Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Met mijn God spring ik over een muur”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Met mijn God spring ik over een muur”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want met U loop ik door eene bende, en met mijnen God spring ik over eenen muur. Ps. 18: 30.

Toen God het eerste paar menschen op deze aarde geschapen had, stonden ze daar in het paradijs zonder dat eenig gevaar hen bedreigde. Noch de elementen der natuur, noch de wilde dieren, noch het klimaat, noch eenige krankheid deden hen gevaar loopen. Heel het paradijs was met hen meê. Altemaal lust zonder last. Alleen op één punt stonden ze gevaarlijk, en dat ééne punt was hun zielstoestand. Daarin waren ze kwetsbaar. En gleden ze in de ziel uit, dan waren ze weg; zoo God ze niet redde, voor eeuwig weg.

De vloek, die terstond na hun val over deze aarde uitging, toonde dan ook, hoe nu opeens het pandaemonium 1) tegen hen was losgelaten, hoe alle elementen en krachten der natuur tegen hen losbraken, en hoe heel de schepping om hen heen, als saamzwoer om hen te verdelgen.

Denkt ge nu in, hoe volstrekt hulpeloos die twee menschen, bijna ongekleed en geheel on gewapend, tegenover die losgelaten, razende wereld-en natuurmacht stonden, dan voelt ge terstond, dat er niets, volstrekt niets van die twee personen zou zijn terecht gekomen, en dat ze in minder dan een etmaal den dood zouden hebben gevonden, al was het maar in den muil van leeuw of tijger, indien van Gods zijde geen verborgen, wondere genade over hen gewaakt had.

Ge moet niet vragen, hoe nu ons menschelijk leven zich redt. Nu staan we tegenover de booze en vernielende krachten der natuur op allerlei manier sterk gewapend, en is het een uitzondering als een vloedgolf verrast, een orkaan vernielt, een epidemie verwoesting aanricht, of het wilde dier onder menschen roof wegsleept. Maar van al de middelen tot verweer, waarover wij nu beschikken, bezat Adam en zijn vrouw niets, en ze waren slechts met hun beiden.

Het is daarom zoo wonderbaar, dat ons geslacht niet terstond is uitgeroeid, dat het stand hield, wies en de overhand kreeg. Want zelfs eeuwen lang nadat het paradijs verdween, heeft de hulpbehoevende mensch nog een strijd op leven en dood met die wilde, woeste macht der vernieling moeten voeren; en nu nog leeft in der volkeren heugenis de naam van een Nimrod of een Hercules voort, als van helden die het monster der vernieling wisten te bedwingen.

De meeste menschen leven op hun gewone kracht, de zwakkelingen blijven beneden zich zelven, maar ook zijn er steeds enkelen geweest, dte zich zelf overtroffen. En die helden vereerde het nageslacht als mannen, die het bovenmenschelijke hebben gedaan, en die juist door de spanning, waartoe schier bovenmenschelijke bezieling hen in staat stelde, een zegen voor heel ons geslacht hebben achtergelaten.

Dan stond er als een muur voor hen, en alle anderen bleven voor dien muur staan, maar zij wisten er over heen te komen, en baanden zoo den weg voor wie na hen kwam.

Toen nu die strijd tegen het monster der elementen en der laatuurkrachten in zoover tot victorie geleid had, dat er met veel beleid en waakzaamheid, tot op zekere hoogte een normaal menschelijk leven mogelijk werd, heeft satan de menschen zelven tegen elkaar opgezet en opgehitst, en is een geheel nieuwe strijd ontstaan, de strijd vs, n mensch tegen mensch. Het booze spel van Kaïn en Abel.

Elkaar het goed afrooven, elkaar naar het leven staan, elkaar als slaaf aan zich onderwerpen. Nu het pandaemonium niet van de natuur, maar van menschelijke boosheid in den boezem zelf der menschheid losgebroken. En de ellende door die tweede worsteling aan ons geslacht overkomen, was nameloos. Eerst roof-en moordzucht onder elkaar van man tegen man, van huis tegen huis. En toen daaruit de oorlog van natie tegen natie en van volk tegen volk.

En weer zijn er toen helden opgestaan. Weer mannen die anderen en zich zeli overtroffen. Een Simson en David, een Prins Willem en prins Maurits. Helden, die door hooge bezieling aangegrepen, den tegenstand braken en hun volk hebben uitgered.

Weer de muur, waartegen ieder ander het hoofd te pletter liep, maar waar zij over heen spron gen. En zoo de redding van het volk. EQ ZOO de namen ook dier helden in blijvende eere. Nu niet bij heel ons geslacht, maar bij het volk dat ze verlost hebben.

Daartusschenin is toen een derde worsteling uitgebroken. Niet tegen de natuur, en ook niet tegen roof-en moordzucht van den evenmensch, maar de worsteling van het koninkrijk der wereld tegen het koninkrijk der hemelen.

De genade Gods indalend, het licht Gods inschijnend, om de kinderen der menschen over te brengen in de erfenis der kinderen Gods. En daartegen-in de macht van satan, zonde en wereld, om de zake Gods hier op aarde te niet te doen.

