Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Strijd tegen de opwekking in Wales.

Het is wel te denken, dat de groote beweging in het vorstendom Wales, waardoor zoo velen worden aangegrepen, bare bestrijders heeft. The Lancet een medisch tijdschrift heeft de beweging genoemd eene „debauch of emotionalism", terwijl Dr. Forbes Winslow, een zenuwpatholoog, in Daily Express er over schreef: „snikken, onsamenhangende taal, en het totale onvermogen om de emoties te beheerschen, zijn kenmerken van hysterie en hysterie is eene ziekte. De gebeurtenissen in Wales zijn derhalve „uitermate verontrustend." Hysterie is op zichzelf een groot kwaad. Het is nauw verbonden met epilepsie, en de opgewondenheid die haar veroorzaakt, is een publiek gevaar en dient op alle mogelijke manieren te worden beteugeld."
Het is niet te verwonderen dat een medicus aldus spreekt. De dingen van het geestelijke leven zijn al niet te ontdekken door een microscoop en niet bloot te leggen door het snijmes voor vele beoefenaars der geneeskunde,  onbegrijpelijk, gelijk ze door niemand te door­gronden zijn. Het verbaast ons niet dat iemand, die tot hiertoe nooit nadacht over zijn staat voor God, nu doordat de heiligheid en alwetend­heid des Heeren plotseling voor hem komt te  staan, aandoeningen in zijn gemoed krijgt, die hij niet aanstonds meester is. Hetgeen vele medici niet weten, is, dat zulke personen in goede handen zijn.
Ook van kerkelijke zijde is men op de revival in Wales critiek gaan uitoefenen. Het ritualistisch orgaan, de Church Times, zegt er van dat de beweging in Wales op één lijn staat met het Mormonisme, met de opwekking die leidde tot het Boeddhisme en met de beweging die er toe bracht om vele menschen zich te doen scharen om de banier van den valschen profeet. Daartegenover staat dat in het leading-artikel erkend wordt dat „het volk geleid wordt door den sterken adem van den Heiligen Geest", en dit is kwalijk te ontkennen. Doch er wordt aan toegevoegd, dat ook vele andere invloeden aan het werk zijn en drijven in eene richting, waarvan men niet weet waarop zij zal uitloopen.
Eene ernstige critiek kan men deze uitlatingen niet noemen. Ons oordeel over de machtige beweging in Wales mag alleen bepaald worden door een onderzoek, of de leiders het volk langs schriftuurlijke wegen leiden. Daartoe achten wij ons nog niet in staat. Dat verhindert echter niet, dat wij inmiddels met sympathetische belangstelling hetgeen er in Wales plaats heeft, gadeslaan.
Het Engelsche volk heeft er groote behoefte aan dat het bereikt wordt door nieuwe stroomen van den Heiligen Geest. De Engelsche staatskerk wordt bedreigd door het Ritualisme, dat zoozeer vele geesten heeft vervuld, dat drie vierden van de staatskerk zeer vele Roomsche leeringen beaamt, zoodat sommige predikanten al een lans breken voor de wezenlijke lichamelijke tegenwoordigheid van Christus bij het Avondmaal, en in vele kerken de mis bediend wordt. Daarbij komt het modernisme, dat door menig ambtsdrager der staatskerk wordt voorgestaan. Dezer dagen verkondigde niemand minder dan de deken van Westminster, dat men volstrekt niet aan de inspiratie en de authenticiteit van de boeken des Ouden Testaments behoefde te gelooven, al is het ook dat de Heere Jezus zich op die schriften beriep en ze aanhaalde.
De Vrije Kerken in Engeland hebben veel geleden door het dringen van het ongeloof in hare veste. Zeer vele predikanten zijn medegesleept met hetgeen Spurgeon de „down grade movement" heeft genoemd. Daarom zou het een zegen zijn, als de Heere met Zijn Geest ambtsdragers en leden met versche olie komt overgieten.


N.-Amerika. Zal men in de Presbyteriaansche' kerk de censuur gaan toepassen?

Rev. Dr. Samuel T. Carter, oudste lid van de presbytery Nassau, N. Y., gedurende 30 jaar leeraar van de Presb. kerk te Huntington, L. I., thans rustend leeraar te New-York, heeft een schrijven tot zijn presbytery gericht, waarin hij verklaart, dat „heel de scholastieke godgeleerdheid en het Calvinisme dat daarop gebouwd is, vanaf den grondslag onwaar is. Wij laten hier eenige uitdrukkingen volgen, waaruit blijkt, welk standpunt Dr. Carter inneemt.
„Ik ben tot de vaste overtuiging gekomen, geleid door godgeleerden en natuurkundigen, dat de leer van den val van Adam allertreurigste gevolgen heeft, en ik geloof dat het menschelijk geslacht, ofschoon zondig, niet is een gevallen geslacht en onder den vloek, maar dat wij kinderen Gods zijn, die van uit een laag standpunt steeds hooger zullen klimmen. — De leer der Drieëenheid heeft mij nimmer een straal van licht verschaft, en ga ik na hoe deze leer het Christendom heeft verdeeld, dan komt de wensch bij mij op, dat deze leer nooit ware geformuleerd. — De door onze Kerk aangenomen leer der verzoening door het bloed van een onschuldige kan ik niet aannemen — Ik kan niet aanvaarden de leer der eeuwige straf van de goddeloozen; ik kan dit niet rijmen met de liefde Gods. Ik gevoel dat onze roeping is, ons volk een betere verklaring te geven van de leerstellingen der H. Schrift.
Het slot van dit schrijven luidt als volgt: „Mijne ontkenningen hebben betrekking op de kerkelijke godgeleerdheid, niet op het Evangelie van het N. Testament, hetwelk ik van ganscher harte aanvaard. Indien gij van oordeel zijt dat iemand, die r.et Evangelie van Christus aanvaardt, maar bovengenoemde bijvoegselen verwerpt, leeraar kan blijven in de Presb. kerk, zal mij dit grootelijks verlichten; maar is uw gevoelen anders, dan verzoek ik dat gij mij overdraagt naar de Congregational Association van Manhattan.”
The Outlook, het vrijzinnige blad van Lyman Abbott, heeft een woord van lof voor het optreden van Dr. Carter. Dit blad prijst hem als een waar volgeling van Jezus, Paulus, Luther en Wesley, daarin dat hij den moed heeft om voor zijne overtuiging uit te komen, en wijst er dan verder op, dat het voor de bevordering van den geest van het Christendom noodig is, dat ieder leeraar, die denkt, dat zijne beschouwingen niet in overeenstemming zijn met het standpunt zijner Kerk, zal voortgaan met de waarheid te leeren, zooals hij ze ziet, en aan anderen de verantwoordelijkheid over laten om hem buiten de Kerk te zetten. „En indien een kerk — zoo vervolgt The Outlook — oordeelt dat hare roeping hierin bestaat, dat zij eene bizondere opvatting en verklaring van den Bijbel en Christus moet bewaren en verbreiden, dan zal zij niet in gebreke blijven om iemand die in deze opvatting en verklaring wijziging zoekt te brengen of er een andere voor in de plaats wil geven, te verwijderen. Maar is de Kerk overtuigd, dat zij geroepen is om den geest en het leven van Jezus Christus mede te deelen, dan kan zij met een vrij geweten hare leeraars niet onderwerpen aan eenigen toets, welke wezenlijk niet behoort tot dezen geest en dit leven”.
Duidelijk is, dat The Outlook leervrijheid wenscht. En wonderlijk, zooals vroeger de Modernen en hunne voorloopers in Nederland, kunnen deze vrijzinnigen dan spreken over den geest en het leven van Christus. Zonder gebondenheid aan de H. Schrift kan iemand daarvan maken wat hij wil; zooals het best in zijn ader past.
De Universalist Leader is in hare beoordeeling van 't bovenstaande verschillend. Ook zij zegt, dat men Dr. Carter om zijne eerlijkheid moet eren, maar voegt er dadelijk aan toe, dat men eveneens de Presb. Kerk moet eeren, als zij zich houdt aan hare belijdenis. Dit blad zegt: ,,Van tweeën éen: óf geen belijdenis, of de aangenomen belijdenis handhaven. De kerk kan een invloed ten goede zijn, tenzij, dat zij rouw is. Wij gelooven dat Dr. Carter heeft gedaan wat ieder eerlijk mensch behoort te doen en zou doen. En de Presb. Kerk moet een van beiden doen: of hare belijdenis wijzigen en of hem buiten de kerk zetten, en de wereld zal voor beiden hooger achting hebben als men weet welk standpunt zij innemen".
Zoo is het. Een kerk, die hare belijdenis niet eert, is ontrouw, zal steeds dieper zinken, mist het vertrouwen, heeft hare beteekenis voor een deel althans voor de Kerk des Heeren verloren. De Presbytery, waaronder Dr. Carter
ressorteert, heeft eene commissie benoemd om met hem erover te spreken, opdat de Presb. kerk bewaard moge blijven voor een heresy trial, een kerkelijke procedure wegens kettersche gevoelens. Treurig—een man grijs geworden in den dienst des Evangelies.
Aldus verhaalt ons de Wachter. Wij zijn zeer benieuwd hoe deze zaak zal behandeld worden.
Ook voor vele kerken in de Nieuwe wereld wordt het zaak, dat zij toezien dat zij niet afglijden van het fundament Jezus Christus en dien gekruisigd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's