Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOST EN WEST.

XL.

EUROPA’S TOESTAND.

Het zag er te dier tijde in Europa wonderlijk, onheilspellend uit.

Lodewijk XIV, de machtige koning van Frankrijk, die ons land in 1672 zoo geweldig had benauwd, streefde er naar zich tot den machtigsten vorst, den opperheer van Europa te maken.

Om dat doel te bereiken ontzag hij niets. Aan Duitsehland werden in vollen vrede landstreken ontnomen en in Duitsehland zelf bondgenooten voor Frankrijk gezocht. We denken slechts b.v. aan Munster en Keulen die, zooals men weet, in 1672 Frankrijk tegen ons hielpen.

Duitschland was de eene groote macht waartegen Frankrijk zich keerde; de Duitsche keizer moest de mindere worden. De andere mogendheid die te vreezen was, was Engeland. Eerst had Frankrijk met Engeland in bondgenootschap geleefd, gelijk wij tot onze schade ervoeren. Doch we weten hoe dit veranderde. Thans, nu

onze prins Willem III koning van Brittanje was geworden, had Lodewijk Engeland tegenover zich. Andere groote mogendheden waarmee men thans zou te rekenen hebben, waren er toen niet. Rusland rekende nog niet mee; 't was nog het vrij onbekende „Muskoviën, " en Italië bestond uit een aantal kleine, zwakke staten.

Nu had Lodewijk reeds lang het oog gericht op Spanje, welks vorstenhuis in de rechte lijn met koning Karel zou uitsterven. Er was wel kans dat, stierf hij, een Fransche prins den Spaanschen troon zou beklimmen, en alzoo rechtstreeks of min of meer Frankrijk en Spanje één rijk zouden worden, •

Nu was Spanje destijds niet alleen een mogendheid, die groote beteekenis in Europa had, maar 't bezat ook zeer uitgebreide koloniën in Oost en West. Thans is van dat bezit niets meer over. Kwamen nu al deze landen en gewesten onder Franschen invloed, dan zou Frankrijk onweerstaanbaar zijn geweest. Dit begreep onze prins en ook andere vorsten Men wilde vóór alles verhinderen, dat twee kronen op één hoofd kwamen. Daarom werd, eer het zoo ver kwam, onderling ook door Frankrijk goedgevonden, dat de Spaansche erfenis zou verdeeld worden. Een Duitsche prins, de aartshertog Karel, zou Spanje hebben, Frankrijk kreeg Lotharingen en Napels.

Zoo scheen all-; s in orde. Doch toen de Spaansche vorst in 1700 stierf, bleek weldra, dat hij bij testament een kleinzoon van Lodewijk, den hertog van Anjou, tot eenig erfgenaam van alles had benoemd. Zoo had dan de sluwe Fransche vorst zijn doel bereikt. Wel bleven Frankrijk en Spanje twee rijken, maar Lodewijk XIV wist wel, dat hij nu ook in Spanje feitelijk regeeien zou. Zegevierend riep hij uit: „Er zijn geen Pyreneeën meer!" Thans zou Frankrijk heer zijn ook in Spanje en Italië, de heerschappij hebben over de Middellandsche t Zee en ook in Azië, Afrika en Amerika op r vele plaatsen zich kunnen doen gelden. Het zou l dus eigenlijk de wereldheerschappij voeren.

Hiertegen nu diende gewaakt. Willem begreep dat volkomen, en trachtte de mogendheden te bewegen, zich gemeenschappelijk tegen het dreigend gevaar te keeren. Daartoe zouden zich Engeland, Nederland en de keizer van Duitschland vereenigen; ook Zweden werd in de nieuwe overeenkomst opgenomen.

Zoo was dan te voorzien, dat weldra een groote oorlog zou uitbreken. Willem, hoe ziek P hij ook was, had zich beijverd alles zoo te g regelen, dat Frankrijk's macht niet bovenmatig D worden kon. Want geschiedde dit, dan — dat wist hij — zou het met de vrijheid van Europa en met die van het Protestantisme zijn gedaan.

De lezer begrijpt nu wel wat gewichtige gedachten Willem's hooid en hart vervulden, ook al vertoefde hij schijnbaar louter voor zijn genoegen op het Loo.

Graaf De Raye had na zijn ontslag uit den krijgsdienst herhaaldelijk den prins koning gewichtige diensten bewezen, waarbij zijn kennis van Frankrijk en van de zaken aldaar groote diensten bewees. Vooral was dat het geval geweest in den laatsten tijd, nu er zoo veel dreigende wolken opkwamen. En 't was begrijpelijk dat de prins wat zijn trouwe dienaar deed op prijs stelde, en hem weer een belangrijke zending opdroeg.

„Zie deze papieren eens in, " sprak de vorst, ze De Raye toereikende.

De Raye deed het, terwijl zijn hooge gastheer, naar adem hijgend, en nu en dan diep hoestend, een oogenblik trachtte te rusten. Nauw echter had De Raye de papieren doorloopen, of koning Willem richtte zich weer op en sprak:

„Ge ziet wel, waarde hee»-! er zal veel wijs heid bij noodig zijn. We weten vooruit, dat het niet baten zal met den Franschman te onder handelen. Doch wij moeten den schijn des kwaads zelfs mijden.”

De Raye boog en wilde vertrekken. Doch de koning wenkte hem:2

„Vriend, ” sprak Willem, zich oprichtende; m „ik zal vermoedelijk niet lang meer leven, en ik had wel gpwild, dat nieuwe vooruitzichten van oorlog mij waren gespaard gebleven, 't Heeft niet zoo mogen zijn. Trouw hebt gij mij bijgestaan en ge zult ervaren dat ge dit geen on dankbare gedaan hebt. En nu, vaarwel.

De Raye ging heen, naar het vertrek dat hem tot verblijf diende. Eenige oogenblikken later bracht een bediende hem een grooten brief met het vorstelijk wapen verzegeld. Hij haastte zich dien te openen en te lezen. Een kreet van verrassing ontsnapte hem.

CORRESPONDENTIE.

J. te B. Het is volkomen waar dat woorden als „liberaal", „radicaal", „conservatief' op zichzelf geen bepaalde partij aanduiden. Maar toch hebben ze in het staatkundige een bepaalde beteekenis gekregen en zijn b. v. zij die aan het Woord Gods vasthouden, niet bekend als „conservatieven". i

’t Gaat er mee als met den naam „Protestant". Ieder die ergens tegen opkomt is een „pro testant", een die protesteert. Toch heeft het woord een historische beteekenis gekregen die nu de geldige is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's