt. Hiervoor kon geen vast bedrag gesteld, omdat sommige leerlingen zelf voor hunne kleeding zorgen.

Het spreekt van zelf, dat het ook driegend noodzakelijk is, om het onderwijzend personeel aan de school te versterken.

Thans moet br, Zuidema alles alleen doen. Hij heeft slechts een paar Javaansche onderwijzers, om hem te helpen. Zoolang er nog geen directeur en docent aan de school werkzaam zijn, kan zij onmogelijk tot bloei komen. Hiervan ten' volle doordrongen, hebben de deputaten, na de Synode, de zaak der benoeming van eenen directeur en docent onmiddelijk ter hand genomen.

Toch is er op dit oogenblik nog geene benoeming geschied. Vooraf moesten de noodige adviezen ook uit Indie, worden ingewonnen; bovendien moest eerst eenigszins vaststaan, dat het plan van reorganisatie, ook met het oog op de kosten, uitvoerbaar was. Deze voorbereidende arbeid heeft veel werk en tijd gevorderd. Thans is het zoover, dat de benoeming van eenen directeur wel spoedig een feit zal zijn geworden, terwijl ook de benoeming van eenen docent weldra mag worden verwacht.

Wel is er voor den docent, zoolang de tweede afdeeling der school nog niet bestaat, nog geen practische arbeid te doen. Dit neemt echter niet weg, dat de benoeming spoedig moet geschieden, dewijl het nog geruimen tijd zal moeten duren, eer een benoemde in functie zal kunnen treden, on: dat er een tijd van voorbereiding noodig is. En natuurlijk, zoodra er leer lingen voor de tweede afdeelingen zijn, moet ook de docent gereed zijn, om te kunnen optreden.

Zooals men gezien heeft, is de benoeming van een docent reeds geschied, en nu ook de benoeming van een directeur ophanden schijnt, is er goede hoop, dat de Keucheniusschool een betere toekomst tegemoet gaat.

Zij was al te lang het stiefkind onzer Zending.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen