Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De medische wetenechap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De medische wetenechap.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Herwinning van den Christelijken invloed ook op het gebied der medische wetenschap, blijft een der eerste eischen van ons Christenvolk.

Om tweeërlei reden.

Vooreerst, omdat het voorbeeld van onzen Heiland, die rondging predikende en kranken genezende, voor een iegelijk, die in Hem gelooft, een nauwen band heeft gelegd tusschen de Christelijke religie en degenezing der kranken.

De mensch mag niet dualistisch uiteengelegd in ziel en lichaam, alsof de ziel alleen verlossing noodig had en het lichaam slechts de kerker is, uit welks banden de ziel hoe eerder hoe beter bevrijd wordt.

Ziel en lichaam beide vormen den mensch. God verbond ze in de schepping in harmonisch verband. En waar door de zonde beide ziel en lichaam verdorven werd, daar schittert de ontfermende liefde van onzen Heiland juist daarin, dat Hij als geneesmeester van ziel en lichaam optreedt. Zonde en krankheid, blindheid van ziel en van lichaam, geestelijke en lichamelijke dood, zijn beide de werken des duivels, die Christus als Verlosser verbreken komt. En in de genezing van allen, die kwalijk gesteld waren, openbaart Hij, niet minder dan in Zijn reddende liefde voor verloren zielen, het hooge doel van Zijn komst.

Reeds daarom kan de geneeskunde niet aan de ongeloovige wetenschap xvorden overgelaten. Al is ze vrucht van de gemeene genade Gods; al draagt ze ook buiten de schaduw van het Kruis een schat van zegen voor de lijdende menschheid, toch wordt ze eerst in verband met de Christelijke religie geadeld en tot haar ware doel geleid.

Maar niet minder dringt hier de practische behoefte.

Niet met den advocaat of literator, den philosoof of natuurkundige, maar wel met den dokter komt het volk telkens in aanraking. Hij komt binnen in uw woning, slaat eeti blik in de intieme verhoudingen, staat aan het krank-of sterfbed uwer lieven, beslist over gevaarlijke operaties, deelt uw leven in zijn meest spannende en schokkende momenten. En waar in zulke oogenblikken het hart behoefte heeft aan een raadsman, die God vreest, die niet alleen voor den nood van het lichaam, maar ook voor dien der ziel voelt, die in smart en rouw een oog richten kan op Hem, die slaat maar ook heelt, daar is het bovenal om Christelijke doctoren, dat ons Christenvolk vraagt.

Nu hebben we zeker dankbaar te zijn, dat in den laatsten tijd het aantal onzer Christelijke geneesheeren toeneemt. Menig jong man uit Christelijken huize wijdde zich met opzet aan deze studie en wist, trots het door en door materialistisch onderwijs aan onze neutrale Staatsuniversiteiten, zijn geloof te bewaren. We zijn reeds een kring van Christelijke geneeskundigen rijk, waaronder mannen zijn van onbetwistbaar talent en rijken aanleg.

Maar met dat al zijn we er niet.

Er moet komen een christelijke medische faculteit. Een school, waar het onderwijs door den geest van Christus gedragen en bezield wordt. Waar onze jonge mannen niet te worstelen hebben met het materialisme hunner hoogleeraren, maar in het onderwijs zelf steun ontvangen voor het geloof. Waar de moeilijke vraagstukken, die ook op dit gebied zich voordoen, worden ingedacht en onderzocht bij het licht van Gods Woord, en zoo raad en advies hun kan worden geschonken. Waar bovenal tegenover de onheilige theorieën en zedelooze voorschriften eener indifferente wetenschap weer de heilige Banier der Christelijke wetenschap wordt opgeheven.

Daarom verblijdt het ons, dat aan de Vrije Universiteit ernstig gedacht wordt, om de eerste stappen op dezen weg te zetten.

Zeker, de bezwaren zijn bergenhoog. De inrichting eener behoorlijke medische faculteit eischt meer dan thans het heele budget der Vrije Universiteit bedraagt. Wat de geneeskundige faculteit der Gemeentelijke Universiteit jaarlijks aan salaris van hoogleeraren, stichting en onderhoud van laboratoria en ziekenhuizen kost, gaat onze krachten nog verre te boven. Het schijnt haast alsof metv met de hand aan den hemel wil reiken, wanneer een Hoogeschool, die met zoo bescheiden krachten werken moet, reeds aan een medische faculteit denkt.

Maar het geloof rekent niet met de bezwaren, maar vraagt in de eerste plaats naar wat God wil. Het heeft vertrouwen in de offervaardigheid v^n ons volk, in de groeikracht onzer beginselen, het hoopt op de goedertierenheden des Heeren.

In dat geloof wil de Vrije Universiteit het stekje planten, waaruit straks een boom worden kan.

Ernstige onderhandelingen hebben reeds plaats gevonden met de Vereeniging voor Christelijke verzorging van krankzinnigen, om tot gemeenschappelijke actie te komen. Ds. Brummelkamp hield op de vergadering dezer vereeniging een warm en bezield pleidooi voor saamwerking. En we twijfelen niet, of die saamwerking zal er komen, omdat de nood van onzen tijd er toe dringt.