En weer zijn het toen de helden geweest, , die, anderen en zich zelf overtreffend, stand hielden waar anderen weken. Weer de muur, waarop de menigte onverzettelijk stuitte, en waar zij in hooge bezieling over heen sprongen. Een Noach, een Abraham, een Jesaia, straks de martelaren en de apostelen, en achter hen aan een Luther en Calvijn. Nogmaals die hooge bezieling. De muur ten leste omge worpen. En hun naam in dankbaar aandenken, nu niet bij één volk, en ook niet bij heel ons geslacht, maar bij het geslacht van al Gods kinderen.

Middenpunt in die worsteling was de Leeuw uit Juda's stam; de overste Leidsman en Voleinder des Geloofs, de Zone Gods en des menschen Zoon, de verwinnaar van den dood in zijn heerlijk verrijien.

Hier God in Hem, Hij zelf God, en daarom door hem de muur van zonde en dood voor altoos omgeworpen, en de weg ontsloten tot eeuwigen vree.

En nu uw strijd.

Een strijd in drieërlei vorm. Tegen de natuurmachten in ziekte en u bedreigend verderf; de strijd om welstand en brood. Tegen uw medemenschen, als ze u verdriet aandoen, u belasteren, of uw rechten en vrijheden bedreigen. En in de deide plaats tegen de macht van satan, zonde en wereld, voor Gods eer, voor de zake des Heeren, en voor uw eigen zielezaligheid.

Uit den bundel van die driej tegen u zich stellende machten, komt al uw wee en ellende, al uw zielsverdriet en uw benauwdheid. De mensch heeft een strijd op aarde. Niet voor ieder is die strijd even heftig en bang. Maar nóg ontwaart ge gedurig, hoe voor enkelen ook die worsteling als een worstelen tegen een helsche . macht is.

En ook in dien strijd nu staat de één laf en krachteloos; worstelen de meesten met weinig meer dan gewone inspanning; maar zijn er ook steeds enkelen, die den strijd opnemen met ongewonen heldenmoed, en die door het geloof triomfeeren. Weer de muur; maar over dien muur, die anderen terug doet deinzen, weten zij zich heen te wentelen. Ze doen het met hun God en in den naam huns Gods. En ze laten een zegen achter voor heel hun huis en heel hun levenskring.

Waarin ligt nu het geheim van den moed en de overwinningskracht dezer helden en heldinnen?

1 De helmacht.

Natuurlijk doordat ook zij zichielven over troffen, d. w. z. doordat ze een wilskracht wisten aan te wenden, die eigenlijk verre hun kracht te boven ging. En die hooge kracht komt hun niet van buiten, maar van binnen. Uit hun vast hart, uit hun zichzelven aangrijpende ziel, uit den geest die in hen is.

Bij vergelijking ontwaart men soms iets van die hooge spanning in den min die amok maakt, in den dronkaard, in den waanzinnige, in den man die door drift vervoerd wordt.

Voor den amok maker loopt ieder uit den weg, omdat men weet dat niemand hem staan kan. Men legt hem met een geweerschot neer. Soms kunnen drie man der politie een dronken woesteling niet meester worden. Krankzinnigen moet men soms met een dwangbuis machteloos maken, " zulk een reuzenkracht weten ze te ontwikkelen. En ook in dienst der passie heeft een opgewonden persoon soms drie man gestaan en van zich afgestooten.

Al te gader beelden van menschelijke ellende, maar in die allen een reusachtige krachtsontwikkeling, omdat een innerlijk iets hun geest, en door hun geest hun spieren, zoo boven mate spannen kon.

Maar evenals zulk een spanning op de spieren uit de booze spanning en overspanning van den geest kan opwakcn, zoo ook kan onze ziel door een innerlijke spanning van den Heiligen Geest haar kracht verdubbelen, ja, verdrievoudigen. Nu niet uit menschelijke ellende, maar uit heilige verheffing, juist om menschelijke ellende tegen te staan.

Dan is er weer de muur. De muur van onrecht ons aangedaan, van verdriet dat ons overstelpt, van leed dat niet te dulden is, van tegenstand die ons wil verpletteren, van zonde die ons ter helle wil doen nederdalen. Een muur die weg moet, die doorbroken moet worden, of wij zijn weg en verloren.

En ook dan moet zich de heldenmoed toonen. Niet de heldenmoed der wilde, woeste overspanning, maar de zuivere, kalme, volhardende heldenmoed, die het nimmer opgeeft, en in Gods kracht overwint. En dat is dan voor óns het waarmaken van wat de Psalmist zong: „Met mijn God spring ik over een muur!"

Met God, dat wil niet zeggen met de hulpe Gods, of door een wonder Gods, maar dat beduidt: Met God in saijn hart, met die hoogste bezieling, die aii u; : ; de inwerking van Gods Geest in mijn zici kan teweegbrengen, dat ik weet: God wil het, en daarom moet hst.

Dan is het, zoo ge wilt, een wonder, want wat ge doet en doorstaat, gaat dan verre boven uw kracht uit.

Maar de muur zwicht, de muur wijkt, en gij komt er over.

En aan de andere zijde van den muur knielt ge neder, om Hem lof te geven en groot te maken, die u tot het bovenmenschelijke heefcbekvraamd!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 februari 1905

De Heraut | 4 Pagina's

„Met mijn God spring ik over een muur”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 februari 1905

De Heraut | 4 Pagina's