Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie).

VREDE OP AARDE!

Naar vrede dorst ons harte. Naar rust en zaligheid, Naar 't einde van den strijd. De moeit', de zorg, de smarte. Waarin men al de dagen, — Zoo rijk aan onweersvlagen, Aan rampen en aan plagen — Des korten levens slijt!

Naar vrede dorst het harte, En krijg is 't van rondsom. Ja, slechts één krijgrendrom: De blanken en de zwarten. De wilden en beschaafden. De onnoozlen en begaafden. De vrijen en geslaafden, Den ganschen aardbol om!

’t Is krijg aan alle zijden. Nu lichter, dan meer zwaar, Bedekt of openbaar, En immer doet hij lijden! Een kampen van belangen. Een worstlen om de rangen. Waar allen naar verlangen. Als vond 't geluk zich daar

Een strijd, ach, ingedrongen Ook in den broederkring, Den naasten, onderling Verdeeld, verscheurd, gedwongen Straks van elkaar te scheiden, Den omgang zelfs te mijden Al baart het zielelijden. Meer schier dan eenig ding!

Een strijd in d' eigen boezem, En niet het minst verwoed. Zoo schokkend voor 't gemoed; Verzengend menig bloesem Van hopen en gelooven; Een strijd, die 't vuur van Boven Meedoogloos dreigt te dooven Met eiken eedier gloed!

Een strijd — van hoofd en harte, Zoo dikwijls zwaar en bang. Het korte leven lang Bron van verborgen smarte, Waarbij de twijfelingen Aan de ongeziene dingen. Het zwak geloof bespringen, Bedwingbaar door geen dwang!

Ons harte dorst naar vrede, En — strijd is 't overal Op aarde na den val! — Is 't uitzicht afgesneden, Dat aan de bitterheden. Waaraan wij sedert Eden Nu zooveel eeuwen leden. Een eind eens komen zal?

Hoort, boven Bethlem's velden Weergalmt een wonderlied. Dat ons het antwoord biedt! 't Zijn englen die het melden In bovenaardsche tonen! 't Is 't lied van Godes zonen, Der Machten en der Tronen, Wier oog den Eeuwge ziet!

’t Is 't lied der hemelingen. Voor 't oor der luistrend aard. Tot zooveel heils bewaard; En hemelsch zijn de dingen, Die ze ons er in vertolken: De zaligheid der volken Tot schrik van 's afgronds kolken Met de eere Gods gepaard!

Het is het lied van VREDE! Hoor ster fling hoe het klinkt En door de wolken dringt Als echo uit Gods Eden: „Ver boven 't sterflijk wreemlen, „In 't hoogst der hooge heemlen, „Alwaar zijn englen weemlen, „Gods glorie glansrijk blinkt;

„Want ziet, daarginds beneden, „Ginds op die worstlend aard, „Aan vloek en dood gepaard, „Wordt de eeuwkamp uitgestreden! „Naar 't eeuwig welbehagen, „Waarvan sints de oudste dagen „Gods Raad en Woord gewagen, „Is daar de vree herbaard!"

En ja, in Bethlem's woning. Ja, in een beestenstal Ten schouwspel voor 't heelal. Daar ligt de Vrede-koning, Die de aard, door Hem betreden. Vóór 't lijden is geleden En alle strijd gestreden. Niet weer verlaten «al!

En Hij is onze Vrede! Hoe fel ook nog bestookt, Hoe ook de vijand spookt, Zijn*vrede deelt Hij mede Aan 't hart, aan Hem verbonden. Welks zonden zijn verslonden Door 't bloed, dat uit zijn wonden Op 't altaar heeft gerookt!

Ja, in beginsel — vrede, In hope — zaligheid Te midden van den strijd Deelt Hij den zijnen mede! En als op 's hemels wolken Voor 't oog van 's wer«^lds volken, Tot schrik van 's afgronds kolken Een troon Hem wordt bereid,

Aan d’ eindpaal aller eeuwen, — (De hemelbloem volbloeid, 't Beginsel uitgegroeid!) — Naar 't heil woord der Hebreeuwen, Dan — eind van vreezen. En alle smart genezen, — Dan zal het VREDE wezen. Het slangenzaad geboeid!

Troost daarmee, moede strijder, Bij al wat nog verwart En wondt, uw worstlend hart! Zóó wordt het uitzicht blijder! Het heden doe vaak klagen, Wij zullen niet vertsagen, Wij zien den heildag dagen, En die heelt alle smart!

KalLum.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's