De bedenking van Hervormde zijde geopperd, dat deze Vereeniging haar kerkelijk neutraal karakter zou prijsgeven door met de Vrije Universiteit in relatie te treden, is ten eencnmale onjuist. Want de Vrije Universiteit heeft voor hareniet-theologische faculteiten nooit het lidmaatschap van een bepaalde kerk tot eisch gesteld.

Ze deed dit met opzet.

Op theologisch gebied kunnen de verschillende kerken niet saamwerken. Daar gaat de scheidslijn kerkrechtelijk te diep voor.

Maar op juridisch en medisch, op literair en philosophisch gebied is een breed terrein, waar gemeenschappelijke actie zeer wel mogelijk is. Is Talma niet even beslist antirevolutionair als Heemskerk.' Staat een Bakhuis Roozeboom minder hoog aangeschreven bij onze Hervormde broeders omdat hij tot de zonen der separatie behoort.? En heeft omgekeerd Dr. Bouwman van Loosduinen minder sympathie in onzen kring, omdat hij lid is der Nederlandsche Hervormde kerk.?

Onze kerkelijke staketsels zijn nog niet zoo hoog geworden, dat we niet over die omheiaing heen elkander de broederband reiken kunnen, waar het belangen geldt, die ons als christenen saam verbinden. En het hoog belang van een christelijke medische faculteit te bezitten, weegt te zwaar, dan dat kerkelijke enghartigheid als remschoen dienst mag doen.

We hopen dan ook, dat noch de Vereenigmg tot christelijke verzorging van krankzinnigen noch de Vrije Universiteit zich van het goede spoor zullen laten af-brengen.

Hier geldt, dat eendracht macht maakt. En zonder eendrachtige saamwerking komt er van een christelijke medische faculteit niets.

Te meer zou dit te betreuren zijn, omdat ook op medisch gebied een kentering te bespeuren valt, die zeker onze beginselen in het gevlei komt.

Een teeken des tijds mag in dit opzicht genoemd het zeer merkwaardige boek, dat pas verscheen van de hand van Dr. B. W. Schultetus Aeneae onder den titel: De Renaissance der Medische wetenschappen met een terugblik op Hippocrates.

Merkwaardig mag dit boek reeds daarom heeten, omdat hier een medicus van professie zoo onbarmhartig den staf breekt over de gebrekkige opleiding, die onze artsen aan de Universiteiten vinden.

De artsenwet, die in de wereld kwam om het peil der vakmenschen te verhoogen, heeft echter onnoembare schade aangebracht aan de wetenschappelijke medische wereld. Het peil der medici is sterk gedaald en zal nog veel dieper dalen. Alleen zich zeer hoog voelende medici zullen, van hunne roeping bewust, buiten de reclame en charlatanerie.kunnen blijven ofschoon ze daardoor zeer groot materieel nadeel moeten lijden.

Men weet toch, dat het publiek bedrogen wil zijn, en alleen hij, die zich van zijn plicht bewust is, weet ook, dat al is dit zoo, hij niet geroepen is het pubHek te bedriegen. De wetenschappelijke ontwikkeling die van den arts gevraagd wordt, doet hun getal ongeevenredigd aan de behoefte toenemen. Er zijn er nu reeds te veel en er zullen binnen de eerste jaren zooveel „te veel" komen, dat het gevolg niet zal uitblijven. Men zal een zoogenaamd wetenschappelijk proletariaat krijgen.

Dit is in sar lei opzicht zeer nadeelig.

I°. De slecht ontwikkelde en allesbehalve wetenschappelijk opgeleide vakmannen zullen jakkeren om in de praktijk te komen en hun kost te verdienen. Ze zullen een gilde vormen, verre buiten de wetenschappelijke wereld staande. Omdat hun eenige kennis zoo exclusief is, zullen zij zelven geëxcludeerd worden. 2". Het publiek zal worden — men zou haast zeggen dat het verdiend is — als een hoop wild, waarop jacht gemaakt wordt door stroopers, welke van die jacht moeten leven.

Dit is een direkt nadeel van algemeene strekking, waartegen noch wetten, noch verordeningen iets zullen vermogen. Het is bovendien zoo immoreel mogelijk. Want het publiek, zegt reeds Hippocrates, snapt er niets van, hoort de goede en slechte medici praten en scheert ze allen over een kam.

Men zal met profane handen ingrijpen in de Goddelijke harmonie en als op godgeklaagde wijze die harmonie moedwillig zal zijn verstoord, zullen vele levens worden vernietigd, om zelf in 't leven te kunnen blijven. Immoreel is dit, doch het zal gebeuren, want men zal nog meer gaan toegeven aan de zucht om eens onder 't mes te komen. Want het behoort zou men haast zeggen, tot een fatsoenlijke opvoeding minstens eenmaal in 't leven geopereerd te zijn. O \ mijn God, wat een ellende. En toch zeg ik niet te veel en beroep mij op de opinie van een mijner vrienden, een der meest beroemde operateurs uit ons vaderland, We zaten te spreken en wel over het verbazend veel opereeren, of liever, geopereerd worden. Op eens zegt hij met een brusque beweging, ja, ge hebt gelijk, er wordt 10 maal te veel geopereerd en toen ik hem opmerkte, of niet daaraan .de auri sacra fames de schuld kon zijn, was zijn even beslist antwoord. Zeker, niets anders.

