Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Misverstand.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Misverstand.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. H. Schokking uit Vlaardingen dient ons in de Gereformeerde Kerk van repliek op onze klacht, dat hij den balk in eigen oog voorbij ziende, den splinter in ons oog aan zoo scherpe critiek onderwerpt.

Vooreerst is het volgens hem onjuist, dat de Gereformeerde broeders in de Hervormde Kerk geen enkele daad doen om aan den onhoudbaren toestand van een Kerk, die geen recht oefent op afwijking der belijdenis, een eind te maken. De Gereformeerde broeders in de Hervormde Kerk zijn juist trouw op hun post blijven staan, terwijl de „doleerenden" en „afgescheidenen", door de Kerk te verlaten, haar aan het on geloof hebben prijsgegeven.

Gesteld al, dat Dr. Schokking recht had op dit brevet van getrouwheid aan zichzelven en zijn medestanders toegekend, dan dient deze trouw toch uit iets meer en iets anders te blijken dan alleen uit het feit, dat men met de Synodale organisatie niet breken wil. Met evenveel recht zou men aan de reformatorisch-gezinden in de i6e eeuw, die de kerk door de kerk wilden hervormen en daarom niet met Luther en Calvijn meegingen, dit loffelijk getuigschrift kunnen uitreiken. En waar Dr. Schokking nog kort geleden in de Gereformeerde Kerk, bij zijn bespreking van de besluiten der jongste Synode, den ontevreden broederen aanried hun kracht te zoeken in „stil te zitten" en af te wachten tot de Geest des Heeren in heel de kerk een geest van verootmoediging en schuldbesef werkte, daar blijft van deze daden niet veel over. Eer doet deze raad denken aan een antinomiaansche lijdelijkheid, waarbij niets-doen het kenmerk wordt van ware vroomheid. Een standpunt, dat bij den Neo-Kohlbruggiaan begrijpelijk, maar bij den Gereformeerde onbegrijpelijk is.

En in de tweede plaats merkt hij op, dat het bekende gravamen van velen tegen Art. 36 der Confessie, den geheelen politieken en kerkdijken strijd beheerscht en daarom ten onrechte door ons als een splinter wordt gequalificeerd.

Nu begrijpen wij, dat Dr. Schokking gaarne dit geschil over Art. 36 opblaast tot een fundamenteel geschil over de leer. Volgens hem zou de quaestie zoo diep ingrijpend zijn, dat zelfs de Synodes onzer Kerken er aan wanhoopten tot een goede oplossing van dit geschil te komen. Maar ook al ware dat alles juist, dan zal toch zelfs Dr. Schokking ons toestemmen, dat dit gravamen tegen een enkele zinsnede onzer belijdenis kwalijk op één lijn kan gesteld met de afwijkingen der moderne en ethische theologie, die in de Hervormde Kerk vrij haar spel drijven.

Heel dit antwoord rust echter, en daarop wilden wij vooral den heer Schokking wijzen, op een misverstand.

De gelijkenis van splinter en balk was door ons niet toegepast op de afwijkende opvatting van Art. 36, maar op de formede vraag of de Vrije Universiteit door haar statuten genoegzamen waarborg bood tegen afwijking van haar grondslag.

Door Dr. Schokking was die waarborg onvoldoende geacht, omdat een hoogleeraar, die bezwaren heeft tegen de belijdenis, mits hij deze bedenkingen niet apodictisch op zijn colleges voordraagt, niet wordt afgezet, voordat een Synode over die bezwaren uitspraak heeft gedaan.

In dat feit vond Dr. Schokking aanleiding om een vrij scherpe critiek op de Vrije Universiteit uit te oefenen. Het gravamen tegen Art. 36 moest hierbij als voorbeeld dienst doen. Niettegenstaande Dr. Schokking zelf volkomen terecht opmerkte, dat in dit speciale geval naar den bovenstaanden regel niet gehandeld was en deze casus dus allerminst dienst kan doen om daaraan de ju'stheid van den gestelden regel te beoordeden.

Tegen die critiek kvyamen wij op. Wie zelf in een huis woont, dat aan alle zijden in brand staat en in „stille zijn" en „afwachten" heil zoekt, moet geen critiek gaan oefenen op een buurman, omdat bij eventueel brandgevaar de waterkraan wellicht niet spoedig genoeg wordt opengezet.

Dàt bedoelden we met te spreken van splinter en balk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Misverstand.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1904

De Heraut | 4 Pagina's