Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apologie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apologie.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze Roomsche landgenooten hebben een goed werk gedaan.

Ze hebben een vereeniging opgericht, onder den naam Petrus Canisius, die zich ten doel stelt, een reeks apologetische werken in het licht te zenden, waarin op populaire wijze het Christendom verdedigd zal worden tegen de aanvallen van het ongeloof.

Geloofsverdediging schrijft deze vereeniging in haar vaandel. Het is haar niet in de eerste plaats te doen om polemiek met de Protestanten over de dogmatische geschilpunten die tusschen beide kerken in

controvers zijn. Maar wel wil ze tegenover den steeds toenemenden afval van het Christendom de bestrijding van de Schrift, het ondermijnen van de grondslagen van recht en zedelijkheid, de banier van het geloof opheffen. De nood der tijden dnngt haar daartoe. En in zooverre hier de strijd gaat om een ons beiden gemeenschappelijk belang, kunnen wij niet anders, dan deze poging van harte toejuichen.

De beide eerste geschriften van deze vereeniging liggen reeds op onze tafel ter recensie.

Dr. Th. M. Vlammg, hoogleeraar aan het seminarie te Warmond, schreef een inleidend geschrift, " onder den titel: "Apologie of Geloofsverdediging. En de serie zelve opent met eene verhandeling van den bekenden pater der Redemptoristen Th. Bensdorp over de „geschiedkundige geloofswaardigheid der Evangelie-verhalen", getiteld Legende of Historie?

Over dit laatste werk kunnen we kort zijn. Pater Bensdorp laat de vraag naar de inspiratie der Schrift geheel terzijde en tracht aan te toonen alleen met historische bewijzen, dat de Evangelie-verhalen volkomen betrouwbaar zijn. De aangevoerde bewijzen, vooral ontleend aan het getuigenis der zoogenaamde apostolische vaders en de oudste kerkvaders, toonen zeker genoegzaam aan, hoe de moderne critiek in hare negatie de historische traditie geheel tegen zich heeft. Trouwens, gelijk de schrijver zelf opmerkt, de nieuwere richting onder de geleerden in het buitenland komt, zij het dan ook schoorvoetend, steeds meer terug op wat voor enkele tientallen van jaren nog als „wetenschappelijk resultaat" heette vast te staan, en alleen de moderne theologie in Nederland houdt nog met hand en tand vast aan een standpunt, dat buiten ons land reeds lang als overwonnen wordt beschouwd. Maar hoezeer we het waardeeren, dat pater Bensdorp op populairen toon dit alles zijn lezers meedeelt, de poging om op de fides historica, de historische betrouwbaarheid van de evangeliën, het geloof aan hun inhoud op te bouwen, blijft voor ons aan ernstig bezwaar onderhevig. De Roomsche Apologetiek bewandelt hier. andere paden dan wij zouden kiezen. Iets wat principieel samenhangt met het verschillend standpunt, dat over en weer tegenover de traditie en de rede als praeambula fidei wordt ingenomen.

Van ingrijpender beteekenis is dan ook naar onze schatting het inleidend woord, dat de hoogleeraar Vlaming schreef. Deze hoogleeraar toont uitnemend goed op de hoogte te zijn, niet alleen met de theologische litteratuur onzer dagen, maar ook met de heerschende meeningen op het gebied der rechtswetenschap, natuurwetenschap, geneeskunde, aesthetische critiek enz. Hij toont aan met citaat op citaat, welke verderfelijke leeringen door de woordvoerders der officieele wetenschap op dit gebied gepropageerd worden, en hoe noodzakelijk het is, dat hiertegen van Christelijke zijde geprotesteerd worde. Wie deze citaten leest, zal den schrijver kwalijk kunnen beschuldigen van laster, wanneer hij spreekt van „een volslagen wedergeboorte des heidendoms." Metterdaad is dit oordeel eer nog te zwak, want er is menig heiden geweest, die én religieus én zedelijk dichter bij het Christendom stond dan de ongeloofsprofeten onzer dagen.

Ten slotte zij hieraan toegevoegd, dat deze poging van Roomsche zijde ons Gereformeerden tot een spoorstag moge zijn om dit werk niet alleen over te laten aan onze Roomsche landgenooten. Tijdschriften, brochures, letterkunde en pers, alles werkt saam, om de „moderne denkbeelden" onder ons volk te propageeren. Wordt het dan geen tijd, dat ook onzerzijds de hand aan den ploeg wordt geslagen ? We kibbelen onder elkander over de fijnste dogmatische geschilpunten, die veel aan haarkïoverij en woordenzifterij doen denken. Onze kerken worden in beroering gebracht over „stellingen, " die met den grooten strijd onzer dagen in geen het minste verband staan. En ondertusschen gaat een groot deel van ons volk verloren en boeten we de zedelijke kracht in, die van onze kerken behoorde uit te gaan.

Als het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Apologie.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's