Dit zou m. i. worden voorkomen, als de medici minder in getal, doch meer ontwikkeld waren en hooger stonden.

Het derde nadeel is, dat aan de wetenschap geen dienst wordt gedaan, door broodjagende vakmannen als konijnen te fokken; —• menschen die zich niet thuis gevoelen in een hoog beschaafd gezelschap, die hun mond moeten houden als er niet over een „mooi geval" wordt gesproken. Ad/ocaten hebben, men zou haast zeggen, uit haat, of uit onbekendheid met het wezen der zaak, ons in de artsenwet die parten gespeeld. Men zou echter dat „genus irritabile" eens hooren oreeren, wanneer een medicus als minister doordreef, dat deurwaarders, als ze een practisch examen deden, tot hunne collega's werden benoemd. Toch is het een feit, dat vele deurwaarders in de praktijk die tegenwoordig veel door de advocaten wordt uitgeoefend, zeer bruikbare mannen blijken te zijn, zelfs meer praktisch ontwikkeld dan menig advocaat. Maar ik hoor hen al: „dat zijn toch geen juristen". Volkomen juist, maar een arts, zonder soliede wetenschappelijke voorbereiding, is evenmin een medicus naar den eisch, doch een vakman, een man van een gilde.

Indien een leek op dergelijke wijze over onze artsen zich uitliet, zou een kreet van verontwaardiging uit heel de doctorenwereld opgaan en hij als lasteraar gebrandmerkt worden. Hier is het een doctor zelf, die klagen komt wat reeds lang gefluisterd werd, dat de opleiding onzer medici veel meer heeft vaa een dressuur voor hun vak, dan van, een ernstige wetenschappelijke voorbereiding.

Een der voornaamste fouten van de bestaande opleiding nu zoekt Dr, Schultetus Aeneae daarin, dat de historische studie geheel verwaarloosd wordt, en zijn geheele geschrift dient om te doen zien, hoeveel uit de oude geneeskundige werken ook voor onze dagen nog te leeren valt.

In andere landen, met name in Frankrijk, neemt het onderwijs in de geschiedenis der geneeskunde een hooge plaats in. Alleen te onzent wordt er niet aan gedaan. En het getuigt voor ons Christelijk Ministerie, dat het gepoogd heeft ook in deze leemte te voorzien, en te Leiden een hoogleeraar benoemde, die dit vak opzettelijk onderwijzen zou.

Het belang van dit vak voor ons Christelijk beginsel springt in 't oog.

Nog maar al te vaak toch bestaat in de kringen der geneeskundigen de gedachte, alsof eerst de vorige eeuw de geboorte dezer wetenschap bracht. Zoolang het ChristelijkgeloofdeHoogeschoolbeheerschte, zoo luidt de uitspraak der moderne wetenschap, kon de geneeskunde niet tot rechten bloei komen. Toen de slavenboeien vielen, toen de wetenschap weer zelfstandig werd, kon haar hooge ontwikkeling aanvangen. Met het verleden maakt men daarom tabula rasa. Men vraagt er zelfs niet naar. Tevreden met de schitterende ontdekkingen in de vorige eeuw gedaan, acht men alle onderzoek naar de historie, naar de schatten door onze vaderen nagelaten, verloren moeite. Wie zelf door eigen inspanning schatrijk geworden is, ziet niet meer om naar de erfenis van een vroeger geslacht.

In dat hooggestemde lied van eigen lot nu zingt Ds. Schultetus Aeneae niet mede. Al ontkent hij volstrekt niet, dat ook de medische wetenschap evenals de andere wetenschappen reuzenvorderingen gemaakt heeft, de voorstelling alsof een vroeger geslacht in barbaarsche onwetendheid verzonken lag, is volgens hem onjuist Zijn historische studie heeft hem juist omgekeerd doen zien, dat menige „schitterende ontdekking, " waarop onze tijd prat gaat, reeds eeuwen vroeger gedaan is, en nog onopgemerkt tusschen de geel geworden bladen hunner stoffige folianten school. En de bewijzen, die hij hiervoor aanvoert, zijn metterdaad schlagend. Zelfs de werken van Hippocrates den grooten Griekschen geneesmeester, blijken nog de moeite der bestudeering ruimschoots te beloonen.

Reeds daardoor is deze historische studie voor ons een aanwinst. Ze breekt de hoogmoedige pretentie van de wetenschap af. Ze toont, dat ook in vroeger eeuw, toen het Christelijk geloof machtig was, met name in de i6de eeuw, de medische wetenschap reeds een hoog standpunt heeft ingenomen. Ze logenstraft de bewering, alsof eerst met de ontkerstening der wetenschap haar hooge vlucht begonnen was.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juli 1905

De Heraut | 4 Pagina's

De medische wetenechap.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juli 1905

De Heraut | 4 Pagina's